-- OPERATEUR -
DE
HEEFT EEN VERANTWOORDELIJKE TAAK
EEN van de belangrijke mensen in de
exploitatie van een bioscooptheater is
de onzichtbare man, die boven in de
cabine er voor te zorgen heeft, dat de
clientèle waar voor haar geld krijgt. Deze
man is onze eerste verkoper, die het door de
exploitant ingekochte materiaal op de best mo
gelijke manier en zo smakelijk als het kan aan
de man moet brengen.
Het komt echter jammer genoeg maar al te
vaak voor, dat noch de man in kwestie noch zijn
werkgever van de verantwoordelijkheid, die
de functie van operateur inhoudt, op de hoogte is.
Bij de examens van het Instituut voor Opleiding
van Technisch Bioscooppersoneel en ook bij mijn
bezoeken aan de cabines overal in den lande ben
ik meermalen operateurs tegengekomen, die geen
enkel begrip hadden van de grote verantwoorde
lijkheid, die op hun schouders rust. Door het
werk van de Technische Commissie en het Insti
tuut is er al een grote verbetering te constateren;
wij zijn echter nog lang niet daar, waar wij heen
willen en het blijft voor mij nog een vraag, of
wij er ooit zullen komen.
Het gaat nu eenmaal niet aan, als men een be
paald vak heeft gekozen, en zijn vakbekwaam
heid door het doen van examens en het behalen
van een diploma bewezen heeft, tegen zich zelf
te zeggen: ,,Nu ben ik klaar, nu heb ik een baan
en verdien ik mijn brood; nu kan mij de rest niets
meer schelen." Neen, na het behalen van het
diploma begint het pas goed. Het is voor mij
vanzelfsprekend, dat, als iemand een bepaald vak
heeft, hij voor dit vak ook het nodige enthousias
me aan de dag legt en zal proberen zich in dit
vak zoveel mogelijk te bekwamen. Zonder het
nodige enthousiasme is men niet in staat om iets
goeds tot stand te brengen en als destijds enige
constructeurs niet het nodige enthousiasme had
den gehad, dan zaten wij nu nog met de Efrne-
mann I projector, dan was de geluidsfilm er nooit
gekomen en was de geweldige vooruitgang in
opname- en weergave-techniek nooit tot stand
gekomen. Ergo om een goed operateur te zijn
moet men het nodige enthousiasme en liefde voor
de cinematographie bezitten. Dat men hierbij zich
zelf de nodige verplichtingen op de schouders
moet laden, spreekt vanzelf.
Gelukkig zijn de tijden voorbij, dat men achter
op de wippen van projectiemachines asbakjes
monteerde of dat men bij gebreke van een asbakje
het lantarenhuis gebruikte voor het deponeren
van as en peukjes, dat men films monteerde of
omspoelde met een brandende pijp, sigaar of
sigaret in zijn mond. Al diegenen, die zoiets de
den, hadden geen verantwoordelijkheidsgevoel
en als zij eenmaal een brand hadden meegemaakt
van de op dynamiet gelijkende nitraatfilm, dan
hadden zij het roken wel afgeleerd, maar inmid
dels hun werkgever grote schade berokkend
Daarom is het voor de operateur een eerste plicht
in de cabine onder geen enkele omstandigheid
te roken. Het kan jaren goed gaan, maar een on
geluk schuilt in een klein hoekje en bij een cabine-
brand ontstaat er al spoedig een schade van tien
duizenden guldens.
Ook al is de ondernemer verzekerd tegen
brandschade, de brand kost hem altijd geld.
Zeer veel exploitanten gaan van de veronder
stelling uit, dat zij voor het volle aanschaffings
bedrag zijn verzekerd; dit is echter niet zo. Op
een in gebruik zijnde apparatuur wordt namelijk
afgeschreven en wel 10 of meer per jaar. Dus
na een gebruik van zes jaren is de werkelijke
waarde ten hoogste nog maar 40 van de aan
schaffingsprijs. Het is usance geworden, dat
steeds 40 als minimum wordt aangenomen van
de oorspronkelijke aanschaffingsprijs, onafhan
kelijk van de ouderdom der installatie.
Eerst stellen experts de werkelijke waarde
vóór de brand vast, waarbij men 10 per jaar
afschrijft tot een minimum van 40 Dan stelt
men de restantwaarde vast. Restanten zijn er
altijd, b.v. een gietijzeren zuil zal heus niet smel
ten. Het verschil tussen waarde voor de brand
en restantwaarde is de schade, die zal worden
uitbetaald. Is dus een cabine-installatie aange
schaft voor 20.000.en de apparatuur drie
jaar in gebruik, dan is de waarde vóór de brand
f20.000.--------30% hiervan is ƒ14.000.—. De
restantwaarde is b.v. 4.000.dan wordt de
schade afgemaakt op 10.000.een strop dus
van 10.000.bij een installatie die drie jaar
oud is en zeker nog minstens 7 jaar had meege-
kund, alvorens men tot nieuwe aanschaffing was
overgegaan.
Een exploitant geeft in het volste vertrouwen
de operateur als gereedschap een installatie in
23