10
ervaren handen zijn, deze zullen weten te over
winnen.
Vooralsnog heeft het Hoofdbestuur volstaan met
het verstrekken van een kasvoorschot. Mocht een
subsidie nodig zijn van onze kant, dan vertrouwt
het Hoofdbestuur in dit opzicht op een gebaar van
Uw vergadering, en zal het hiervoor een defini
tieve post op de begroting plaatsen. Uiteraard zal
het instituut de filmbelangstelling speciaal voor het
betere werk bevorderen, in het algemeen de film-
mindedness versterken, de filmkennis en de beoefe
ning van de filmcultuur verdiepen. Een belangrijk
werk, dat krachtens aard en betekenis op de weg
van onze organisatie ligt.
Wanneer dit alles behoorlijk functionneert even
als ons technisch instituut en ons prachtig Bio-
Vacantieoord, dan zal, zodra ook een regeling van
de arbeidsvoorwaarden met de werknemers in ons
bedrijf haar beslag zal hebben gekregen, de na
oorlogse uitbouw van onze organisatie zijn voltooid.
In hoeverre wij dit gebouw zullen kunnen onder
houden en behouden hangt ten dele van ons zelf
af, ten dele van de houding der Overheid door een
verstandige belastingpolitiek, en van de economi
sche mogelijkheden van ons bedrijf in de toekomst,
maar in de eerste plaats van ons zelf. Deze uitbouw
betekent namelijk de noodzakelijke verruiming van
ons organisatorisch verblijf in het maatschappelijk
bestel van het ogenblik, dat andere eisen stelt dan
voorheen, een verruiming, nodig om als straf geor
ganiseerd bedrijf te kunnen leven.
Deze straffe organisatie is onze economische
basis voor een belangrijk deel en een garantie voor
een behoorlijke spreiding van het zelfstandig
ondernemerselement. Bezwering van het gevaar
ener alles opslorpende en overheersende vertrus-
ting. Saamhorigheid hebben wij nodig als brood.
Wij zullen elkaar in de toekomst veel nodig
hebben.
Daarom mag er aan onze saamhorigheid niets
ontbreken, niets ook aan de activiteit in onze
Bondscolleges, aan het verantwoordelijkheidsbesef
van onze functionarissen, aan het onderling ver
trouwen en collegialiteit. In dit verband breng ik
allen dank, die op welke wijze ook in de afgelopen
periode hun beste krachten hebben gewijd aan het
welzijn van onze organisatie en ons mooie bedrijf.
Dames en heren, laat ons beseffen wat wij bezit
ten; wij hebben weinig te winnen, maar zeer, zeer
veel te verliezen."
Op deze toespraak volgde een hartelijk applaus.
Nadat de Bondsdirecteur, de heer J. G. J. Bos
man, ter kennis van de vergadering had gebracht,
dat de Notulencommissie van de buitengewone
spoedledenvergadering van 15 Maart 1.1. zich blij
kens schriftelijke mededeling accoord had verklaard
met de notulen dezer vergadering en ook de leden
van de Commissie belast met het nazien der notulen
van de buitengewone ledenvergadering van 15 De
cember 1947 te kennen hadden gegeven zich met
de lezing dezer notulen te kunnen verenigen, werd
op voorstel van de Voorzitter besloten de notulen
van die vergaderingen goed te keuren.
Bij stemming werd vervolgens besloten een in
gekomen voorstel van de heren E. Alter, H. S.
Boekman, A. P. du Mée, R. Minden en A. Zomer
plaag, betrekking hebbende op de exploitatie van
één speelfilmstudio in Nederland, ter behandeling
toe te voegen aan de agenda.
Tot leden der Commissie belast met het nazien
van de notulen dezer jaarvergadering werden be
noemd de heren E. Alter, Voorburg, F. J. de Jong,
Gorcurn en A. Jansen, Deventer.
Overige agendapunten
Met algemene stemmen werd besloten de reeds
tijdens de spoedledenvergadering van 15 Maart 1.1.
verleende dispensatie van het bepaalde in artikel 26
der Statuten met betrekking tot het houden van de
jaarvergadering voor of op 31 Maart te verlengen.
Het jaarverslag over 1947, hetwelk dit jaar in
afwijking van andere jaren, in eenvoudige en be
knopte vorm was gehouden, werd onder dankzeg
ging goedgekeurd, nadat uit de vergadering de
wens naar voren was gekomen, dat de traditie van
een meer uitvoerig en typografisch goed verzorgd
verslag zou worden gehandhaafd.
Een uitvoerige gedachtenwisseling ontspon zich
rond de punten 4 en 6 van de agenda resp. Reke
ning en Verantwoording van het financieel beheer
over 1947 en de Begroting van Ontvangsten en
Uitgaven voor 1948. Aan dit debat werd onder
meer deel genomen door de heren J. L. Paerl, Am
sterdam, J. Start, Groningen, E. Alter, Voorburg,
Ch. van Biene, Arnhem, A. P. du Mée, Amsterdam,
Teunissen, Maastricht, en P. J. van Moock, Am
sterdam.
Verschillende sprekers drongen aan op bezui
niging der Bondsuitgaven onder meer door een
rationeler werkverdeling der recette-controle. Het
Hoofdbestuur, bij monde van de Voorzitter, ver
klaarde gaarne van de leden of van de Afdelingen
voorstellen in ontvangst te nemen, die een reële
bezuiniging op verschillende posten zouden aan
geven. Overigens zegde het Hoofdbestuur toe de
uitgaven met de nodige zorgvuldigheid te zullen
bezien en, met het oog op de verminderde ont
vangsten, te trachten te bezuinigen daar waar het
mogelijk zou zijn. Hierna werden de Rekening en
Verantwoording over 1947 en de Begroting van
Ontvangsten en Uitgaven voor 1948 met algemene
stemmen goedgekeurd, alsmede het voorstel van
het Hoofdbestuur om het eventueel batig saldo
over 1948 in de Weerstandskas te storten.
Zonder discussie en met algemene stemmen aan
vaardde de vergadering eveneens het voorstel van
het Hoofdbestuur om de contributie voor het jaar
1948 vast te stellen op procent van de omzet als
bedoeld in het Contributiebesluit 1945.