„Overheid voor beslissing van groot nelang" Want er is iets onbegrijpelijks gebeurd. De Televisie Commissie, waarin alle technisch in de televisie geïnteresseerden aan één tafel zaten, om in opdracht van de regering zich over de Neder- landse televisieplannen te beraden, werd opzij ge schoven voor de Nozema, de Nederlandse Omroep Zender Maatschappij. In de Televisie Commissie hadden zitting vertegenwoordigers van het film bedrijf, van de radio-omroepen, van de P.T.T., van de Overheid. In de Nozema spelen de radio- omroepen de leidende rol en is het filmbedrijf uit geschakeld. Het zijn steeds meer de radio-om roepen, welke in Nederland het televisie-spel willen spelen. Zij wanen zich heer en meester op grond van een artikel in het Radio-reglemenit, waarin uitdrukkelijk aan de radio het terrein der beelduitzendingen wordt toegewezen. De wetgever maakte dus al de fout, welke de radio met de televisie overstag doet gaan: het toevertrouwen van 'n visueel (dus op het oog gericht) uitdrukkingsmiddel aan de radio, welke uitsluitend opi het oor is afgestemd. Wat iedereen schijnt te vergeten is, dat het televisieplaatje, dat op het punt staat via de radio in de Nederlandse huiskamers burgerrecht te verkrijgen, FILM is; dat de ervaring in het buitenland heeft geleerd, dat de programmering van de televisie zeker voor tachtig percent onmogelijk is zonder de film (zoals de radio voor tachtig percent onbetaalbaar zou zijn zonder de gramofoonplaat); dat de radio over de gehele lijn onbevoegd en onbekwaam moet worden geacht om het ingewikkelde spel der televisie, met zijn vele economische, sociale en vooral ook culturele aspecten, te spelen. „Tegen Wil en dank" Een om haar beeldspraak bekende stem voor de Avro-microfoon heeft zelf de televisie, eens de jongste loot, aan de technisch-visuele stam ge noemd. Deze stem heeft ook geklonken in vele interviews, zij klonk steeds meer in talloze kran tenberichten en de laatste tijd is zij feitelijk nog de enige stem, die men uit radiokringen over de komende televisie kan beluisteren: die van de voortvarende directeur van de AVRO. Zijn wil schijnt wet in radiokringen, zelfs zo, dat men bij het voorzichtig polsen, zowel bij de KRO, de NCRV als de VARA, een zekere gela tenheid opmerkt ten opzichte van de heer Willem Vogt's televisieplan. Men zou liever niet willen, maar de een wil bij de ander niet achterblijven. Het enthousiasme van de omroepverenigingen voor televisie op dit moment verloopt in deze volgorde: AVRO-NCRV-KRO-VARA. Men is er de overtuiging toegedaan, dat de tele visie handen vol geld gaat kosten, dat men liever nog vijf jaar had willen wachten en dat men rekent op het finantiëel bijspringen van de Re gering. Iets, waartoe de Regering waarschijnlijk wel verplicht zal zijn, naar het wat lichtvaardig door haar gehesen sein, dat de televisie er komen moet. In de kringen der Overheid kan men beluisteren, dat men deze ontwikkeling niet heeft voorzien en zeker ook niet gewild. Men heeft gedacht aan een vooral rustige ontwikkeling en een verantwoorde exploitatie van de televisie, welke het meest ideale is, wanneer zij harmonisch kan groeien uit een voldragen radiowezen en een voldragen film wezen. Nu echter is de dynamiek van het zich ontwikkelende plan aan de Overheid ontglipt. Er zijn geen bindende afspraken gemaakt met wie dan ook en over wat dan ook. De Regering heeft er zich alleen over uitgesproken, dat de tijd voor televisie in Nederland rijp is en een handig om- roepdirecteur heeft er op motorische wijze zijn televisieplan aan opgehangen. Nu de Regering echter dezer dagen voor de finitieve besluiten komt te staan van zeer ver strekkende aard, finantiëel, politiek en cultureel, zouden we haar doordrongen willen zien van het besef, dat ten aanzien van de televisie in Nederland persoonlijke ambities geen rol mo gen spelen; dat hier op de eerste plaats voor waarden geschapen moeten worden om de exploi tatie en vooral de programmering der televisie verantwoord te maken. „Vier Znilen" Wat gaat er gebeuren als de Nozema haar werk kan bekronen en de radio-omroepen haar zin krijgen? Nederland krijgt dan (het kan helaas niet an ders in het huidige omroepbestel) een vierzuilen- televisie. Dat wil zeggen: een AVRO, een NCRV, een KRO, een VARA, welke ieder voor zich en met z'n allen een televisieprogramma te verzor gen krijgen van drie uren per dag. Een uur in de middag of morgen. Twee uur in de avond. Het eerste uur worden er dan films vertoond (die buiten de filmmarkt door de om roepen zelf in het buitenland duur zullen worden gekocht), of is er plaats voor een confessionele uitzending; 's avonds wordt het programma ge vuld met sketches, toneelstukken en concerten van populaire radio-orkesten. De omroepverenigingen zijn in staat gezamen lijk 1.2 millioen gulden neer te tellen, maar alleen ai het beginkapitaal voor het voldoen van de eerste kosten van inrichting rekenen zij op ander half millioen gulden. Voor de programmakosten hoopt men dan met twee millioen gulden per jaar 10

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1951 | | pagina 11