32
RECHTDOENDE ALS GOEDE MANNEN NAAR
BILLIJKHEID:
VEROORDEELT gedaagde om aan eiser tegen behoor
lijk bewijs van kwijting te betalen de somma van
alsmede tot betaling van de geschilkosten ad 50.aan
het secretariaat van de Commissie van Geschillen.
Aldus gewezen te Amsterdam op
20 September 1950.
In zake:
N.V. KINOTECHNIEK, gevestigd te Amsterdam, aan
de Prinsengracht 530, aldaar, eiseres, contra
de heer B. BRANBERGEN, onder de naam Filmonder-
neming Okaphone, exploiterende een reizende bioscoop, als
mede een permanente bioscoop te Leens en Zoutkamp,
wonende te Groningen, aan de Oude Ebbingestraat 60,
aldaar, gedaagde.
De Commissie van Geschillen (Tweede Kamer) van de
Nederlandsche Bioscoop-Bond, volgens de Statuten en het
Arbitrage-Reglement van die Bond, benoemd en aangewe
zen als arbitrage-college voor de beslechting onder meer
van geschillen tussen leden van de Bond onderling;
IN AANMERKING NEMENDE:
dat eiseres bij request d.d. 23 Juni 1950, aangevuld bij
schrijven d.d. 27 Juni 1950, een geschil contra gedaagde
heeft aanhangig gemaakt, van welke stukken afschriften aan
dit vonnis zijn gehecht en die worden beschouwd als hier
te zijn ingelast;
dat de Commissie partijen tijdig heeft opgeroepen tot haar
zitting, gehouden op Woensdag 20 September 1950 op het
Bondsbureau te Amsterdam;
dat aldaar zijn verschenen de heer J. Hoogendijk, gemach
tigde van eiseres, alsmede gedaagde persoonlijk;
dat gedaagde in hoofdzaak heeft verklaard, dat eiseres
hem enige jaren geleden een transportabele 35 mm instal
latie heeft geleverd, omtrent de werking waarvan klachten
zijn gerezen; dat deze klachten ter kennis van eiseres zijn
gebracht, doch tot dusverre nog steeds niet zijn opgeheven;
dat hij derhalve niet bereid is het thans gevorderde bedrag
ad voor de levering van onderdelen te be
talen, voordat de hem geleverde installatie door eiseres in
orde zal zijn gemaakt;
dat de heer J. Hoogendijk, namens eiseres, in hoofdzaak
heeft verklaard, dat het gevorderde bedrag ad
betrekking heeft op de levering van onderdelen welke leve
rantie geheel apart staat van de door gedaagde bedoelde
klachten omtrent de hem geleverde transportabele projectie-
installatie; dat hij derhalve zijn eis volledig handhaaft;
dat gedaagde hierna in antwoord op een vraag van de
Voorzitter der Commissie in hoofdzaak heeft verklaard, dat
hij de onderdelen waarover dit geschil handelt heeft ont
vangen en de juistheid van het daarvoor gefactureerde bedrag
ad niet betwist.
OVERWEGENDE:
dat beide partijen lid zijn van de Nederlandsche Bioscoop-
Bond en dat ingevolge het bepaalde in artikel 32 der Sta
tuten en artikel 1 van het Arbitrage-Bondsreglement van de
Nederlandsche Bioscoop-Bond alle geschillen tussen leden
van de Bond onderling, met uitsluiting van de burgerlijke
rechter, zijn onderworpen aan de Bondsarbitrage, zoals die
is geregeld in dat arbitrage-reglement;
dat dus de Commissie van Geschillen bevoegd is van
het onderhavig geschil kennis te nemen en daarin uitspraak
te doen als arbitrage-college, welks beslissingen vatbaar zijn
voor hoger beroep bij de Raad van Beroep van de Neder
landsche Bioscoop-Bond;
dat gedaagde de tegen hem ingestelde vordering tot be
taling van een bedrag ad voor de levering van
een aantal onderdelen voor zijn transportabele projectie
installatie als juist heeft erkend en dat deze vordering
derhalve behoort te worden toegewezen; dat niet in aan
merking kan worden genomen gedaagdes verweer, dat de
installatie waarvoor deze onderdelen bestemd zijn, bezwaren
van technische aard vertoont, welke bezwaren eerst zouden
moeten worden verholpen alvorens hij tot betaling der ge
leverde onderdelen bereid zou zijn; dat dit immers een
geschil tussen partijen is, dat geheel los staat van de
onderhavige zaak en derhalve slechts kan worden behan
deld indien het op de normale wijze wordt aanhangig ge
maakt;
dat derhalve gedaagde behoort te worden veroordeelo'
tot betaling van het gevorderde bedrag ad
alsmede tot betaling van de geschilkosten die zijn bepaald
op 50.—.
