j BIJ EEN AFSCHEID f D e heer D. van Staveren, aan wie wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd met ingang van 1 October a.s. eervol ontslag werd verleend als Voorzitter van de Centrale Commissie voor de Filmkeuring, welke functie hij gedurende ruim twintig jaar met ere bekleedde, heeft op Dinsdag 28 September j.l. van deze Commissie afscheid genomen. De buitengewone vergadering van de Centrale Commissie, die in de Rolzaal te 's-Gravenhage werd gehouden, had daardoor een bijzonder karakter. De belangstelling was zeer groot. Nagenoeg alle feden der Commissie waren aanwezig, terwijl ook Z.E. Mr. J. H. van Maarseveen, de Minister van Binnenlandse Zaken, de ver gadering met zijn tegenwoordigheid vereerde. Ook waren onder meer aanwezig Mr. J. M. Kan, Raadadviseur van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, het voltallige Dagelijks Bestuur van de Nederlandse Bioscoop-Bond en de Bondsdirecteur. Bij de verschillende toespraken is nog eens op ondubbelzinnige wijze naar voren gekomen hoezeer het werk van de heer Van Staveren, die vorm en inhoud heeft gegeven aan een zo delicaat iets als de filmkeuring, zowel door de Regering als door zijn naaste medewerkers, de leden van de Centrale Commissie, werd gewaar deerd. Onder grote bijval speldde de Minister van Binnenlandse Zaken, die de heer Van Staveren de hoogste lof toezwaaide die aan een scheidend ambtenaar kan worden gegeven, hem het Ridderkruis van de Orde van de Neder landse Leeuw op de borst. Voorts werden de verdiensten van de scheidende functionaris met grote eloquentie en in fijnzinnige bewoor dingen nog eens in het licht gesteld door het lid van de Huishoudelijke Commissie, de heer P. L. Gerritse, die van de instelling der Centrale Commissie af met hem heeft samengewerkt. Verschillende leden van de Centrale Commissie, o.m. Prof. Dr. F. L. R. Sassen, hebben eveneens de heer Van Staveren toegesproken en ook maakte de nieuwe Voorzitter van de Centrale Commissie, de heer F. H. J. M. A. von Freytag Drabbe, van deze gelegenheid gebruik zijn voorganger hulde te brengen en hem dank te weten voor de wijze waarop deze hem heeft ingeleid. De heer Van Staveren heeft in een uitvoerige rede een terugblik geworpen op de omvangrijke arbeid, die achter hem ligt, en niet zonder ontroering dank gebracht aan allen, die hem bij zijn moeilijke taak hebben gesteund, in het bijzonder de leden van de Huishoudelijke Commissie, daarbij de hoop uitsprekend, dat hij ook in de komende jaren aan de problemen op het gebied van de film zijn beste krachten zal mogen wijden. Bij deze wens sluiten wij ons van harte aan. Laten wij hopen, dat met het heengaan van de heer Van Staveren niet een bepaald tijdperk van de geschiedenis der filmkeuring in Nederland wordt afgesloten. Het is zijn grote verdienste, dat hij een wet, practisch onhanteerbaar doordat zij ingrijpt in de geestelijke vrijheid op een bepaald terrein van uitingsvormen, aan de hand van een gelukkig geformuleerd uitvoeringsbesluit n.l. het Bioscoop- besluit van 22 December 1927, zó heeft toegepast, dat deze toepassing geworden is tot een practijk, die ener zijds de waarborgen biedt welke de Overheid zich bij het totstandkomen der wet voor ogen had gesteld, ander zijds de geestelijke vrijheid niet méér aantast dan volgens de begrippen der Overheid strikt noodzakelijk is Hierdoor is de rechtszekerheid voor het film- en bioscoopbedrijf, die, hoewel zij in de wet ligt opgesloten, bij een verkeerde toepassing het bestaan van dit bedrijf onmogelijk zou hebben gemaakt, tot een levende werke lijkheid geworden. Vandaar dat in ons bedrijf voor de arbeid van de heer Van Staveren grote waardering bestaat, een waar dering, die de Voorzitter van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, de heer M. P. M. Vermin, tijdens de op de buiten gewone vergadering volgende receptie in hartelijke bewoordingen tot uiting heeft gebracht. De scheidende Voor zitter der Centrale Commissie is namens het Hoofdbestuur van de Nederlandsche Bioscoop-Bond een bloemenhulde aangeboden en hem werd tevens het verzoek gedaan om naar Amsterdam te komen en daar afscheid te nemen van het bedrijf, waarmede hij tijdens zijn langdurige werkzaamheid zoveel contact heeft onderhouden. De heer Van Staveren heeft deze uitnodiging aanvaard en zo zullen de Bondsleden in de gelegenheid worden gesteld hem de hand te drukken tijdens een receptie, welke Maandag 4 October a.s. in een der zalen van hotel Krasnapolski te zijner ere zal worden gehouden. Wij wensen de heer Van Staveren nog vele jaren van vruchtbare arbeid toe op filmgebied, er op rekenend in hem een verdediger te zullen vinden van de goede film, waarvoor hij altijd een warme belangstelling aan de dag heeft gelegd en wij hopen, dat wij ook op zijn levensavond met hem een contact zullen mogen onderhouden, nauwer dan dit uiteraard kon zijn toen hij nog in zijn ambtelijke functie was. ^ti itiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiririiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitifiiiiiiiiiiriiiiiiiiittrfiitiiiriiiiitiiiiriiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiriiiiiiiiiii^iiiiiJtiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiitimttt iiiini^^ =riintiiiii iiriiMirfiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiictiMiniiitiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiii iiiiiitiiiiiiiiitttiiiitiftiiiiiiiiiiiuiiitiixiiiiiiitiif iiimi liiiiiiiiiiiMifiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiMMiiiiiiiiiiiiiitiitiiiiiiiiitiiii n"^

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1948 | | pagina 5