NALEVING
BEPALINGEN BIOSCOOPWET
EN BIOSCOOPBESLU1T
21
De Voorzitter van de Centrale Commissie voor
de filmkeuring heeft aan het Hoofdbestuur mede
gedeeld, dat hij in een nadere controle op de na
leving van de bepalingen van de Bioscoopwet en
het Bioscoopbesluit door het film- en bioscoopbe
drijf, heeft nagegaan in hoeverre de wet op dit
punt door de leden van de Bond wordt nageleefd,
waarbij hij zich beperkt heeft tot controle van re-
clame, keuringskaarten en leeftijden. De resultaten
van deze controle hebben de Voorzitter van de
Centrale Commissie voor de filmkeuring aanlei
ding gegeven onder de aandacht van het Hoofd
bestuur te brengen, dat de naleving van voren
genoemde bepalingen in sommige gevallen nogal
eens wat te wensen overlaat. Hij heeft daarbij een
lijst overgelegd van een aantal door hem geconsta
teerde overtredingen, onder de mededeling, dat hij
vooralsnog niet zal overgaan tot maatregelen te
gen de overtreders. Hij wijst er echter tevens op,
dat zijnerzijds overtreding van de bepalingen van
de Bioscoopwet en het Bioscoopbesluit na 1 De
cember niet meer zal worden getolereerd.
Het is de leden bekend, dat het Hoofdbestuur
steeds op het standpunt heeft gestaan dat voren
bedoelde wettelijke bepalingen loyaal door alle le
den van de Bond moeten worden nageleefd. In het
algemeen geschiedt zulks op prijzenswaardige wij
ze, nochtans is het wenselijk, dat de leden nog
eens nauwkeurig toezien dat in hun theaters strikt
de hand wordt gehouden aan de leeftijdsvoor
schriften en dat zij, voor zover zij zelf hierop geen
controle kunnen uitoefenen, hun personeel ter zake
instructies geven en geregeld controleren of deze
instructies worden nagekomen.
Dit geldt eveneens met betrekking tot het voor
handen hebben van de keuringskaarten van de ter
vertoning gebrachte films en met betrekking tot
het uitsluitend bezigen van gestempeld reclame
materiaal. Het ontbreken van deze zaken is vaak
meer te wijten aan slordigheid en dikwijls ook aan
(Vervolg pag, 20)
tional Films Inc. te New-York toestemming werd
verleend tot het vestigen van een Nederlandse
N.V. tot exploitatie van een filmverhuurkantoor,
onder zekere condities.
Bedoelde zaken zijn toegelaten met ingang van
1 Januari 1949,
onnauwkeurigheid van het personeel dan aan be
wuste overtreding van de wettelijke voorschriften.
Hierbij zij echter opgemerkt, dat de leden wel die
nen te bedenken, dat zij aansprakelijk zijn voor
een nauwgezette naleving van de wettelijke bepa
lingen en dat zij er derhalve op hebben toe te
zien dat hun personeel de hand houdt aan deze
bepalingen. Wat de keuringskaarten betreft zij nog
eens nadrukkelijk gestipuleerd, dat de leden er
voor moeten zorgdragen dat steeds de keurings
kaarten van alle in een vertoningsweek te verto
nen films aanwezig zijn. In dit verband zij het
bepaalde in artikel 20 van de Algemene Voor
waarden van verhuur en huur van films, luidende:
„De keuringskaarten, welke ten bewijze van
de toelating der films door de Centrale Com
missie voor de keuring van films, zijn uitge
reikt, moeten door de verhuurder, zo mogelijk
tegelijk met de programma-opgave, doch in
ieder geval tijdig per brief aan de huurder
worden toegezonden. De huurder is verplicht
onmiddellijk na beëindiging van de vertoning
der films, doch in ieder geval vóór 12 uur in
de ochtend van de Vrijdag, onmiddellijk vol
gende op de geëindigde vertoningsweek, de
keuringskaarten van de films, waarvan de ver
toning is afgelopen, per brief aan het adres
van de verhuurder terug te zenden.
Voor door niet stipte nakoming van het in
dit artikel bepaalde ontstane schade is de
huurder aansprakelijk, als de schade wordt
geleden door de verhuurder en omgekeerd".
nog eens speciaal onder de aandacht van de leden
gebracht.
Vooral de exploitanten worden erop gewezen,
dat slechts dan een geregelde gang van zaken in
deze mogelijk is, wanneer zij nauwlettend toezien,
dat altijd onmiddellijk na het beëindigen van een
vertoningsweek de keuringskaarten worden terug
gezonden, waardoor wordt voorkomen, dat, zoals
moest worden geconstateerd, bij sommige exploi
tanten grote hoeveelheden oude keuringskaarten
worden aangetroffen, hetgeen in tal van gevallen
tot gevolg heeft gehad, dat exploitanten zonder
keuringskaarten de vertoning moesten beginnen.
Het Hoofdbestuur doet een dringend beroep op
alle leden om aan bovengenoemde wenken gevolg
te geven en vertrouwt, dat in den vervolge geen
overtredingen van de bepalingen van de Bioscoop
wet en het Bioscoopbesluit meer zullen worden ge
constateerd,