RECHTDOENDE ALS GOEDE MANNEN NAAR
BILLIJKHEID:
VEROORDEELT gedaagde om aan eiseres tegen be
hoorlijk bewijs van kwijting te betalen de somma van
alsmede tot betaling van de geschilkosten ad
f 50.aan het secretariaat van de Commissie van Ge
schillen.
Aldus gewezen te Amsterdam op
20 September 1950.
In zake:
MEVROUW L. SCHIMMERLING, weduwe van I
heer Leo Meyer, wonende te Amsterdam, te dezer zakt
domicilie gekozen hebbende aldaar aan de Keizersgracht 7&
ten kantore van de advocaat en procureur Mr. L. Glazer
eiseres, contra
N.V. MONOPOLE FILM, gevestigd te Amsterdam ei
kantoorhoudende aldaar aan de Nes 23, gedaagde.
De Commissie van Geschillen (Tweede Kamer) van di
Nederlandsche Bioscoop-Bond, volgens de Statuten en he:
Arbitrage-Reglement van die Bond, benoemd en aangewe
zen als arbitrage-college voor de beslechting onder mee:
van geschillen tussen leden van de Bond onderling;
IN AANMERKING NEMENDE:
dat eiseres bij request d.d. 28 September 1949 een ge
schil contra gedaagde heeft aanhangig gemaakt, van wel!
request een afschrift aan dit vonnis is gehecht en da
beschouwd wordt als hier te zijn ingelast;
dat gedaagde met haar brief van 7 October 1949 ee:
schriftelijk verweer heeft ingediend, van welk verweerschrii
een afschrift aan dit vonnis is gehecht en dat beschouw
wordt als hier te zijn ingelast;
dat de Commissie partijen heeft opgeroepen tot haa:
zitting gehouden op Woensdag 18 Januari 1950 op he
Bondsbureau te Amsterdam;
dat aldaar verschenen zijn eiseres en haar rechtskundij
raadsman, Mr. L. Glaser, alsmede de heren A. Cahn er
P. L. Ooms, respectievelijk directeur en bedrijfsleider val
gedaagde;
dat Mr. L. Glaser namens eiseres in hoofdzaak heeft ver
klaard, dat het vaststaat, dat wijlen de heer L. Meije:
productieleider is geweest bij de vervaardiging van de filr
„Oranje Hein" waarvoor hij buiten zijn normale honorariui
10 der met deze film te behalen netto-winst zou onl
vangen; dat de heer P. Kijzer, thans mede-directeur va:
het Kriterion Theater te Amsterdam, die destijds aan di
vervaardiging van de onderwerpelijke film heeft medege
werkt, een schriftelijke verklaring d.d. 20 Juni 1949 van di
volgende inhoud heeft afgelegd: „Mij is bekend, dat rj
film „Oranje Hein" onder productieleiding van de heer Lei
Meyer voor de Monopole Film is gemaakt.. Ik weet oo.<
dat de heer Leo Meyer voor zijn werkzaamheden een per
centuele deelneming in de winst contractueel kreeg. Slecht!