26
uitspraak de toekomstige verhoudingen van het
Amerikaanse filmbedrijf ten sterkste zal beïnvloe
den.
Het Hooggerechtshof bevestigde de conclusie
van het vonnis, dat door het United States District
Court voor het district Zuid van New-York op
31 December 1946 in deze zaak werd gewezen
{zie Officieel Orgaan No. 135), wat betreft op
gelegde prijsfixering aan exploitanten door pro
ducenten-verhuurders, block-booking, pool-over-
eenkomsten, verbod van sommige vormen van
clèarance enz., maar wees de in laatstgenoemd
vonnis gegeven voorschriften betreffende de wijze
waarop filmcontracten moeten worden afgesloten,
scheiding van productie en exploitatie alsmede uit
sluitingsbepalingen wederom ter beslissing naar het
lagere Hof terug.
De algemene opinie is, dat het Amerikaanse
filmbedrijf ten gevolge van deze beslissingen op de
duur gedwongen zal worden zijn methoden van
verhuur en exploitatie drastisch te herzien.
o
Naar de Motion Picture Association of Ame
rica mededeelt, is de Amerikaanse filmindustrie
er thans toe overgegaan de openbare bibliotheken
in de Verenigde Staten in staat te stellen films
uit te tenen, zoals zij dit met boeken doen aan
groepen, die zich bezig houden met het geven
van leergangen aan volwassenen ter algemene
ontwikkeling van het volk (zoals in Nederland
de volkshogescholen en de volksuniversiteiten).
Een speciale keuze-commissie van paedagogen
heeft 178 films gekozen uit een aantal van meer
dan 400 korte films, welke oorspronkelijk werden
geproduceerd voor vertoning in de bioscopen.
De 178 films in kwestie worden door een op
niet-commerciële basis geschoeide instelling welke
nauw verbonden is met de M.P.A.A., gedistri
bueerd onder de bibliotheken, die ze op haar
beurt uit zullen lenen aan bovengenoemde
groepen.
De keuze-commissie werkt onder supervisie
van de American Association on Adult Educa-
tion. In meer dan dertig grote steden hebben
reeds bibliotheken zendingen films ontvangen.
o
AANVULLINGSREGLEMENT BONDS-
VOORWAARDEN
Verzuim der vertoningsverplichting en overmacht
Artikel 12.
Indien de exploitant met de vertoningsverplichting
in gebreke blijft, wordt de te vergoeden auteursprijs
bepaald naar een opbrengst als van een uitverkocht
huis gedurende alle overeengekomen voorstellingen
over het tijdvak, waarin de exploitant in gebreke is.
Ten aanzien van overmacht geldt het bepaalde in
de artikelen 24 en 11 der Bondsvoorwaarden.
-□
Volgens een mededeling van het Amerikaanse
Ministerie van Handel, heeft de Amerikaanse
export van niet-ontwikkelde speelfilms een scher
pe daling te zien gegeven, terwijl die van ont
wikkelde nieuwe films slechts een geringe achter
uitgang toonde gedurende de eerste zes maanden
van dit jaar.
In de eerste helft van dit jaar werd in totaal
een hoeveelheid van 46.132.403 meter aan niet-
ontwikkelde films geëxporteerd in vergelijking
met 77.181.107 meter gedurende de eerste 6 maan
den van 1947.
Van ontwikkelde films werd in totaal 46.132,403
meter geëxporteerd tegen 48.130.590 gedurende
de eerste zes maanden van 1947.
De verscheping van filmtoestellen van elk genre
stond, wat aantal betreft, ongeveer gelijk met die
van het vorige jaar. In totaal werden 8708 toe
stellen ter waarde van 865.686 gedurende het
eerste halfjaar van 1948 geëxporteerd, in verge
lijking met 8457 toestellen ter waarde van
$925.745 in 1947.
Alles bij elkaar genomen, dus met inbegrip van
camera's, schijnwerpers, geluidinstallaties, boog-
lampen en alle voor de filmindustrie benodigde
installaties, bleef de totale uitvoer ongeveer 10
ten achter bij die van 1947.
Zwitserland
Naar een der in Zürich verschijnende dagbla
den mededeelt, koestert de Bondsregering plannen
om hogere inkomende rechten te heffen op de 45G
tot 500 buitenlandse hoofdfilms, die jaarlijks wor
den ingevoerd. Op het ogenblik wordt voor deze
films slechts een zeer gering inkomend recht ge
heven en wel frs. 60 per 100 kg. netto-gewicht.
Men overweegt, dat, in tegenstelling tot deze
redelijke douane-rechten, de Zwitserse film in het
buitenland te kampen heeft met hoge belastingen.
Men acht weliswaar de douane-rechten, zoals
die in de Benelux-landen worden geheven, billijk,
maar daarnaast zijn de opbrengsten aan auteurs
rechten van de Zwitserse films in verscheidene
andere landen onderworpen aan hoge inkomsten
belastingen. Zo worden onder meer in de Ver
enigde Staten van Noord-Amerika ongeveer 30
van de bedragen, die voor auteursrechten ver
schuldigd worden, door de fiscus geïncasseerd,
terwijl de Britse fiscus gedurende de eerste zes
maanden van dit jaar, dat wil zeggen tot aan het
in werking treden van de Anglo-Amerikaanse
overeenkomst, niet minder dan 75 eiste.
Zwitserland wil thans een bescheiden inkomend
recht gaan heffen, naar het voorbeeld der Bene
lux-landen,