VERMAKELIJKHEIDS- BELASTING 16 ductie- en verhuurmaatschappij, de United Artists Corporation. De roem verbonden aan deze vier namen verzekerde voldoende financiële steun en maakte de onderneming een macht van betekenis in de zakenwereld. De vorming van deze maatschap pij viel samen met de grote structuurwijzigingen, welke toen in het filmbedrijf plaats vonden. Het vervaardigen van een film was thans een kostbare onderneming geworden. De eerste film, die Griffith voor United Artists maakte, Broken Blossoms, tevens zijn laatste film van betekenis, was een groot succes en bracht hem nieuwe roem. Sindsdien viel een gestadige terug gang te constateren. Zijn laatste films, de enige ge luidsfilms die hij vervaardigde, Abraham Lincoln, (1930) en The Struggle (1931) leverden het be wijs, dat hij bij zijn tijd ten achter was geraakt. Zó snel heeft het filmbedrijf zich de laatste der tig jaar ontwikkeld, dat men Griffith nog tijdens zijn leven een ,,old master" noemde. Ondanks zijn zeer belangrijke bijdragen en zijn vroege talent was zijn achteruitgang na de oorlog onmiskenbaar. Dit tast echter zijn betekenis voor de ontwikkeling van de film niet aan. Zijn werk inspireerde de groot meesters der filmkunst tot nieuwe daden. Zijn naam zal door het filmbedrijf steeds in dankbare herinnering worden gehouden. KATHOLIEKE FILM CENTRALE Op verzoek van de Katholieke Film Centrale vestigen wij Uw aandacht op het volgende: Als Voorzitter der Keuringscommissie en als zodanig belast met de leiding van het keurings- werk treedt op Mr. B. ter Veer, als opvolger van Mr. Tepe, aan wie eervol ontslag is verleend; Het Secretariaat van de Keuringscommissie is gevestigd Buitenhof 5 te 's-Gravenhage, telefoon 117067; de kantooruren zijn van 9 uur voormid- dags tot 12.30 namiddags en van 1.30 namiddags tot 5,30 namiddags. Voor spoedeisende gevallen is het Secretariaat na des middags 5.30 te bereiken onder telefoonnummer 777049 Den Haag en 8535 Wassenaar (K 1751); Alle correspondentie gelieve men te adresseren aan Keuringscommissie der Katholieke Film Cen trale, Postbus 169, Den Haag. Telegramadres: Burweha; De nakeuring, die vroeger plaats vond in het Greenway Theater te Voorschoten, zal nu geschie den in het Odeon Theater, Herengracht 13 te 's-Gravenhage. Het ligt in de bedoeling om behalve de centrale nakeuring, die plaats vindt in het Odeon Theater te 's-Gravenhage, plaatselijk erkende nakeurings- commissies in te stellen in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. De algemene actie, die het Hoofdbestuur voert tegen de verhoging der vermakelijkheidsbelasting, heeft in enige gemeenten belangrijke successen opgeleverd. De gemeenten Assen en Coevorden, die beide een heffingspercentage van 40 hadden, hebben op aandrang van het Hoofdbestuur nieu we verordeningen gemaakt, waarbij de belasting tot 35is teruggebracht. In Wormerveer, waar wegens de abnormaal hoge vermakelijkheidsbelasting voortzetting van de bioscoopexploitatie niet mogelijk was, heeft het gemeentebestuur een nieuwe verordening ge maakt, waarbij het heffingspercentage tot 35 is verlaagd met de bepaling, dat voor culturele films niet meer dan 20 zal worden berekend. De gemeente Castricum had aanvankelijk een verordening vastgesteld, waarbij van bioscoop voorstellingen 40 belasting werd geheven. Ook deze gemeente heeft op aandrang van de Bond het tarief verlaagd tot 35 met dien ver stande, dat voor culturele en voor Nederlandse films niet meer dan 20 behoeft te worden be taald. Met talrijke andere gemeentelijke autoritei ten worden nog onderhandelingen gevoerd. FILMLEVERING Het is het Hoofdbestuur gebleken, dat sommige leden-filmverhuurders aan de leden, die uitsluitend permanente bioscopen exploiteren, films leveren tegen vaste prijs, ter vertoning voor besloten ver enigingen, tehuizen etc, zonder daarbij te infor meren naar de plaats waar deze films zullen worden vertoond. Het staat vast, dat deze films niet altijd in de bioscopen van bedoelde leden-exploitanten worden vertoond. Het Hoofdbestuur wijst er op, dat levering van films aan de leden slechts is toegestaan ten behoeve van de zaken, waarvoor zij als exploitant in het Bedrijfsregister van de Bond zijn ingeschreven. Genoemd College vertrouwt er op, dat de leden filmverhuurders in den vervolge, alvorens tot leve ring van de aangevraagde filmprogramma's over te gaan, van de exploitanten zullen verlangen, dat zij opgeven voor welk theater he.t filmprogramma is aangevraagd en dat geen leveranties zullen plaats vinden ten behoeve van niet ingeschreven zaken.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1948 | | pagina 18