HET VRAAGSTUK VAN 1 NAAR AANLEIDING VAN HET NATIONAAL CONGRES ONTSPANN1NGSLEVEN, FILM EN RIJPERE JEUGD DE MENINGEN over de invloed van de film op het denken en de gedragingen van de moderne mens lopen zeer uiteen. Dat zij invloed uitoefent betwijfelt niemand en algemeen wordt aangenomen, dat deze invloed dieper gaat dan die van welk ander mass- medium ook. De vraag is echter van welke aard deze invloed is en hier nu lopen de meningen uit een. Tegenover de socioloog die van oordeel is, dat de bioscoopbezoekers hun geld uitgeven om dat het „hun wens is in de rol van een ander spanningen en verukkingen te ondergaan, weelde en romantiek te beleven, zij het dan ook uit de tweede hand" en dat het .juist deze aspecten van de film zijn, die een diepe invloed uitoefenen op de vorming van waardebegrippen", staat de me ning van de rechter, die van opvatting is, dat „niets in de laatste vijftig jaren van de woeligste geschiedenis van alle tijden méér gedaan heeft om zonde en misdaad te verminderen en het geluk, de opvoeding en de vooruitgang van het mensen ras op te voeren, dan de film." Men kan aldus honderden citaten aanhalen van vooraanstaande persoonlijkheden uit wetenschap pelijke, kerkelijke, rechterlijke en overheidskringen en men zal ontdekken dat hun oordeel wel zeer verschillend kan zijn. „Wat doet de film?" is de vraag die dagelijks gesteld wordt door mensen, die bewust hun tijd beleven. Dit is ook de vraag waar filmkeuringen mee worstelen. Het ene wordt afgekeurd, het an dere goedgekeurd. Maar volgens welke waarde meter? Is die waardemeter juist? Is die waarde meter iets anders, iets objectievers dan een ge voel, een mening, die resultante is van opvoeding, traditie, geloof, wereldbeschouwing, of hoe men het noemen wil, waarbij men allerminst moet ver geten, dat vermoeidheid, lichamelijk welzijn, gepre occupeerdheid, mee-bepalende factoren zijn bij een beoordeling. „Welke invloed heeft de film op de jeugd?" Het komt er slechts op aan te weten en vast te stellen, welke invloeden positief, welke negatief zijn. Natuurlijk heeft men bij herhaling pogingen on dernomen om op deze vraag door onderzoek een antwoord te vinden. Soms waren dit wetenschap pelijk verantwoorde en met zorg voorbereide on derzoekingen, die zich over verscheidene jaren uit strekten, maar herhaaldelijk ook deden de om standigheden waaronder en de wijze waarop zulke pogingen werden ondernomen een gerechtvaar digde twijfel rijzen aan de objectiviteit en de ge fundeerdheid van aldus verkregen rapporten. De eerste onderzoekingen, welke reeds dertig jaar geleden plaats vonden, hadden in hoofdzaak ten doel na te gaan, of er een positief verband bestond tussen filmbezoek en jeugdmisdrijf. Later is men gaan beseffen, dat men het probleem van de vrije-tijdsbesteding op een breder plan dient te bezien. Door de enorme achterstand evenwel, waarin de oorlog ons gebracht heeft, staat het on derzoek naar invloeden, die de volkeren in al hun geledingen raken en die niet alleen uit onze sa menleving niet meer weg te denken zijn, maar zelfs de tendens vertonen, dat zij die samenleving in steeds sterker mate zullen gaan beheersen, nog in de kinderschoenen. Het resultaat van onderzoekingen, die men el ders gedaan heeft ook voor ons land zonder meer te aanvaarden en over te nemen, zou niet verant woord zijn, daar ieder land en ieder volk zijn eigen structuur heeft, sociologisch, psychologisch, his torisch. Veel kunnen zij van elkaar leren en van eikaars methodiek en techniek overnemen, maar de resultaten daarvan moeten in volstrekte vrijheid kunnen worden afgelezen en geduid op hun wezen lijke waarde voor eigen heden en eigen toekomst. Institnut „Film en Jeugd" Het „Instituut Film en Jeugd"., dat in 1947 in Den Haag werd opgericht, en dat sinds het voor jaar van 1948 als Stichting optreedt wil tegemoet komen aan de steeds meer gevoelde behoefte aan bezinning over de hierdoor rijzende vragen en aan contact met hen, wie de morele gezondheid van onze jeugd van nu en straks ter harte gaat. Het stelt zich ten doel de opvoeders, rechters en wet gevers te helpen bij het vinden van een juiste ba sis voor hun waardering van de bij uitstek moder ne vorm van vrije-tijdsbesteding: de film. Het wenst dit te doen door: het bevorderen, stimuleren en eventueel ver- FILM en JEUGD

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1949 | | pagina 3