20
vies in sommige landen te hebben gevolgd. Zo
werd reeds een aanzienlijk bedrag aan dollars
besteed aan filmvertoningen in Duitsland, waar
voor tot nu toe nog geen enkele overboeking heeft
plaatsgevonden.
België is het enige voor alle landen, die bij
het Marshall Plan betrokken zijn, dat als een vrije
markt voor films kan worden beschouwd.
In Luxemburg heeft men evenwel enige
restricties. Maar dit kleinste van alle Marshall-
landen met zijn 29 bioscopen legt weinig gewicht
in de schaal.
Dit zij in het kort de allesbehalve rooskleurige
vooruitzichten voor de Amerikaanse film in
Europa.
De situatie van de nlmmarkt buiten Enropa
De Amerikanen zijn evenmin optimistisch ge
stemd ten aanzien van hun overige afzetmarkten
voor films. Ook daar wordt de Amerikaanse film
belemmerd door quotas, belastingen en financiële
restricties van verscheidene aard. Het begint er
op te lijken, dat het Amerikaanse product zijn
lang gehandhaafde dominerende positie in Latijns-
Amerika zal moeten prijsgeven.
Argentinië heeft reeds sedert een jaar
geen dollars meer overgemaakt voor verschul
digde filmauteursrechten en heeft de import van
dollarfilms sinds dit voorjaar gestaakt.
Brazilië heeft de import van films gelimi
teerd tot 40 en C h i 1 i heeft het overgrote deel
van de over te maken dollarrevenuen geblokkeerd.
De producten van Hollywood zijn eveneens aan
restricties onderhevig in Australië en
Nieuw-Zeeland, terwijl India de remi
ses voor Aemerikaanse films heeft besnoeid tot
662/3 ofschoon ponden sterling vrij naar Groot-
Brittannië kunnen worden overgemaakt.
Zuid-Afrika is slechts een klein afzetge
bied voor Amerikaanse films met aanzienlijke be
lastingheffingen.
Ook in J a p a n werd een belangrijk bedrag aan
vertoningen van Amerikaanse films besteed (met
Duitsland tezamen reeds ruim een millioen dollar),
waarvoor nog geen enkele dollarbetaling werd
ontvangen.
In het kort samengevat kan men zeggen, dat
in bijna alle landen met een zogenaamde soft
currency op het ogenblik restricties worden toe
gepast ten aanzien van de landen met een hard
currency, in casu het dollargebied, en daar de
Verenigde Staten hier de belangrijkste filmleve-
rancier is, worden de Amerikaanse filmproducen
ten het hardste getroffen. Het zal de vraag zijn
of zij onder deze omstandigheden een productie
van rond 400 hoofdfilms per jaar zullen kunnen
handhaven.
TOELATING LIDMAATSCHAP
Het Hoofdbestuur heeft besloten tot het lid
maatschap van de Nederlandsche Bioscoop-Bond
toe te laten:
Mevrouw M. A. C. Lureman-De Winter,
exploitante van enige bioscopen te Tiel en
Geldermalsen;
De Firma Hollywood Theater, Boekhorst
straat 96 te 's-Gravenhage, waarvan firman
ten zijn de heer E. Hirschberg en de N.V.
Bouw- en Handelmij. ,,Het Binnenhof VII",
vertegenwoordigd door de heer M. S. Schaap,
exploiterende het Hollywood Theater aldaar;
De Firma Gebrs. W. N. van Ewijk, Bos
straat 9 te Driebergen, exploitanten van de
Nutsbio aldaar;
De Nederlandse Interland Filmproductie
(Dutch Inter-States Filmproduction N.V.
i.o.), Vondelstraat 102, te Amsterdam, ex
ploiterende een filmproductiezaak;
De Firma Studio, Vennootschap tot ex
ploitatie van bioscooptheaters, waarvan fir
manten zijn de heren E. Boekei en J. W.
Ketjen, exploiterende het Studio Theater te
's-Gravenhage.
De heer E. Alter te 's-Gravenhage, exploi
terende het Filmverhuurkantoor Spiendal
Picture Co., aldaar.
J. B. Beskers, exploiterende het Astoria
Theater te Winterswijk;
Mevr. N. C. Minden-Oosterhoorn, exploi
terende de filmimportzaak Ralph Minden
Films te Amsterdam;
Netherlands Fox Film Corporation (Neder
landsche Fox Film Compagnie) N.V., Keizers
gracht 698 te Amsterdam, exploiterende een film
verhuurkantoor;
N.V. Metro-Goldwyn-Mayer Filmmaatschappij,
Keizersgracht 698 te Amsterdam, exploiterende
een filmverhuurkantoor;
N.V. Paramount Films i.o., Keizersgracht 698
te Amsterdam, exploiterende een filmverhuurkan
toor;
N.V. R.K.O. Radio Films, Keizersgracht 698
te Amsterdam, exploiterende een filmverhuurkan
toor;
Warner Brothers' Eerste Nationale Filmmaat
schappij (Warner Brothers' First National Pic-
tures) N.V., Keizersgracht 778 te Amsterdam, ex
ploiterende een filmverhuurkantoor;
De toelating van de vijf eerstgenoemde N.V.'s is
ingevolge desbetreffend verzoek dezer onderne
mingen geschied op grond van het Lissim Accoord
van 28 Augustus 1946; de toelating van de zesde
N.V. geschiedde uit hoofde van een desbetreffen
de beslissing van de Commissie Beroep Nieuwe
Zaken, waarbij aan de N.V. Universal Interna-