moderne steden of dorpen. We voelen ons daarbij altijd Nederlanders, en dat is toch eigenlijk bij alle goede eigenschappen die het filmjournaal heeft, nog wel de beste en de mooiste. Het is een ge schenk dat wij elke week in het filmprogramma als het ware cadeau krijgen, ook al wordt er uit eindelijk voor betaald, als een versterking van onze beste nationale gevoelens. Ik hoop dat men hiermede zo moge doorgaan tot in lengte van dagen. Er is, heeft men mij verzekerd, geen ander volk dat op deze wijze een filmjournaal, een natio naal filmjournaal bezit. Er zijn natuurlijk overal filmjournaals en daar komt ook wel wat van het eigen land in voor, soms veel te weinig, soms ook veel te veel. Maar er is niet, zoals wij het kennen, een Nederlands filmjournaal naast een Wereldnieuws, een bindmiddel van Nationaal Besef." De bioscoop werd door Professor Van der Leeuw ten volle aanvaard. Van iedere film van enig niveau genoot hij intens. Ook het werk van de film-liga en de wetenschappelijke film hadden zijn belangstelling, evenals hij op zijn beurt de filmbelangstelling van studerenden aanmoedigde en inzonderheid die, welke in Nederlands Her vormde Kringen aan het groeien was. Zo laat deze grote figuur ook in de wereld van de film een leegte achter, een leegte die door hen onder ons, die het voorrecht hadden hem goed te kennen, pijnlijk wordt gevoeld. Zijn nagedachtenis zal bij ons in hoge ere blijven. NIEUWE SAMENSTELLING CENTRALE COMMISSIE VOOR DE FILMKEURING Bij beschikking van de Minister van Binnen landse Zaken zijn met ingang van 1 Januari 1951 voor de tijd van vijf jaren benoemd: A. tot lid van de Centrale Commissie voor de keuring van films: J. W. v. d. Akker, te 's-Gra- venhage; mr. J. van Andel Gzn., te 's-Graven- hage; H. W. Becht, te Amsterdam; mevr. G. J. van Beresteyn-Metzlar, te Nijmegen; dr. L. H. M. Berger, te 's-Gravenhage; mevr. E. C. M. de Block-Regout, te 's-Gravenhage; mevr. J. de Boef-Biesbrouck, te 's-Gravenhage; rector W. A. E. Bokeloh, te 's-Gravenhage; J. Breunis, te 's-Gravenhage; mr. D. Bijdendijk, te 's-Graven hage; A. Caffé, te Amsterdam; J. H. Carpentier Alting, te 's-Gravenhage; L. F. Carrière, te 's-Gravenhage; mevr. A. J. Creutzberg-de Groot, te 's-Gravenhage; rector J. R. van Dael, te Am sterdam; ds. J. N. Jansen, te LTrmond; mr. J. M. Drees, te 's-Gravenhage; A. van Emden, te 's-Gra venhage; mr. G. H. Eskes, te 's-Gravenhage; mevr. E. J. van Gaasbeek-v. d. Mueren, te Utrecht; dr. J. P. de Gaay Fortman, te 's-Gravenhage; P. L. Gerritse, te Amstelveen; mr. dr. R. M. A. A. Geuljans, te Roermond; mevr. A. Geurts-van Leeuwen, te 's-Gravenhage; dr. F. H. Glastra van Loon, te 's-Gravenhage; mr. J. J. Hangelbroek, te 's-Gravenhage; dr. A. J. Ch. Haex, te Oegstgeest; L. W. J. van Hasselt, te Hilversum; mevr. L. J. M. Hellebrekers-van Kronenburg, te Voorburg; H. G. Hermans, te Voorburg; mevr. A. M. E. v. d. Heu vel Rijnders-Dijkstra, te 's-Gravenhage; mej. mr. C. Hillenius, te Amsterdam; A. P. van der Kroft, te 's-Gravenhage: ds. J. C. J. Kuiper te 's-Gra venhage; ds. P. Kuylman, te Heer; W. K. van Loon, te Voorburg; baronesse M. C. J. Mackay, te 's-Gravenhage; P. J. van Mullem, te Oegst geest; G. Nieuwenhuysen, te 's-Gravenhage; E. J. H. Overbosch, te 's-Gravenhage; ds. W. G. Overbosch, te Amsterdam; mr. W. H. B. Over bosch. te 's-Gravenhage; mevr. L. H. M. A. van Overeem-Ziegenhardt, te 's-Gravenhage; J. Peters, te Amsterdam; ir. S. van Ravesteyn, te Utrecht; mevr. A. F. Reinhold-Bouvy, te 's-Gravenhage; J. W. Rengelink, te 's-Gravenhage; jkvr. J. G. H. Repelaer van Driel, te 's-Gravenhage; W. H. Reterink, te 's-Gravenhage; M. C. v. d. Riet, te 's-Gravenhage; mr. P. du Ry van Beest Holle, te 's-Gravenhage; mevr. B. J. van Santen-Bulk, te 's-Gravenhaqe; M. J. Schipper, te 's-Gravenhage; mej. N. H. Schokking. te 's-Gravenhage; G. P. H. Schuitema, te Wassenaar; J. Sipkes, te 's-C.a- venhaqe; Chr. F. W. Slijper, te Utrecht; mevr. J. F. Smit, te Amsterdam; J. J. Chr. Starkenbrug, te Voorburg: mevr. J. E. van Staveren-Haalebos, te 's-Gravenhage; dr. J. W. B. van de Stigchel, te 's-Gravenhage; mr. B. I. A. A. Ter Veer, te Arnhem; mr. dr. J. A. van Thiel, te Amsterdam; mevr. L. Timmerman-Sistermans, te Wassenaar; mevr. T- Tinbergen-de Wit, te 's-Gravenhage; mevr. D. Veenstra-Heidstra, te 's-Gravenhaae; A. in 't Veld, te Amsterdam: mevr. dr. H. Veld kamp, te Amsterdam: mevr. M. R. T. van Voorst Vader-'t Hooft, te Utrecht: mr. F. T. G. baron van Voorst tot Voorst, te Vunht; D. Vriesman, te Noordwiik: T. B. T. v. d. Waal, te 's-Graven haqe; L. M. Weterinqs. te Utrecht; mej. G. A. M. Wintermans, te 's-Gravenhaqe; mevr. S. W. C. Yzerman-Bendien, te 's-Gravenhaqe; J. T. Zel- denthuis, te Amsterdam; dr. J. Zuring, te Vught; B. tot adviserend lid van de Centrale Commis sie voor de keuring van films: L. L. E. Rens, te Amsterdam; R. Uges Jr., te Rijswijk; C. tot lid van de Huishoudelijke Commissie van de Centrale Commissie voor de keuring van films: P. L. Gerritse, te Amstelveen; mr. D. Bijdendijk, te 's-Gravenhage; mr. dr. J. A. van Thiel, te Amsterdam; R. Uges Jr., te Rijswijk. 16

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1951 | | pagina 17