Led
enraaasven
d
enng
WIJZIGING BEDRIJFSBESLUIT DE VIEZEN REGELING
DE LEDENRAAD heeft in zijn vergade
ring van 23 November 1948 behandeld
een voorstel van het Hoofdbestuur tot
wijziging van het Bedrijfsbesluit inzake
de Uitvoering der Deviezenregeling, vast
gesteld in de Ledenraadsvergadering van 24
Augustus 1948.
(Voor de tekst van dit besluit zij hierbij verwe
zen naar pag. 1 van Bondsorgaan no. 151 van
30 September).
Dit voorstel beoogde de artikelen 1 en 8 te doen
luiden als volgt:
„Artikel 1.
De leden-exploitanten zijn gehouden in het tijd
vak van 1 September 1948 tot 1 Januari 1950 ge
durende ten minste zestien weken hoofdfilms te
vertonen, die niet zijn vervaardigd in de Verenig
de Staten van Noord-Amerika en waarvoor geen
dollars betaald worden respectievelijk geen dollar
schuld ontstaat, met dien verstande, dat vóór 1
Januari 1949 gedurende ten minste vier weken
zodanige hoofdfilms moeten zijn vertoond.
Artikel 8.
Dit besluit, hetwelk een Bedrijfsbesluit is in de
zin van artikel 25 der Statuten, kan worden aan
gehaald als Bedrijfsbesluit Deviezenregeling. Het
wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 Sep
tember 1948."
Deze wijziging zou dus betekenen ten eerste
een verlenging van de duur van het bestaande
besluit met vier maanden, ten tweede een kleine
verlaging van het minimum aantal zgn. Europese
vertoningsweken van veertien tot twaalf per jaar
en ten derde, dat vóór 1 Januari 1949 in elke bio
scoop gedurende ten minste vier weken Europese
hoofdfilms moeten zijn vertoond.
Blijkens de toelichting van het Hoofdbestuur
op dit voorstel, was aanpassing van het Bedrijfs
besluit Deviezenregeling voor wat de verdeling
der vertoningsweken betreft aan de deviezencondi-
ties van de Nederlandse Bank dringend gewenst
en was om redenen van practische aard de loop
tijd van het deviezenjaar ingaande 1 Januari 1949
gelijk aan het kalenderjaar gemaakt.
Hoewel enige leden ernstige bezwaren hadden
tegen vermindering van het minimum-aantal Euro
pese vertoningsweken, konden zij zich na langdu
rige debatten tenslotte verenigen met het Hoofdbe-
stuurs-voorstel. dat met algemene stemmen werd
goedgekeurd, echter met het klemmend advies, om
bij de Nederlandse Bank aan te dringen op een
behoorlijke dollartoewijzing ineens, omdat het voor
al voor de Nederlandse verhuurders onmogelijk is
filmrechten in Amerika te verwerven, wanneer zij
niet weten hoe groot het beschikbare dollardevie-
zencontingent in het nieuwe deviezenjaar zal zijn.
De Voorzitter van het Hoofdbestuur, die quali
tate qua Voorzitter van de Ledenraad is, zegde
toe dat het Hoofdbestuur, zich bewust zijnde van
de précaire situatie, waarin vooral de zogenaamde
onafhankelijken verkeren door het ontbreken van
een vaste dollartoewijzing, alles in het werk zou
stellen om te bereiken, dat zulk een vaste toewij
zing voor het gehele deviezenjaar ten spoedigste
worde verstrekt.
Voorts werden door de Ledenraad enige hoger
beroepen behandeld betrekking hebbende op door
het Hoofdbestuur geweigerde inschrijvingen in het
Leden- en Bedrijfsregister. De desbetreffende be
slissingen zijn onder de hoofden Algemeen Be
drij f sreglement en weigering lidmaatschap elders
in dit orgaan gepubliceerd.
Tenslotte legde de Raad enige leden de straf
van waarschuwing op, wegens het overtreden van
de deviezenvoorschriften.
MUTATIE
In de op 15 November j.1. gehouden Buiten
gewone Ledenvergadering van de Bedrijfsafdeling
Filmverhuurders is de heer H. S. Boekman, eige
naar van het filmverhuurkantoor Filmtrust te Am
sterdam, benoemd tot lid van de Ledenraad, in de
vacature ontstaan door het aftreden van de heer
J. J. ter Linden.