U^J/lc ->+*~y$: £>CJ Het Nederlandsche Roode Kruis dankt a<^ Ook de overeenkomst van ASCAP met de producenten is onwettig Rechter Leibell verklaarde verder, dat, ofschoon door de auteurswet aan ieder lid van de ASCAP een monopolie wordt verleend over zijn door au teursrecht beschermd werk, het onwettig is, dat de bezitters van een aantal door de auteurswet be schermde werken hun auteursrechten door een overeenkomst of een regeling verenigingen, zelfs i indien het slechts geschiedt met het doel hun' eigendomsrechten beter te beschermen. Voorts schreef hij, dat uit bewijsvoeringen in het onderhavige geval gebleken was, dat de AS CAP in de loop van 34 jaar „een monopolie heeft opgebouwd betreffende de muziek, die bij de ver vaardiging van films wordt gbruikt", en dat zij daardoor de antitrust-wetten geschonden had. Ook door haar overeenkomst met de producen ten maakte de ASCAP zich schuldig aan schen ding der antitrust-wetten, „welke overeenkomst de openbare vertoning van films voor het behalen van winst beperkt tot die theaters, welk een ver gunning van de ASCAP bezitten." De Rechter stelde voor hieraan een einde te maken door concessionnering bij de bron en ver klaarde: „Ongetwijfeld zou het een eenvoudiger en juistere regeling voor de bezitter van het au- teursreht zijn, rechtstreeks met de producent te onderhandelen zowel over het recht tot synchroni satie als over de opvoeringsrechten, wat de film producent in staat zou stellen beide rechten tege lijkertijd te verwerven, zodat hij op zijn beurt de film zou kunnen verhuren zonder van de exploi-^ te-urDrcchl xJjn, i echts Li etlu mei do producent te langen". „Maar", overwoog de rechter, „ik koester niet de minste twijfel, dat op de een of andere manier de geldswaarde voor de opvoeringsrechten door de bezitter van het auteursrecht zou worden ge- eist en ten slotte zou worden afgewenteld op de exploitant. Het eindresultaat zou zijn, dat de ex ploitant niet afzonderlijk zou worden belast voor de opvoeringsrechten, zoals nu door ASCAP ge schiedt, maar dat hij voor die rechten zou wor- m belast 'm de totale huurprijs". Memorandum der producenten In de laatste week van October 1948 werd door de Society of Independent Motion Picture Produ cers en R.K.O. Radio een gemeenschappelijk me morandum bij het Federale Hof ingediend, waarin om bescherming werd verzocht tegen mogelijke verliezen betreffende reeds voltooide filmproduc ties. Zij vreesden ten gevolge van bovenvermeld rechterlijk bevel te zijner tijd gedwongen te zul len worden de opvoeringsrechten voor de muziek te moeten verwerven van alle films, wefke zij ge maakt hadden. Einde October besliste rechter Leibell, dat AS- CAP en zijn individuele leden geen betaling voor openbare opvoeringsrechten zouden kunnen innen van filmproducenten voor films, welke reeds ver vaardigd zijn. Verder stelde hij, dat een tegenwoordig lid vani de ASCAP ondanks eventueel bedanken voor het( lidmaatschap dezer vereniging toch „niet gerech tigd zou zijn uit hoofde van zijn onwettig gedrag in het verleden te incasseren door splitsing van openbare opvoerings- en synchronisatie-rechten". Vonnis bevestigt rechterlijke beslissingen Het New-Yorksche Hof heeft inmiddels op 12 November j.1. een vonnis gewezen in de zaak van de ITOA versus ASCAP, dat bovenvermelde rechterlijke beslissingen bevestigt: ASCAP heeft gehandeld in strijd met de artikelen 1 en 2 van de Sherman Wet (antitrust-wet) en kan voortaan geen opvoeringsrechten meer verlenen en geen opvoeringsrechten voor enige muziekcompositie verwerven; componisten kunnen, zolang zij lid zijn van de ASCAP, niemand verplichten de op voeringsrechten van hun muziek te kopen, welke zij aan de filmproducenten hebben toegestaan te synchroniseren en zij mogen aan deze producen ten ook de opvoeringsrechten niet weigeren, zij mogen in feite deze rechten aan niemand anders verlenen; componisten kunnen verder de filmpro ducenten geen contractuele verplichting meer op leggen, dat de betrokken films slechts mogen wor den vertoond in die theaters, die een vergunning van de ASCAP hebben. Ten slotte wordt ASCAP veroordeeld alle gelden, welke zij op of na 15 Maart 1946 van eisers uit hoofde van enige ver- In een brief aan de Nederlandsche Bio- scoop-Bond deelt het Nederlandsche Roode Kruis mede, dat zijn inzamelactie in de bio- I scopen der Bondsleden een groot succes is geworden. „Rond ƒ95,000,is het prach- tige resultaat van de inspanning van veler krachten, waarvan het leeuwendeel door Uw organisatie werd gepresteerd", schrijft de Afdeling Voorlichting en Fondsenwerf ving, daarbij opmerkende, dat in een vijftien* tal bioscopen de collecte tot latere datum j moest worden uitgesteld, zodat het becijferde bedrag nog hoger wordt» Het schrijven besluit met een betuiging van erkentelijkheid voor de medewerking, welke het Nederlandsche Roode Kruis van de directies der bioscopen en haar personeel I mocht ondervinden. i i i i f ^MI lil IIM MIM MI til 1111IH U11VI irif il VI111 I>11T11MM1 II Ml tilllllllMIIMIIllllfltll llll IIIIII IIIIIIIIIIIIMIIIMIirill IMI llll III11111MI 111111111111 M llt 11 n 1111111 i^ e e 5 #fïiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiittitiiMiiiiiiiiiiiiiiitiiiiii]iiiiiiiiiiiiiiiiiiii}iiiiiiiiiiiiiiiitiiitt[iititiHittiiiitiiiifrttiiiï*tiiiiittiiiiiuniriiiiMitiittitn£3

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1949 | | pagina 15