geheel uit den boze met de hand dusdanig om te spoelen, dat dit met een sneltreinvaartje ge schiedt. Dan schuiven namelijk de filmlagen over elkaar heen en het altijd aanwezige filmslijpsel en de stof doen dan de rest. Het is in het geheel niet nodig, dat een film na b.v. 100 vertoningen zwaar verregend is, zoals nog steeds voorkomt. Dit is het werk van een nonchalante operateur, die voor het vak niets voelt. En dan de vernielde eindstukken met over- neemtekens; het is gewoonweg niet te geloven, hoe hier met andermans eigendom wordt omge sprongen. Het is heel prettig, dat de technische kennis dank zij de Stichting Instituut voor Opleiding van Technisch Bioscooppersoneel sterk vooruit is gegaan. Dit houdt echter niet in, dat er aan machines en versterkers mag worden geëxperi menteerd. U kunt er van overtuigd zijn, dat de fabrikanten alles hebben gedaan om het mecha nische en het electrische gedeelte der installaties zo bedrijfszeker en kwalitatief zo hoog mogelijk op te voeren. Voor een operateur met zijn beperkte kennis der techniek en met een gebrekkig instrumenta rium is het ondoenlijk ingrijpende verbeteringen aan zijn installatie aan te brengen. Laat dit over aan de fabrikanten resp. hun deskundig personeel. Laat de mechaniek aan een instrumentmaker over, die speciaal hiervoor getraind is en laat het electrisch gedeelte over aan de hiervoor opgeleide electrotechniker. Bij de erkende handelaren staan deze mensen ter beschikking. Exploitanten, let op Uw zaak, zorg er voor, dat U goede operateurs in Uw cabine heeft. U hebt dit zelf in de hand. Praat eens met deze groep van Uw personeel, maakt hen attent op de grote verantwoordelijkheid, die op hun schou ders rust en kweek dit verantwoordelijkheidsge voel aan. Als U met hen praat, doe het dan op de juiste manier en U zult er zelf de vruchten van plukken. De operateur is verantwoordelijk voor het geven van een goede voorstelling, goed onder houd van de kostbare apparatuur en goede be handeling van de film, hetgeen genoeg verant woordelijkheid is om tot de overtuiging te ko men dat een goed operateur niet slechts een filmdraaier is, maar een belangrijke functie in het bedrijf vervult. Ing. E. TRIJSSENAAR. AMENDEMENTEN OP HET CONCEPT ALGEMEEN BEDRIJFSREGLEMENT In verband met de door de Ledenraad in zijn laatste vergadering genomen besluiten, waarvan elders in dit Orgaan een verslag wordt gegeven, deelt het Hoofdbestuur de leden mede, dat het in de bedoeling ligt in de loop van de maand Maart een nieuwe vergadering van de Ledenraad te houden, waarin onder andere zullen worden be handeld het voorstel van het Hoofdbestuur tot het vaststellen van een nieuw Algemeen Bedrijfsreg- lement en de daarop in te dienen amendementen. Bedoeld voorstel van het Hoofdbestuur is met een circulaire van 1 December 1950 nr. 280 aan alle leden toegezonden. Met het oog op het bepaalde in artikel 27 van het Algemeen Bondsreglement nodigt het Hoofd bestuur de leden uit eventuele amendementen op dit voorstel vóór 1 Februari a.s. bij het Bonds bureau in te dienen. Het is reglementair vereist, dat de amendementen vergezeld gaan van een toe lichting. Andere voorstllen, die niet als amende menten op het voorstel van het Hoofdbestuur kunnen worden beschouwd, moeten ten minste één maand voor de dag der Ledenraadsvergade ring bij het Hoofdbestuur worden ingediend, dat wil zeggen in het onderhavige geval voor 1 Febru ari a.s. AANSPRAKELIJKHEID IN GEVAL VAN VERZUIMDE KENNISGEVING BIJ FILMBESCHADIGING Van deze gelegenheid maken wij gebruik nog maals te attenderen op het laatste lid van artikel 18 van de Bondsvoorwaarden, luidende: ,,De huurder is gehouden om, indien hij ern stige aanmerkingen heeft op de toestand, waarin het materiaal hem geleverd is, deze bezwaren onmiddellijk telegrafisch ter ken nis van de verhuurder te brengen; bij gebreke van dien zal een en ander worden geacht in goede staat te zijn geleverd." Met het oog op de aan de collectieve filmver zekering verbonden conditie dat in geval van schade de eerste 100,niet voor rekening van assuradeuren zullen komen, is de naleving van deze bepaling van groot belang. Indien namelijk voor een beschadigde film schadevergoeding bij de verzekeringsmaatschappij wordt geclaimd, zal de exploitant in wiens bioscoop de film in kwestie het laatst heeft gelopen voor de betaling van bo venbedoelde 100,eigen risico aansprakelijk worden gesteld indien hij niet onmiddellijk na ont vangst van de film, overeenkomstig het boven geciteerde artikel van de Bondsvoorwaarden, aan de verhuurder kennis heeft gegeven van de min der goede toestand waarin de copie door hem werd ontvangen. In dat geval moet immers wor den aangenomen dat hem de copie in goede staat is geleverd en dat de beschadiging in kwestie dus in zijn bioscoop is veroorzaakt. Het verdient derhalve aanbeveling dat ook deze bepaling strikt wordt nageleefd. 25

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1951 | | pagina 26