c ensuur -perikel en 12 stemming uitgebracht. De beslissingen worden genomen met absolute meerderheid van stemmen bij de twee eerste stemmingen en, indien zij plaats vindt, met een gewone meerderheid bij de derde stemming. De algemeen secretaris van het Comité of zijn plaatsvervanger bekleedt de functie van secretaris van de jury. Hij is niet stemgerech tigd. Artikel 13 De jury wordt belast met het toekennen van de volgende beloningen: DE GROTE PRIJS VAN HET INTERNATIO NAAL FESTIVAL VAN DE FILM CAN NES 1951, toegekend voor de beste hoofdfilm. DE GROTE PRIJS VAN HET INTERNATIO NAAL FESTIVAL VAN DE FILM CAN- NES 1951, toegekend voor de beste korte film. DB GROTE PRIJS VAN HET INTERNATIO NAAL FESTIVAL VAN DE FILM CAN- NES 1951, toegekend voor de beste weten schappelijke en opvoedkundige film. Bovendien heeft de jury de mogelijkheid om in elk van de categorieën: hoofdfilms korte films wetenschappelijke en opvoedkundige films naar haar keuze toe te kennen de BIJZONDERE PRIJS VAN DE JURY, welke prijs dient ter be kroning van een film voor haar uitzonderlijke kwaliteiten en welke niet is opgenomen in de categorieën voorzien in de lijst der prijzen. Artikel 14 Daarenboven worden zeven prijzen uitgeloofd voor de volgende groepen (hoofdfilms): a. PRIJS VOOR DE ENSCENERING VAN HET INTERNATIONAAL FESTIVAL VAN DE FILM CANNES 1951 b. PRIJS VOOR DE VROUWELIJKE VER TOLKING VAN HET INTERNATIO NAAL FESTIVAL VAN DE FILM CAN NES 1951 c PRIJS VOOR DE MANNELIJKE VER TOLKING VAN HET INTERNATIO NAAL FESTIVAL VAN DE FILM CAN NES 1951 d. PRIJS VOOR HET SCENARIO VAN HET INTERNATIONAAL FESTIVAL VAN DE FILM CANNES 1951 e. PRIJS VOOR DE PARTITUUR VAN HET INTERNATIONAAL FESTIVAL VAN DE FILM CANNES 1951 i De tien vroede vaderen, die in het Dominion of Canada het ambt van voorzitter van een provinciale filmkeuringscommissie bekleden, zitten met de handen in het haar. Het is hun namelijk gebleken, dat zo langzamerhand tienduizenden brave Canadese burgers dagelijks in hun huiskamer de ongecensureerde uit zendingen volgen van een steeds stijgend aantal tele visiestations in de Verenigde Staten en dat terwijl Canada zelf nog niet eens over een televisienet be schikt. Men verwacht de invoering van de televisie aldaar niet voor de herfst van 1951. Weliswaar geeft de Theatres and Cinematographs Act hun de bevoegdheid om televisiefilms vooraf aan een keuring te onderwerpen, maar waar het hier om gaat is, dat ruim 40 van de Amerikaanse televisie programma's uit gewone films bestaan, terwijl zolang het co-axiale kabelnetwerk nog niet gereed is bovendien nog een zeer belangrijk percentage van de overige uitzendingen op de filmband wordt opge nomen voor heruitzending en uitwisseling van pro gramma's, zodat volgens voorzichtige schatting ruim 70 van de televisie-uitzendingen uit films bestaat, waarop de Canadese censoren geen enkele invloed kunnen uitoefenen. Zij zullen daarover nog deze herfst in Toronto een vergadering beleggen, waarbij zij even eens enige censoren uit de Verenigde Staten zullen uitnodigen, ter bespreking van dit vraagstuk. Veel hoop op een oplossing bestaat er overigens niet, want zij zijn er zich wel van bewust dat de openbare mening in de Verenigde Staten scherp ge kant is tegen een administratieve federale censuur. Slechts 7 van de 48 staten, benevens enkele tientallen gemeenten, kennen een of andere vorm van filmcen suur, welker betekenis zienderogen vermindert. Dit is begrijpelijk indien men in aanmerking neemt, dat deze censuur in sommige gevallen gebruikt wordt als een politiek wapen om bepaalde films (in de regel juist films met een sociale strekking, b.v. over het rassen- vraagstuk) te weren en het in sommige andere geval len een publiek geheim is, dat zij uitsluitend wordt gehandhaafd omdat het keuringsloon de betrokken staat aanzienlijke extra-inkomsten verschaft. Deze fei ten dragen er nu niet bepaald toe bij om de filmcen suur bij de vrijheidslievende Amerikanen populair te maken. Maar zelfs de Amerikaanse televisie-uitzendingen zijn niet de grootste zorg van Canada's censoren, die in de tien provincies van het Dominion volgens onder ling sterk afwijkende normen films keuren. Zij worden thans geconfronteerd met het nuchtere feit, dat met de aanstaande invoering van de televisie de provin ciale grenzen niet langer de afbakening van even- zovele censuur-eilandjes zullen vormen en dat dan hun taak in feiteoverbodig zal zijn geworden. iiiiiiiiiiiiiiHiiiriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMniriiiHiMiniiiiiHiiiiHHiiittiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiittiiiiittiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiinmimiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiminiiiiiiiiiiiiiiiiiiinimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiP) E I 5 3 ^Jj lIJlHltJlittII»llttt*ftlllllllllf■tllttltllllllllllllllllllllllllllllilJIIIIIlllllllllllllllllllirillJllllllllllllllllllJlllllltllllllllllllllllilllJllltlllllIlllli■M(IM*t*4tMtHiH44trtltllHlIttlllllll»llJllllllillilllillliIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIll||||||irillllllllllllHIIIIII(lllllfMIIIIIMtlIItfttlfII11J11jlIIIllinCT«EEKXKULIll1111IIIttIlilt1111111'^=-|

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1950 | | pagina 13