r 7\ J „MACBETH" 16 /n het vorig nummer van het Officieel Orgaan hebben wij met een enkel woord deze bloemlezing van critieken ingeleid. Zij hebben betrekking op enige tijdens het Holland Festival vertoonde films, welke, te oordelen naar de soms zeer uiteenlopende meningen, de filmcritici stof hebben gegeven tot amoele discussie. Daar zich onmiddellijk een vergelijking op dringt met de Hamlet-film van Laurence Olivier moet men vaststellen, dat Orson Welles zich minder hoofs en sierlijk van de camera bediende dan zijn Engelse collega, maar er desondanks toch in slaagde de geest van het Macbeth-ver- haal intenser te benaderen. Orson Welles toonde zich minder soepel dan de naar een sierlijke en rusteloze bewegingskunst rond Hamlet strevende Olivier, maar plaatste feilloos raak enkele film- symbolen, precies op die plaatsen waar het er om gaat de zoveelste poging tot het verfilmen van Shakespeare te doen slagen of niet. In het midden latende of zo'n poging over de hele lijn ooit zal kunnen slagen, kan men Welles het com pliment maken in zijn Macbeth-verfilming voor het eerst hier en daar een Shakespeariaans sym bool te hebben kunnen projecteren in een film- realiteit. Orson Welles is bij al zijn begaafdheden bo vendien een ras-cineast. Laurence Olivier is vóór alles de grote Shakespeare-speler, die genoeg smaak en verfijning bezit om een uitwendig aan trekkelijke Hamlet-verfilming tot stand te brengen. Maar ten slotte mist hij toch het wezen lijke film-begrip om de botsingen in het Shakes- peare-drama anders te zien dan waartoe een toneelkunstenaar in staat is en faalt hij in het herleiden van de theatrale handeling tot een filmisch gebeuren, dat zich in- de wereld van de geest voltrekt. Daarom kon de Hamlet-verfilming ons destijds niet voldoen en bleef al de charme van een filmisch-bewogen sierkunst toch ergens in de lucht hangen als een zinloze franje, welke meer wilde omhullen dan Shakespeare alleen. Orson Welles' rVIacbeth-verfilming nu is veel strakker en statischer. Hier werd niet gestreefd naar meer dan Shakespeare alleen. Een fantasti sche geest, als hoedanig Welles zich in de loop der jaren heeft laten kennen, keerde voor een moment terug tot een oude liefde. Welles speel de en regisseerde Macbeth in een visie, welke men om het even op de planken of voor de camera In 1936 begon Orson Welles een speurtocht naar het wezen van Shakespeare's Macbeth door hem in een neger te transformeren. Dit begin vond zijn voortzetting in een aantal radio-hoorspelen. Het heeft ten slotte zijn voltooiing gevonden in een film. In een-en-twintig dagen heeft hij deze film gemaakt. Dit kan men ongeacht het resul taat een grote prestatie noemen. Vooral wan neer men bedenkt dat Welles naast de productie en de regie ook de hoofdrol voor zijn rekening heeft genomen. Het resultaat van deze hele speur tocht is dat Welles Macbeth niet heeft gevonden, omdat hij zichzelf niet voldoende wist weg te cijferen. Het decor waartegen Welles het drama heeft geplaatst, is een immense doolhof van rotspar tijen. De talloze spelonken en holen en de ver- wardheid van het geheel maken het totaal on mogelijk hier uit wijs te worden: het is een im posante wanorde. De bezetting van de rollen buiten die van Macbeth kan men niet anders dan zwak noe men. Er staat slechts één acteur op het doekt Orson Welles. Zo is deze film die slechts anderhalf uut duurt een Orson-Welles-,,feest". Te meer omdat er in de totale vertoningsduur slechts vijf minuten zijn waarin deze geweldenaar niet op het 'filmdoek aanwezig is. En deze vijf minuten zijn van een onnoemelijke verveling zoals in deze film alles tot een onnoemelijke verveling zou zijn geworden, ware Welles er niet geweest om de gehele vertoning tot een groots échec te maken. Welles heeft hier enerzijds de strijd aange bonden met Shakespeare, anderzijds met wat men als de natuur zou kunnen qualificeren. Hij staat er als een reus tussen de imposante wanorde van met nevels omfloerste rotsgevaarten. Hij begint te spreken en zijn sonore geluid doet terstond alle nevels vaneen scheuren en alle rotsen splij ten. Met zijn machtig armgebaar vaagt hij alles rond zich weg. Er komt geen medespeler en geen decor meer aan te pas. Er is nog slechts BALANS DER CRITIEK

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1950 | | pagina 17