CANDIDAATSTELLING LEDEN HOOFDBESTUUR 8 zal zijn en hoewel wij met het volste vertrouwen adviezen en inlichtingen tegemoet zien, welke on ze vertegenwoordiger in de Rijkscommissie ons tijdig zal verstrekken, is het het Hoofdbestuur wenselijk voorgekomen andermaal een uitgebreide commissie samen te stellen van vertegenwoordi gers uit het bedrijf, opdat men zich met het vraag stuk der televisie met alle facetten die daaraan zijn verbonden, meer vertrouwd make. Welke richting zal zij uitgaan? Zullen de films zoals wij die thans kennen, worden geteleviseerd of zal de televisie zich voor wat het ontspannings gedeelte betreft in hoofdzaak beperken tot een speciale televisie-productie, welke een geheel nieuw visueel element in het bewegende beeld zal gaan betekenen. In welke mate zal de televisie verdeeld worden over de huiskamers en in welke mate over ruimten, waar meerdere personen de uitzending kunnen volgen? In welke mate zal zij dus èn invloed heb ben op het filmprogramma èn op het zien en waar deren van de films? In welke mate op de wijze van exploitatie, in welke mate op de filmbelang- stelling en op de exploitatie-uitkomsten?" Spreker zette uiteen, dat voor een juiste beant woording van al deze vragen zeer uitgebreide oriëntering noodzakelijk is, en wel op korte ter mijn. Een oriëntering, die zowel technisch, juri disch, cultureel als commercieel zal moeten zijn. ,,Ik hoop", besloot de heer Vermin, ,,dat Uw Commissie er in zal slagen het gecompliceerde vraagstuk, dat U thans wordt voorgelegd, onder de knie te krijgen en ik hoop tevens, dat U in staat zult zijn van tijd tot tijd, als het kan niet met te lange tussenpozen, het Hoofdbestuur van advies te dienen, want ik zou ten slotte nog willen op merken, dat, zonder Uwe gewaardeerde deskun dige adviezen, het voor het hoofdbestuur zeer moeilijk zou zijn, de juiste beslissingen te rechter tijd te nemen. Voor de bereidwilligheid, waarmede Gij allen aan de uitnodiging van het Hoofdbestuur gevolg hebt gegeven, dank ik U ten zeerste. Ik vertrouw op Uw arbeidslust en op Uw in zichten in de algemene belangen van ons bedrijf. Moge Uw werk spoedig vruchten afwerpen welke allen, die in het film- en bioscoopbedrijf werkzaam zijn, tot voordeel strekken, en waarbij ook het publiek belang baat vindt." De heer R. Uges Jr. dankte de Bondsvoorzitter voor het vertrouwen, dat het Hoofdbestuur in de leden van de televisie-commissie stelt en noemde het een verheugend feit, dat in deze commissie verscheidene Bondsleden zitting hebben, die reeds voor de oorlog een intensieve studie van het tele visie-vraagstuk hadden gemaakt. Dit was voor hem een garantie, dat zou kunnen worden voort gebouwd op hetgeen reeds voor de oorlog was verricht. Na een korte uiteenzetting te hebben gegeven van de taak, die de televisie-commissie te vervul len heeft, besloot spreker met de hoop uit te spre ken, dat haar werkzaamheid het Nederlandse film en bioscoopbedrijf ten nutte moge strekken. Op voorstel van de heer E. Alter werd vervol gens de heer Uges met algemene stemmen tot voorzitter der commissie gekozen en, hoewel hier mede feitelijk het officiële gedeelte van deze bij eenkomst was afgesloten, bleven de leden van het Dagelijks Bestuur en van de commissie nog gerui me tijd bijeen in een algemene gedachtenwisse- ling over de vele aspecten, die aan de toepassing van de televisie verbonden zijn. Ingevolge het bepaalde in artikel 12 C. van het Algemeen Bondsreglement heeft het Hoofdbestuur de leden per circulaire medegedeeld, dat dit jaar de volgende leden van zijn College aan de beurt van aftreden zijn: M. P. M. Vermin, Voorzitter R. Uges Jr., lid-exploitant J. Weening, lid-filmverhuurder. In deze vacatures zal worden voorzien in de Jaarlijkse Algemene Ledenvergadering, die uiterlijk op 28 Maart a.s. zal worden gehouden. Het Hoofdbestuur nodigt de leden uit om ten minste vier weken voor de datum der Jaarverga dering aan het Bondsbureau opgave te doen van de namen en voornamen der gewenste candidaten. De candidatenlijsten moeten door ten minste elf leden worden ondertekend. In de keuze van de Voorzitter is de vergadering geheel vrij, met dien verstande, dat hij zelf of zijn maat- of vennootschap, vereniging of stichting lid moeten zijn van de Bond. Verder moet gekozen worden een lid, dat moet zijn eigenaar, mede vennoot of bestuurder van een filmfabriek, filmpro ductiezaak, filmimportzaak of filmverhuurkantoor, terwijl in de derde vacature moet worden voorzien door de verkiezing van iemand, die is eigenaar, mede-vennoot, of bestuurder van een permanente of reizende bioscoop, die zich niet mag bezig hou den met filmfabricage, filmproductie, filmimport of filmverhuur, tenzij hij bestuurslid is van een plaat selijke of provinciale afdeling van exploitanten.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1949 | | pagina 10