SPOED LEDENVERGADERING
DE leden van de Nederlandsche Bioscoop-
Bond kwamen op Maandag 18 Juli in een
buitengewone spoed-Ledenvergadering bij
een. De vergadering, die onder leiding
van de Bondsvoorzitter, de heer M. P.
M. Vermin, in een der zalen van Hotel Krasna-
polski werd gehouden, was vrij druk bezocht.
Staande herdachten de aanwezigen de heer Jos.
Herberichs, die op 30 Maart j.1. door een auto
ongeluk het leven verloor en firmant was van de
firma Jos. Herberichs, die de Hollandia Theaters
te Kerkrade en Eygelshoven exploiteert.
Nadat ter kennis van de vergadering was ge
bracht, dat van de leden der notulencommissie, de
heren M. Mendel, Amsterdam, G. J. Milius, Hoo-
gezand, en W. Mullens Jr., 's-Gravenhage, bericht
was ontvangen, dat zij geen op- of aanmerkingen
hadden op de notulen van de jaarlijkse algemene
ledenvergadering, welke op 28 Maart j.1. was ge
houden, werd op voorstel van de Voorzitter met
algemene stemmen besloten deze notulen goed te
keuren.
Tot leden van de Commissie, belast met het
nazien van de notulen dezer vergadering werden
benoemd de heren E. S. Alter, 's-Gravenhage,
S. C. Barnstijn, Utrecht, en H. J. de Vries, Gro
ningen.
De Voorzitter stelde hierna aan de orde de, in
de ledenvergadering van 28 Maart aangehouden,
behandeling van de Rekening en Verantwoording
van het financieel beheer over 1948 en voorstel
van het Hoofdbestuur om de door het Accountants
kantoor W. Langelaar te Amsterdam gecontroleer
de rekening van de Bond goed te keuren, alsmede
alle op het Bondsbureau ter visie liggende rekenin
gen der afdelingen.
Zowel door de heren E. S. Alter, eigenaar van
Spiendal Picture Co. te 's-Gravenhage en H. J.
Teunissen, gedelegeerd commissaris van de N.V.
Mabi te Maastricht, als door de heren A. G. Vis
ser, algemeen leider van het Flora Theater te Baarn
en W. Mullens Jr., leider van de N.V. Haghefilm
te 's-Gravenhage werden naar aanleiding van dit
agendapunt vragen gesteld en opmerkingen ge
maakt, welke door de Penningmeester, de heer
W. K. G. van Royen, werden beantwoord, waarna
deze stukken door de vergadering met algemene
stemmen werden goedgekeurd.
Vervolgens werd het vijfde punt van de agenda
aan de orde gesteld:
Voorstel van het Hoofdbestuur het besluit van
de Jaarvergadering om de contributie voor 1949 te
bepalen op 2 resp. 1 van de omzet als be
doeld in het contributiebesluit 1945 zodanig aan te
vullen dat ten aanzien van de exploitanten van
filmfabrieken en filmproductiezaken wordt bepaald,
dat zij bovendien over het totaal van de in 1949
ontvangen en nog te ontvangen vergoedingen we
gens leveranties en werkzaamheden ten behoeve
van niet-leden van de Bond een contributie van
500.verschuldigd zijn, tenzij zij ten genoege
van het Hoofdbestuur aantonen, dat het voor de
leden vastgestelde heffingspercentage van hun
totale omzet over 1949 minder is dan ƒ500,in
welk geval zij aan contributie verschuldigd zijn
bedoeld heffingspercentage van hun totale omzet
over 1949.
De Voorzitter stipuleerde, dat dit contributie-
voorstel ten doel heeft contributie te heffen van
filmfabrikanten' en filmproducenten ook voor zover
zij uitsluitend door leveranties aan niet-leden omzet
verkrijgen. Aan dit voorstel zijn evenwel diverse
aspecten verbonden, welke bij nadere overweging
wijzigingen in de redactie wenselijk maken, zodat
het Hoofdbestuur besloten had het te dien einde
terug te nemen. Alvorens een verbeterd voorstel in
te dienen zal met de leden-filmfabrikanten overleg
worden gepleegd.
Bij de rondvraag werd door de heer W. Mul
lens Jr., namens de N.V. Haghefilm nogmaals de
kwestie aangesneden van de interpretatie van het
begrip omzet", als omschreven in het Contributie-
besluit 1945 in verband met het filmfabricagebe-
drijf. Spreker memoreerde dat hij bij het debat, dat
zich over dit onderwerp tijdens de algemene leden
vergadering van 28 Maart j.1. ontspon, zijn ver
zoek tot stemming had ingetrokken, opdat ter za
ke met het Hoofdbestuur nogmaals overleg zou
kunnen worden gepleegd. Dit overleg heeft in
derdaad plaats gehad, maar daar het Hoofdbe
stuur zijn standpunt handhaafde, verzocht spre
ker opnieuw om stemming over deze aangelegen
heid.
Aan de levendige gedachtewisseling, welke hier
op ontstond werd behalve door de heer W. Mul
lens Jr. deelgenomen door de heren E. J. Verschue-
ren, directeur van de N.V. Multifilm te Haarlem,
J. L. Paerl, directeur van de N.V. Universal Film
Agency te Amsterdam, C. S. Roem, directeur van
BUITMCEWONE