Over kunst gesproken... 18 goureuze verhuursysteem met zijn clearances, franchises, formula deals, master agreements (zie Monopolie-proces Off. Orgaan no, 135) enz. niet mogelijk is. Hoe zijn Je vooruitzichten? Men kan een zo riskant en kostbaar iets als een filmindustrie niet gaande houden zonder zich van te voren verzekerd te weten van een bepaald afzetgebied. Een filmproductie als de Amerikaanse heeft een wereldmarkt nodig, maar daar zijn haar vooruitzichten op het ogenblik allesbehalve roos kleurig. Hollywood staat voor een raadsel. De Ameri kaanse filmproducenten hadden verwacht, dat het United States Recovery Programme (Europees Herstelprogramma) een effectief hulpmiddel zou zijn bij hun pogingen om nieuwe en grote afzet markten te veroveren, maar het tegendeel ge schiedde. Er zijn zestien landen betrokken bij dit Herstelprogramma, die alle België uitgezon derd beperkende maatregelen hebben geno men ten aanzien van de Amerikaanse films. Einde Augustus gaf de Amerikaanse filmvak- pers onomwonden te verstaan, dat de buitenlandse afdelingen van de major companies een moeilijke tijd zouden krijgen en dat deze maatschappijen vaker bij de diplomatieke vertegenwoordigers van de regering der Verenigde Staten zouden moeten aankloppen om haar hulp te verlenen bij haar pogingen om een totale ineenstorting van haar overzeese exploitaties te voorkomen. Bij verschillende gelegenheden heeft het State Department (Ministerie van Buitenlandse Zaken) er bij de Amerikaanse filmmaatschappijen op aan gedrongen voort te gaan met haar films op de overzeese markt te vertonen, zelfs al kunnen zij geen dollars krijgen voor haar verhuur. Bij het in werking treden van het Herstelpro gramma heeft de Amerikaanse regering voor on dernemingen, die voorlichtingsmedia produceren en distribueren 15.000.000 toegezegd gedurende de eerste twaalf maanden van dit Herstelpro gramma en vervolgens 10.000.000 per jaar. De producenten van voorlichtensmedia verwachten hiervan ongeveer 4.000.000 toegewezen te krij gen, welk bedrag gedeeld moet worden tussen uitgevers van boeken en magazines en filmpro ducenten.-Men kan dit evenwel moeilijk een com pensatie noemen voor de beperkingen die de in - voer van Amerikaanse films op de Europese markt ondervindt. De Europese markt Groot-Brittannië, voor de oorlog Ame- rika's grootste afzetmarkt voor films, opent de rij van de landen, die de import van Amerikaanse films hebben besnoeid. In October j.1. werd bij algemene maatregel van bestuur de quota voor eerste Britse hoofdfilms vastgesteld op 45 en De Rotterdamse Kunststichting is voor geen klein geruchtje vervaard. Zij wil het plaatselijk culturele leven stimuleren door het stichten van een soort van cultureel centrum, een eenvoudig en doeltreffend plan, waarmede slechts een slordige achtentwintig millioen zou zijn gemoeid. Wat men ook van dit project moge zeggen, het bewijst in elk geval dat de toonaangevende kunst minnende kringen in de Maasstad oorspronkelijke, voor uitstrevende ideeën hebben. Zij verliezen zich niet in ijdele dromen, maar blijven met beide benen stevig geworteld in de realiteit. „Culturele zaken", zo rede neren zij, „kan men meestal alleen maar met ver lies exploiteren. Daarom zullen wij aan ons culturele centrum een commercieel gedeelte verbinden, dat zijn nederige bijdrage zal mogen leveren ter ondersteuning der Kunsten". Vandaar dat zij met een werkelijk fijnzinnig onder scheidingsvermogen hebben bepaald, dat het cultu rele gedeelte zal bestaan uit: a. een concertzaal met pl.m. 2000 plaatsen, waar ook tentoonstellingen en congressen kunnen worden gehouden; b. een kleinere zaal met pl.m. 750 plaatsen bestemd voor hetzelfde doel; c. een zaal met pl.m. 375 plaatsen voor kamermuziek en voordrachtskunst; d. leslokalen voor een conservatorium met gehoorzaal; e. ruimten voor een dansschool, toneelschool enz. enz., terwijl het commerciële gedeelte zal omvatten: a, een hotel; b. pl.m. 55 winkels; c. ruimte voor één of twee restaurants resp. cafetaria's; d. een kan torencomplex; e. een aantal flats; f. een rijwielstalling; g. een cabaret; h. een journaaltheater; i. een bioscoop voor pl.m. 1500 personen. Zelfs een scepticus zal moeten toegeven, dat dit een zeer verstandig plan is, dat slechts in het ge- inspireerde brein van een kunstminnaar kan zijn ont staan. Er zal dus mettertijd in Rotterdam een waardige tempel der Schone Kunsten verrijzen en de lieftallige Muzen zullen het „officieel-culturele" gedeelte be wonen, terwijl haar huisvestigingskosten zullen worden gedrukt door onderverhuur van het overige deel, wat bij de huidige woonruimtesituatie geen moeilijkheden zal opleveren. Ook haar jongere zuster de Filmkunst, die men om tactische redenen, weet u, ze is zo walgelijk popu lair liefst niet te veel op de voorgrond ziet treden, mag daar haar verblijf inrichten. Ze hoeft dan ten slotte niet aan de voordeur te ontvangen.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1949 | | pagina 20