en voorts: dat de Nederlandsche Bioscoop-Bond door de uitvaardiging van daartoe strekkende reglementen en reglementsbepalingen van be- drijfszijde het nodige zal doen om de Stichting aan haar doel te doen beantwoorden; dat deze Stichting dienstbaar gemaakt behoort te worden aan de be vordering van de filmcul tuur in Nederland in het algemeen en hiertoe ook behoort de bevordering van het in archief brengen van films en de daaraan verbonden werkzaamheden, volgens nader te stellen regels De Stichting is geves tigd in het pand Heren gracht 590—592 te Am sterdam. Tot directice is benoemd Mevr. H. Pelster-Knoblich. Hoe wel de Stichting voorlo pig met haar werkzaam heden is begonnen zal het gebouw in September a.s. officieel worden ge opend. Alvorens men van de zijde van de Nederland sche Bioscoop-Bond tot de stichting van dit in stituut kon geraken, was een wijziging van de be palingen van het Be- drijfsreglement op de Lijst van Geen Bezwaar noodzakelijk. Dit ge schiedde door de Algemene Ledenvergadering op 29 April 1947, waarbij o.m. werd bepaald, dat het voortaan aan de leden verboden zal zijn films te leveren ten behoeve van voorstellin gen, waarmede door de organisatoren niet beoogd wordt het behalen van geldelijk voordeel z.g. niet-commerciële vertoningen tenzij zulks geschiedt om of door bemiddeling van het Ne derlands Filminstituut. De Voorzitter van de Raad van Beheer van de Stichting Nederlands Filminstituut, oud-minister Prof. Dr. G. van der Leeuw Onder zijn ministerieel beleid werd de filmkunst voor het eerst een voorwerp van Overheidszorg in Nederland Het Hoofdbestuur kan van dit verbod dispen satie verlenen. Deze dispensatie-mogelijkheid is in het betrokken reglement opgenomen ten einde te voorkomen, dat enige kleinere ondernemingen, die zich in hoofdzaak op het culturele terrein bewegen, door deze centrale levering zullen wor den geschaad. Voorts is in artikel 6 van het Gewijzigd Re glement op de Lijst van Geen Bezwaar onder let ter J. een nieuwe bepa ling ingevoegd, luidende: ,,Het Nederlands Filminstituut wordt geplaatst op de Lijst van Geen Bezwaar met vermelding, dat het met uitsluiting van an deren bemiddelt en re gelt de filmvoorziening ten behoeve van niet- commerciële vertonin gen". Het is een gelukkig ding, dat de meeste le- den-filmverhuurders de betekenis van dit insti tuut hebben begrepen en het door het beschikbaar stellen van cultureel werk een uitstekende start mogelijk maken. Bedriegen de tekenen ons niet, dan bestaat er in den lande grote be langstelling voor dit cul turele werk. Wij hopen van harte dat het Neder lands Filminstituut ten volle aan zijn bedoeling moge beantwoorden en dat het ten spoedigste ook de taak van hogere orde, die het zich heeft gesteld, n.1. het bevor deren van de filmwetenschappelijke beoefening, ter hand moge nemen door het organiseren van lezingen, het geven van voorlichting en het verspreiden van een gezonde publiciteit over films.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1948 | | pagina 5