VAN DE NEDERLANDSCHE BIOSCOOP-BOND 1 REDACTEUR: J. G. J. BOSMAN, AMSTERDAM WANNEER dit nummer van ons Bondsblad verschijnt, leven de plech tigheden en festiviteiten rond de inhuldiging van Koningin Juliana voort in onze herinnering, een her innering aan schone en gelukkige dagen, waarop de weemoed van het afscheid onzer bejaarde Landsvrouwe in vreugde verkeerde over de blijde incomste van Haar, die als erfprinses reeds lang aller genegenheid verworven had; een herinnering ook aan de praal en de schittering rond de troon ten toon gespreid in een mate, welke men tot het verre verleden waande; aan de manifestatie tenslotte van de verbondenheid van vorstenhuis en volk, waarin wij meer dan ooit, één bleken te zijn. Nimmer tevoren was er zulk een medeleven met nationale gebeurtenissen. Voorzover men niet met eigen ogen de plechtigheden of de vorstelijke rond ritten heeft kunnen aanschouwen, hebben de publi citeitsmedia de burgerij ten volle aan de gebeurte nissen doen deelnemen. Bovenal was het deze keer het oog der filmcamera, dat heel Nederland, ja heel de beschaafde wereld tot toeschouwer maakte. Bij kans geen détail van betekenis of het is verfilmd! Dit is mogelijk geworden, doordat zowel het Hof als de Overheid hun inzichten omtrent de taak van de journalistiek geleidelijk gewijzigd hebben in dier voege, dat zij deze aangepast hebben aan de eisen van deze tijd en aan de filmreportages een plaats hebben toegekend naast krant en radio. Dat men hierbij de grootst mogelijke medewerking heeft verleend en maatregelen heeft getroffen welke technisch een filmreportage mogelijk maakten, moge tot grote erkentelijkheid stemmen. In het bij zonder verdient de Regeringsvoorlichtingsdienst hiervoor hulde. Het vervult ons met trots, dat onze leden, die het filmjournaalbedrijf uitoefenen, voor hun verant woordelijke taak in deze dagen niet alleen bere kend bleken te zijn, maar er bovendien naar ge streefd hebben een resultaat te bereiken, dat alom met grote waardering is ontvangen en de Pers deed uitroepen: Hulde aan onze collega's van de film!". De opnamen, de ordening ervan, de compositie van geluid en beeld, de regie van het geheel, hebber een documentaire doen ontstaan, in overeenstem ming met de wetten van de film. Bewust of onbe wust moet bij de vervaardiging menige wenk vai onze veelgesmade filmcritici ter harte zijn genomen OFFICI EEL ORGAAN Herinnering

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1948 | | pagina 3