Na even verder gewezen te hebben op de komst van de televisie in Nederland constateert het blad: „Ten aanzien van de films is de situatie on geveer zo, dat de celluloidproducten slechts ter uitzondering voor de televisie ter beschikking mogen worden gesteld en dan nog slechts die films, welke in de theaters als „uitgedraaid" moe ten worden beschouwd. Dat de Nederlandse bio scoopwereld echter geen oogkleppen voor heeft en beseft, dat de televisie niet te stuiten is, be wijst het enige dagen geleden genomen besluit om de leegstaande Cinetone Studio's te Duiven- drecht voor de Nederlandse televisie ter beschik king te stellen. In hoeverre de renteloosheid van dit complex daarbij een woordje heeft meege- sproken, laten wij buiten beschouwing. Dit hield niet in, dat men de gebouwen persé moest open stellen voor het verschijnsel, waarvan men de omvang der concurrentie voor de film op dit ogenblik nog niet kan overzien." Ylieuw. UtiecMö <D,ag,&iad „Televisie is na reeds twistpunt" In een artikel, van gelijke strekking als het hier- voren geciteerde van Het Parool, merkt het Nieuw Utrechts Dagblad betreffende het besluit van de algemene ledenvergadering van de Nederlandsche Bioscoop-Bond op: „Het is te hopen, dat dit eerste punt van uit gang voor een oplossing van de moeilijkheden, thans door de Bioscoop-Bond geboden, zal wor den aangegrepen. Vooral in de eerste periode van de televisie, zal de televisie de filmwereld hard nodig hebben, want de ervaring in het bui tenland heeft geleerd, dat in die aanloopperiode films een onmisbaar attribuut voor de programma's zijn. Een conflict zou zich daarbij reeds onmid dellijk wreken." ©,e XeCeg,iaa(. „Bioscoop-Bond bereid tot onder handelen" „Naar wij vernemen is op de gisteren gehouden leden- en Hoofdbestuursvergaderingen van de Ne derlandsche Bioscoop-Bond besloten onderhande lingen met de Nozema aan te knopen betreffende verhuur van de Cinetone Studio's te Duivendrecht voor televisie-opnamen," berichtte De Telegraaf op 31 October j.1. en voegde daaraan toe: „De meerderheid der leden van de Bioscoop- Bond was van mening, dat er in principe geen bezwaar tegen bestaat dergelijke onderhandelin gen te voeren. Het Nederlandse filmwezen im mers heeft een open oog voor de vordingen der moderne techniek en is geenszins van zins, daar aan belemmeringen in de weg te leggen. Zulks ongeacht het feit, dat men in Nederlandse film- kringen wèl principiële bezwaren heeft, tegen de wijze waarop de omroepverenigingen door het organiseren van toneeltournées en dergelijke de vermaaksinstellingen een niet ongevaarlijke con currentie aandoen." &e Uö-lkdlchJCLYil „Televisie is film (géén radio) „De omroepverenigingen wagen zich aan een hachelijk avontuur. Begroting is een slag in de lucht," waarschuwt De Volkskrant. „Nederland krijgt televisie", begint het blad zijn zeer uitvoerige beschouwing, welke onder boven staande titel werd gepubliceerd. „Men staat op het punt voor de grote verleiding te bezwijken. Neder land gaat zich in een deftig pak steken om een technische overwinning te vieren: die van de N.V. Philips. Het pak wordt al aangemeten: de zender in IJselstein is klaar; aan de plannen voor een studio wordt nog gepast en geschaafd, maar de omroepverenigingen zeggen, dat zij moet komen in een garage in Hilversum. Iedereen kan binnen kort een ontvangtoestel kopen, waarvoor prijzen worden genoemd tussen de zes- en zevenhonderd gulden. Iedereen die zo'n toestel heeft zal een jaarlijks kijkgeld van 30,moeten offeren in ruil voor per dag drie uur kijkgenot in zijn huiskamer. De Regering vindt, dat het ogenblik is aangebro ken, waarop de televisie er komen moer. Want de N.V. Philips heeft haar toestellen niet voor niets gemaakt. Zij dient hiermee bovendien een export belang, dus een landelijk belang. Voor de mensen, die niet direct 700.op tafel kunnen leggen, zal het afbetalingssysteem onvermijdelijk en verleidelijk zijn. Men werkt be wust er aan mee in het binnenland een nog niet bestaande nieuwe behoefte te scheppen. De Overheid zelf legt dus een vreemde kronkel in de geleidelijke spiraal van haar loon- en prijs politiek. Kortom: het televisiewonder gaat het land, dat in de wereld bekend is om zijn rustig overleg, op sleeptouw nemen, in een geforceerd tempo, dat uitsluitend wordt bepaald door de plotseling op hol geslagen omroepverenigingen, en het ergste: waarheen zal deze geforceerde ge boorte der televisie in Nederland leiden wanneer men zich niet te elfder ure, nu nog niets onher stelbaars is geschied terdege bezint? Naar een catastrophale en paradoxale situatie: volslagen oorlog tussen de jonge televisie en de ervaren en machtige Bioscoop-Bond.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1951 | | pagina 10