DE COMMISSIE-SASSEN ADVISEERT
DE Commissie in zake Herziening van de
Bioscoopwet heeft aan de Ministers van
Binnenlandse Zaken en Onderwijs, Kun
sten en Wetenschappen dezer dagen het
verslag van haar werkzaamheden aange
boden, vergezeld van een ontwerp Gewijzigde
Bioscoopwet met uitvoerige toelichting alsmede
van een ontwerp Gewijzigd Bioscoopbesluit, even
eens met toelichting.
Wij stippen uit dit rapport de volgende punten
aan:
1De Commissie heeft de vraag of, en zo ja,
in hoeverre bij de keuring van films een positief
criterium dient te worden aangelegd, ontkennend
beantwoord;
2) In het licht van de n-a-oorlogse ontwikkeling
van de Nederlandse Bioscoop-Bond, inzonderheid
met het oog op de culturele initiatieven, die deze
organisatie heeft genomen, meent de Commissie
eenstemmig, dat geen aanleiding bestaat voor het
treffen van een wettelijke voorziening om de ver
houding tussen Nederlandse Bioscoop-Bond en de
verenigingen, die zich bezighouden met het propa
geren van goede films, te regelen.
3) De Commissie meent, dat het huidige nega
tieve criterium voor volwassenen gehandhaafd kan
blijven, waarbij zij ervan uit gaat, dat de Centrale
Commissie voor de Keuring van Films de gestelde
normen met gestrengheid toepast.
4) De Commissie adviseert eenstemmig aan de
Ministers een algeheel verbod van filmbezoek voor
kinderen beneden veertien jaar in te voeren met de
volgende twee uitzonderingen:
1°. ten aanzien van voorstellingen, waar films
vertoond worden, welke goedgekeurd zijn voor alle
leeftijden: voor die kinderen, welke onder geleide
van hun ouders, voogden, onderwijzers of andere
opvoeders staan;
2°. ten aanzien van kinderfilms: voor alle kin
deren.
5) De Commissie heeft besloten de Ministers te
adviseren de mogelijkheid tot gemeentelijke nakeu
ring uit artikel 4 van de Wet te schrappen.
Aan het rapport is een minderheidsnota toege
voegd, waarin wordt voorgesteld de nakeuring te
handhaven.
6) De Commissie adviseert de Ministers een
absoluut verbod in te voeren betreffende het deel
doen uitmaken van andere vertoningen van een
filmvoorstelling, zoals variété-voorstellingen etc.
7) Met betrekking tot de besloten vertoningen
is van belang artikel 1 van het Ontwerp Bioscoop^
wet, volgens hetwelk vertoningen van films toegan
kelijk voor of bijgewoond door meer dan vijftig per
sonen, geacht worden in het openbaar plaats te
vinden.
8) Aan het vergunningsstelsel is in principe
vastgehouden, zij het, dat het niet meer betrekking
heeft op het geven van filmvoorstellingen als zoda
nig, doch op de plaats, waar films worden vertoond.
9) Niet alleen verenigingen of instellingen,
welke blijkens haar statuten zich ten doel stellen
door het vertonen van films de zedelijke of maat
schappelijke gevaren, welke volgens haar inzicht
aan bioscoopvoorstellingen verbonden kunnen zijn,
maar ook verenigingen, welke zich ten doel stellen
het vertonen van films van artistieke, religieuze of
culturele strekking te bevorderen, kunnen voortaan
door de Minister worden erkend.
10) De bevoegdheid van de Burgemeester om
openbare vertoning van een toegelaten film te ver
bieden, is beperkt tot gevallen van dringende nood
zaak, van tijdelijke of plaatselijke aard.
11De Minister is bevoegd om:
a) in omstandigheden van buitengewone aard
de vertoning in het openbaar van alle, dan wel van
niet door die Minister bepaaldelijk toegelaten films
voor een door hem te bepalen tijdsduur te ver
bieden;
b) wegens ernstige spanningen van nationale
of internationale aard de vertoning in het open
baar van door die Minister aangewezen films voor
een door hem te bepalen tijdsduur te verbieden.
12) De oorspronkelijke considerans dat de Wet
dient ter bestrijding van de zedelijke en maatschap
pelijke gevaren van de bioscoop ,is aldus gewijzigd,
dat de Wet dient in het belang van de veiligheid,
gezondheid, openbare orde en zedelijkheid.
Wij zullen in het eerstvolgende nummer van het
Orgaan uitvoerig op dit ontwerp van Wet terug
komen. Thans zij hier nog vermeld, dat het Hoofd
bestuur in de gelegenheid is gesteld de betrokken
Ministers zijn opvatting omtrent dit ontwerp ken-
maar te maken.
Ten einde misverstand te voorkomen, zij erop
gewezen, dat dit ontwerp van Wet een voorstel is
van de Commissie in zake Herziening van de Bio
scoopwet onder voorzitterschap van Prof. F. L. R.
Sassen, aan de Ministers. Er zal nog een lange
weg moeten worden bewandeld, alvorens het ont
werp, al dan niet in gewijzigde vorm, aan de
Kamers ter behandeling zal worden aangeboden.