GROOT-BRITTANNIE
ZWITSERLAND
24
School voor scenaristen
Op het ogenblik wordt in de Pinewood studio's
een uitstekend denkbeeld in practijk gebracht,
waaraan in de vakpers niet die aandacht is be
steed, welke het eigenlijk verdient, n.1. de Indepen
dent Producer's cursus voor scenaristen, waartoe
de bekende filmauteur Gordon Wellesley het
initiatief heeft genomen.
Wellesley is een ervaren schrijver en wat
hier vooral van belang is een zeer bekwaam
scenarist, die dit uiterst moeilijke filmmétier vol
komen beheerst. Hij is thans leider van de crea
tieve afdeling van de Pinewood studio's en hij
is er van overtuigd, dat jonge mensen met enig
talent kunnen worden opgeleid en zich kunnen
ontwikkelen tot behoorlijke scenaristen.
Deze opleidingscursus voor filmschrijvers heeft
ten doel bekwame filmauteurs te vormen, waarbij
volgens Wellesley het zwaartepunt ligt in de
selectie van de kwekelingen. Hij is van mening
dat de candidaten „door en door filmminded moe
ten zijn en moeten kunnen denken en voelen in
filmtewnen."
Het schema van deze inderdaad zeer grondige
opleiding voorziet in een practische training van
ten minste twee jaren. De cursisten worden als
schrijver te werk gesteld op de afdeling, waar sce
nario's voor nog niet in productie zijnde films wor
den voltooid. Gedurende het eerste jaar van hun
opleiding worden zij in de gelegenheid gesteld
zoveel mogelijk ondervinding van elke aard in de
practijk op te doen, van het controleren van proef-
opnamen af en van de arbeid van de diverse af
delingen van de studio's tot aan het bijwonen van
de „story conferences", waar het filmverhaal tij
dens langdurige besprekingen zijn definitieve vorm
krijgt.
Intussen bestaat hun vaste taak in het lezen van
verhalen, het maken van synopsissen en het becri-
tiseren en erbeteren van ideeën. Zodra zij wat
meer gevorderd zijn, ontvangen zij practische richt
lijnen van producers en wordt hun toegestaan be
scheiden bijdragen te leveren voor draaiboeken.
De gedachte, welke aan dit trainings-schema ten
grondslag ligt, is de cursist vertrouwd te maken
met alle phasen der filmvervaardiging zodat hij
in staat is de eisen, welke elke afzonderlijke af
deling van de studio stelt, direct te begrijpen en te
bezien van uit het oogpunt van de auteur en hen
te gelijker tijd te doen profiteren van de ruime
kennis en ervaring van bekwame scenaristen, ten
einde daardoor zijn aangeboren talent in deze
richting tot ontwikkeling te brengen.
Zoals Wellesley zegt, alles hangt in de eerste
plaats af van de keuze van de juiste man, maar
gesteld dat dit het vereiste individu is,dan zal een
dergelijke training naar alle waarschijnlijkheid wel
uitstekende resultaten moeten afwerpen. In elk
geval, indien er al een stadium is in het moeizame
proces van de filmvervaardiging dat een uitstekend
getraind brein vereist, dan is het wel de creatie
van het filmverhaal.
Vergadering Zwitserse Filmkamer
De Zwitserse Filmkamer heeft onlangs wederom
haar jaarvergadering te Bern gehouden on
der leiding van haar voorzitter, de ex-staatsraad,
M. Antoine Borel.
De Kamer heeft kennis genomen van de resulta
ten van de voorbereidende werkzaamheden der
studiecommissie voor filmwetgeving. Zij heeft zich
om principiële redenen uitgesproken tegen invoe
ring van een wet, die de verschillende takken van
het filmbedrijf (productie, verhuur en exploitatie)
zou onderwerpen aan een stelsel van vergunningen,
daar daarin reeds door de maatregelen, welke door
de betrokken bedrijfsorganisaties in het kader van
haar statuten zijn getroffen, wordt voorzien. An
derzijds heeft zij een voorontwerp verworpen van
een wet ter bescherming van het Zwitserse film
bedrijf tegen absorptie door buitenlandse onder
nemingen en door trusts.
De Kamer was daarentegen unaniem van oor
deel, dat het probleem van de filmwetgeving zou
moeten worden opgelost op basis van een grond
wetsherziening, door in de federale constitutie een
artikel in te voegen, dat niet alleen een wetgeving
op het gebied van het filmbedrijf zou toestaan,
maar ook op dat wat betrekking heeft op algemene
en culturele belangen die de film raken.
Aan de hand van het bestuursverslag, dat door
het hoofd van het secretariaat werd voorgelegd,
lichtte deze de Kamer in over de nieuwe op handen
zijnde regeling inzake de contingentering van de
import van hoofdfilms, welke nieuwe maatregelen
een betere aanpassing van de filmmarkt aan de
werkelijke behoeften van het land en anderzijds de
invoer van smalfilms mogelijk moeten maken.
Eveneens kwam ter sprake het principe van het
aandeel der verhuurders in de recettes alsmede
verschillende productieplannen voor Zwitserse
hoofdfilms.
Van over de Grenzen