6
Het Hoofdbestuur heeft thans bij de Ledenraad
een voorstel ingediend tot prolongatie van het
Bedrij f sbesluit in zake de uitvoering der Devie-
zenregeling van 25 Augustus 1947 in gewijzigde
vorm, met dien verstande, dat het aantal ver
plichte zogenaamde niet-Amerikaanse weken
wordt teruggebracht tot 12.
Met het oog op de te verwachten beschikbaar
stelling van betalingscontingenten voor het ko
mende deviezenjaar stelt het Hoofdbestuur aan
de Raad voor genoemd Bedrijfsbesluit voor één
jaar te prolongeren.
Door de heren L. W. R. Meyer, Ch. van
Biene, J, L. Paerl, J. J. ter Linden en J. Nijland Jr.,
allen lid van de Ledenraad, werd een voorstel
ingediend bij het Hoofdbestuur, inhoudende een
aanvulling van artikel 10A van het Gewijzigd
Algemeen Bedrijfsreglement, met het verzoek dit
voorstel aan de Raad ter beslissing voor te
leggen.
Met belangstelling heeft het Hoofdbestuur ken
nis genomen van dit voorstel tot aanvulling, ten
doel hebbend een bescherming in de geest van
het Huurbeschermingsbesluit te verlenen aan le-
den-exploitanten, wier contracten dreigen te
eindigen, zonder dat omtrent de prolongatie
daarvan overeenstemming is verkregen met de
verhuurder.
De vorm, waarin dit voorstel is ingediend, doet
onmiddellijk de vraag rijzen of de rechter, in
dien hem een geschil over de geldigheid van dit
nieuwe artikel 10A zou worden voorgelegd, zulk
een bepaling zou sanctionneren.
Het valt niet te verhelen, dat de verhuurder
van het betrokken pand zich op deze wijze ern
stig beknot kan gevoelen in de uitoefening van
zijn eigendomsrechten, terwijl aan de huurder
een wel zeer grote macht wordt gegeven.
De indieners stellen, dat alleen wanneer de
REGLEMENT NEDERLANDSE FILMS
Vertoning aangewezen en aanbevolen films
Artikel 3
De Ieden-exploitanten van de Nederlandsche Bio
scoop-Bond brengen in elk der door hen in Nederland
gedreven bioscopen per kalenderjaar twaalf Neder
landse films ter vertoning, voorzover dit aantal beschik
baar is ingevolge een door het Hoofdbestuur aangeleg
de lijst van „aangewezen en aanbevolen films" als
bedoeld in artikel 6 van dit Reglement, met dien ver
stande dat in gemeenten met meer dan één bioscoop
twee derde en in gemeenten met meer dan twee
bioscopen de helft (naar boven af te ronden) van het
op genoemde lijst geplaatste aantal films per bioscoop
worden vertoond tot een maximum van twaalf.
huurder aanleiding tot niet-verlenging heeft ge
geven, de toestemming tot exploitatie mag worden
verleend aan de eigenaar-verhuurder of aan een
derde, aan wie de eigenaar-verhuurder voorne
mens is het gebouw te verhuren.
Hier doet zich de kwestie voor, wanneer zulk
een aanleiding is ontstaan. Bij de beoordeling
daarvan zou men, volgens de hier gebezigde for
mulering, geheel afhankelijk zijn van de toestem
ming van de huurder-exploitant. Deze formule
ring is zo vaag, dat zij aanleiding kan geven tot
een ongekende hoeveelheid geschillen.
Het is op deze gronden, dat het Hoofdbestuur
meent aanneming van het onderwerpelijke voor
stel in deze vorm te moeten ontraden.
Het Hoofdbestuur meent de oplossing van deze
moeilijkheid te ondervangen door aan de Raad
een regeling voor te stellen, analoog aan de in
het Huurbeschermingsbesluit vastgelegde rege
ling, in welk besluit eveneens de belangen van de
huurder speciaal worden gewaarborgd. Ook dit
besluit beperkt het beschikkingsrecht van de eige
naar en de rechter, die hiermede vertrouwd is,
zal, indien naar objectieve maatstaven is geoor
deeld, er niet snel toe komen een beslissing vol
gens dit besluit genomen, nietig te verklaren.
Het voorstel van het Hoofdbestuur komt in het
kort hierop neer, dat, indien een contract tussen
verhuurder en exploitant beëindigd dreigt te wor
den, en partijen het over de prolongatie niet eens
zijn geraakt, het lid-exploitant zich kan wenden
tot het Hoofdbestuur, dat de nieuwe aanvrager
niet zal toelaten resp. van tevoren aan de ver
huurder zal doen weten, dat op zulk een toela
ting niet valt te rekenen, indien deze van de ge
legenheid tot arbitrage geen gebruik maakt, waar
bij deze arbitrage aan een nader te bepalen aan
tal normen gebonden zal zijn. De arbitrage zal
in principe tot verlenging beslissen, tenzij
a. de huurder of gewezen huurder het gebouw
onbehoorlijk gebruikt;
b. met betaling van de huurpenningen achter
stallig is;
c. weigert toe te stemmen in een redelijke ver
hoging van de huurprijs;
d. de economische en maatschappelijke belangen
van de eigenaar verre uitgaan boven die van
de huurder-exploitant.
Op deze wijze wordt, naar het oordeel van het
Hoofdbestuur voor de leden-exploitanten een
zelfde bescherming verkregen als de indieners
beogen, met dit onderscheid, dat deze bescher
ming steun vindt in het recht en de eigenaar de
gelegenheid heeft gehad om in gevallen van ge
rechtvaardigde klachten of belangen deze ken
baar te maken en te doen beoordelen.