li te Cannes worden gehouden van 2 tot 16 April 1951. Artikel 2 Het doel van dit festival is de ontwikkeling van de filmkunst in al baar onderscheidene vor men aan te moedigen en tussen alle filmproduce- rende landen een geest van samenwerking te scheppen en te handhaven. Artikel 3 Ieder land, dat deelneemt, kan in elk van de volgende categorieën mededingen: a. hoofdfilms b. korte films c. wetenschappelijke en opvoedkundige films. Hoofdfilms moeten vervaardigd zijn gedurende de twaalf maanden welke aan het festival vooraf gaan, mogen nergens anders dan in het land van productie in het openbaar vertoond zijn en mogen niet deelgenomen hebben aan enige filmcompetitie hetzij internationaal hetzij op Franse bodem. Ieder land moet aan het Algemeen Secretariaat van het festival vóór 1 Februari 1951 overleggen de lijst van de films, waaruit zijn deelneming bestaat. Deze termijn wordt als eis gesteld. Artikel 4 Co-producties zullen worden vertoond onder de vlag van één der landen, welke de film pro duceerden, na overeenstemming van de betrokken producenten. Artikel 5 De films van de beide laatste categorieën: b. korte films, c. wetenschappelijke en opvoedkundige films, zullen worden vertoond in de première-zaal van het Palais des Festivals ter beoordeling van een bijzondere jury. De in deze categorieën bekroonde films zullen in de grote zaal van het Palais worden geprojecteerd in een voorstelling welke speciaal aan haar zal worden gewijd. Artikel 6 Het maximum aantal films, waaruit de deel neming van een land bestaat, wordt als volgt bepaald naar verhouding van het aantal films, dat gedurende de aan het festival voorafgaande twaalf maanden in dat land is vervaardigd: Voor een productie van minder dan 40 hoofdfilms 1 film Voor een productie van meer dan 40 hoofdfilms3 films Voor een productie van minder dan 40 korte, wetenschappelijke en paedago- gische films 1 film Voor een productie van meer dan 40 korte, wetenschappelijke en paedago- gische films 3 films welker gezamenlijke lengte 2700 m. niet mag overschrijden. Artikel 7 Het Festivalcomité behoudt zich het recht voor de toelating van een film te weigeren, indien het van oordeel is, dat deze kwetsend is voor het nationaal gevoel van enig land. Artikel 8 Gedurende het festival mag geen enkele toe gelaten film te Cannes buiten de officiële zalen worden vertoond. Artikel 9 Alle films moeten in de oorspronkelijke versie worden vertoond met Franse voettitels. De films welke, in afwijking hiervan, zonder voettitels zouden worden toegelaten, zullen door middel van de microfoon door commentatoren van be roep in het Frans moeten worden toegelicht. Het commentaar zal een maand voor de opening van het festival aan het Algemeen Secretariaat moe ten worden voorgelegd. Ingeval deze voorschrif ten niet in acht worden genomen, zullen de films worden uitgesloten. Artikel 10 Ieder land wordt op het festival vertegenwoor digd door een gemachtigde, die door zijn regering is aangewezen en langs diplomatieke weg is ge accrediteerd bij de voorzitter van het festival. Hij alleen heeft bevoegdheid alle problemen te be handelen, betrekking hebbende op de deelneming van zijn land. Hij kan terzijde worden gestaan door een afgevaardigde, die hem wordt toege voegd en is aangewezen onder dezelfde omstan digheden. Artikel 11 De jury, samengesteld uit twaalf leden, wordt gevormd door Franse persoonlijkheden, gekozen om haar bekwaamheid en aangewezen bij inter ministerieel besluit. Degenen die direct of indirect hebben deelge nomen aan de productie of exploitatie van een te vertonen film, kunnen geen deel uitmaken van de jury. Een speciale jury, onder dezelfde omstandig heden aan te wijzen, wordt samengesteld voor korte films. Artikel 12 Alle stemmen van de jury worden in geheime

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1950 | | pagina 12