23 IN de afleveringen van het Officieel Orgaan nrs, 142 en 143 heeft de Technische Commis sie Uw aandacht gevraagd voor de bioscoop- brand te Rueil en de maatregelen, die dienstig zijn om te voorkomen, dat iets dergelijks zich in een Nederlandsche bioscoop zal voordoen. Ook uit de branden, die in Nederlandse bios copen voor de oorlog hebben plaats gehad, kan lering worden getrokken en daarom lijkt het mij raadzaam eens de aandacht te vestigen op de oorzaken of vermoedelijke oorzaken van die branden. Jaren voor de oorlog is er eens een cabine- brand geweest in een bioscoop van middelmatige grootte in het Oosten des lands. Door filmbreuk in het venster of iets dergelijks ontstond brand in een der projectoren. De vlam sloeg door de doofkamer en ontstak de filmvoorraad in de ondertrommel. De operateur beging een fout, hetgeen zeer menselijk is. In plaats van de film te laten uitbranden, de cabine te verlaten en het zaallicht door middel van de noodschakelaar te ontsteken, waardoor volgens voorschrift tevens de cabine stroomloos zou worden gemaakt, deed hij een manhaftige poging om de filmvoorraad in de boventrommel te redden en uitbreiding van de brand te voorkomen. Hij haalde de reeds brandende spoel uit de boventrommel en wilde hiermede naar een raam aan de zijkant der ca bine lopen om de brandende film naar buiten te werpen. Wat hij eventueel aan de buitenzijde van de cabine in brand zou hebben gestoken, kan buiten beschouwing blijven. De operateur kwam n.1. niet zo ver. Toen hij bij het raam was aangekomen, had hij reeds zulke brandwonden aan zijn handen opgelopen, dat hij de spoel niet langer kon vasthouden en deze liet vallen. De brandende filmspoel viel vlak voor de ijzeren filmkast, waarvan, zoals bij deze ondeugdelijke kasten vaak het geval is, het deksel een eind open stond. Onmiddellijk daarop vatte de 4500 Meter film, die in de kast was opgeborgen, vlam en de gehele cabine veranderde in een vuurzee. Hoe de operateur en uit kwam weet ik niet meer: hij was over zijn zenuwen heen, overjas, hoed en colbert was hij kwijt, maar hij had er ten minste het leven afgebracht. Hoe had deze narigheid nu voorkomen kunnen worden? Prent het uw operateur in, dat, indien er door welke oorzaak ook, brand in een der pro jectoren ontstaat, hij niet moet trachten door het openen van de trommels de films te verwijderen. Hij moet onmiddellijk de cabine verlaten, door middel van de noodschakelaar, zich bevindende of aan de buitenzijde van de cabine of in het voorportaal, de cabine stroomloos maken en het zaallicht hiermede ontsteken. Het ergste wat er nu gebeuren kan is, dat de brand van de ene op de andere machine over slaat (als deze ten minste geladen is) of op de omspoeltafel. Als alles in de cabine behoorlijk in orde is, kan er op die manier ten hoogste driemaal 600 Meter film verbranden en dan nog in etap pes. Bij gebruik van twee machines zetten wij immers niet meer dan 600 Meter film op onze spoelen. De verdere voorraad film behoort zich te bevinden in een hard houten brandvrije kast. Deze kasten zijn algemeen bekend: elke 600 Meter spoel is afzonderlijk achter een schuif opge borgen. Laat de operateur niet proberen om de film- brand te blussen. Dat is toch onmogelijk. Hoog stens kan men ongelukken maken. De cabine moet volgens voorschriften zo zijn ingericht, dat zij door goed werkende brand- kleppen hermetisch van de zaal is gescheiden. Deze brandkleppen of cabinevensters vallen ogenblikkelijk bij het begin van de brand dicht en sluiten de cabine van de zaal rook- en vlam- vrij af. Controleer geregeld, of de magneten van de cabinevensters werken. Hebt U cabinevensters zonder magneten, ziet er dan op toe, dat het stukje schietkatoen of film boven het filmvenster niet door een touwtje is vervangen. Bij brand in de cabine zal bij menigeen de neiging opkomen om water te geven door middel van de boven de projectoren aangebrachte sproeiers. Die nei ging moet men onderdrukken. Gebruik deze sproeiers nooit. Zij helpen ook niet, want film brandt ook onder water. Het enige, dat met water wordt bereikt is dat datgene wat anders in de cabine aan toestellen en versterkers nog gered zou kunnen worden grondig wordt be dorven. Bij dit alles gaan wij uit van de veronderstel ling, dat de cabine van brandvrij materiaal is gebouwd, niet gebruikt wordt als bergplaats voor kleren, pakpapier en ander brandbaar materiaal, dat de cabinevensters van goede kwaliteit zijn en prima werken, dat de voorgeschreven ont luchting in orde is en dat de filmvoorraad is opgeborgen zoals het behoort. Velen van ons herinneren zich nog de cabine- brand in Helmond, waarbij drie mensenlevens te betreuren waren. De oorzaak van de brand staat niet volkomen vast. Vermoed wordt, dat wijlen de heer Tersteeg de boventrommel van de machine heeft geladen, terwijl hij een sigaar rookte. Deze sigaar kwam in aanraking met de film, die onmiddellijk vlam vatte. Een steekvlam BRAND!

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1948 | | pagina 25