Duitsland Frankrijk 10 Conferentie Kerk en Filmbedrijf Gedurende de zomer vond in Bad Schwalbach in het Taunusgebergte een tweede grote confe rentie plaats tussen 130 representanten van het Duitse filmbedrijf en een aantal vertegenwoor digers der katholieke en protestantse kerken, waarbij ook de pers was uitgenodigd. Tijdens deze conferentie, welke vijf dagen duurde, hebben vertegenwoordigers van de meest uiteenlopende beroepen (filmproducenten, acteurs, dramaturgen, journalisten) en kerkelijke waar digheidsbekleders verscheidene dringende pro blemen besproken en zo o.m. in gemeenschappe lijk overleg getracht een weg te vinden om aan een kwijnende Duitse filmproductie een gezonde basis te verschaffen. Men was het er van den beginne af aan over eens, dat goede films slechts kunnen worden voortgebracht door een economisch gezond be drijf, waarmede tevens het meest essentiële vraag stuk van de filmproductie aan de orde was ge steld: de financiering. Er werden verscheidene belangwekkende refe raten gehouden o.a. door Ds. H. Schomerus en de filmspecialist van de Evangelische Kerk, Ds. W. Hesz, de bekende Ds. Niemöller, Dr. Koch, de vertegenwoordiger van de Katholieke Kerk, Curt Oertel, maker van de Michelangelo-film en erevoorzitter van de SPIO (koepelorganisatie van het Duitse filmbedrijf), Mevr. Körber, die een referaat hield over „Beroepsethos van de filmspe- ler", de criticus W. Fiedler met een voordracht over Filmcritici en de algemene situatie van de filmproductie", terwijl Dr. Baum, voorzitter van de organisatie der filmproducenten, een uiteen zetting gaf van de problemen waarmede het film bedrijf te kampen heeft. De conclusies der conferentie werden op grond van de uitspraken door een commissie in een zes tal punten samengevat. Bij de gedachtenwisseling tijdens de laatste bij eenkomst, welke o.m. werd bijgewoond door de Bondsminister van Binnenlandse Zaken, Dr. Hei- nemann en de Minister van Eredienst, Dr. Keim, waarbij wederom het vraagstuk van de filmfinan- ciering ter sprake kwam, bleek nogmaals dat filmbedrijf, kerk en pers eenzelfde mening waren toegedaan, namelijk dat plannen en pogingen tot verbetering van de film' slechts kunnen worden doorgevoerd, indien de Overheid voor de film industrie bestaansmogelijkheid schept. Eenjarig bestaan der Duitse „self-regulation" Einde Augustus werd op kasteel Biebrich in Wiesbaden het feit herdacht, dat een jaar ge leden de zelfcontrole van het Duitse filmbedrijf in werking trad. Deze zelfcontrole, welke werkt naar het voorbeeld van de Production Code van de Amerikaanse filmindustrie, vervangt de administratieve en preventieve filmcensuur van de Overheid. In de korte tijd van haar bestaan heeft deze vrijwillige censuur de waardering weten te verwerven van de ondernemingen in het filmbedrijf enerzijds en van de Bondsregering en de gewestelijke Overheid anderzijds, terwijl de openbare mening, bij monde van de pers herhaaldelijk haar instem ming betuigde. De Nette Zürichec Zeitung deelt over deze herdenking mede, dat zij door een groot aantal belangstellenden werd bijgewoond onder meer door vertegenwoordigers der Overheid, der ka tholieke-, protestantse en joodse kerken, van vele organisaties op cultureel gebied, de meest voor aanstaande filmcritici van de in West-Duitsland verschijnende dagbladen, alsmede talrijke per soonlijkheden uit het filmbedrijf. Genoemd dag blad bericht verder, dat de vele sprekers, naast hun welgemeende critiek, hun instemming te ken nen gaven met dit experiment om in plaats van een ongewenste staatscensuur een cultureel zelfbestuur te bereiken, waarin de meest uit eenlopende belangen vertegenwoordigd zijn en dat juist daarin werkelijk democratisch is, dat zijn beslissingen niet genomen worden door een bureaucratische anonymus maar door een corpo ratie van bekende vaklieden. Internationaal Filmfestival Cannes 1951 Het festival wordt, onder beschermheerschap van de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Handel en Nijverheid, voorbereid door een Comité, waarvan het voorzitterschap wordt be kleed door de heer M, Fourré-Cormeray, direc teur-generaal van het Centre National de la Cinématographie. Algemeen secretaris is de heer Favre Ie Bret. Ter oriëntering laten wij hier het reglement van het festival volgen: REGLEMENT Artikel 1 Het Internationaal Festival van de Film zal VAN OVER DE GRENZEN

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1950 | | pagina 11