UITSPRAKEN COMMISSIE VAN GESCHILLEN
23
Minden met producenten, deze de beschikking dient te heb
ben over alle statements, weshalve partij Succes respectieve
lijk partij Grünberg deze onverwijld aan haar moet inzenden;
dat het gezien de omvang van de vordering van partij
Minden uit hoofde van licentieschuld, materiaalkosten en
dergelijke wenselijk is, voorzieningen te treffen ter verzeke
ring van de voldoening hiervan, weshalve alle beschikbare
en alsnog ter beschikking komende liquide middelen van partij
Succes, uitsluitend en onverwijld moeten worden aangewend
ter voldoening van de schuld aan partij Minden en dit von
nis onmiddellijk uitvoerbaar moet worden verklaard;
dat nu het maatschapscontract per 31 December 1948 is
ontbonden verklaard, een slotbalans per die datum is opge
steld en de vorderingen over en weer zijn vastgesteld, welke
resulteren in een vordering van Minden op partij Succes,
respectievelijk partij Grünberg, waardoor de maatschapsver
houding tussen partij Minden en partij Grünberg definitief
is beëindigd, partijen Succes en Grünberg, partij Min
den behoren te vrijwaren voor alle aanspraken van derden
terzake van vorderingen op partij Succes, respectievelijk op
partij Grünberg of de vroeqere maatschap Minden-Grünberg;
dat voor zover overigens nog door partij Minden vorde
ringen zijn gedaan, deze zijn afgewezen;
dat voor zover Grünberg nog grieven naar voren heeft
gebracht, deze in het bovenstaande voor een groot deel zijn
weerlegd en voor het overige niet zijn geaccepteerd;
dat gezien het vorenstaande het vonnis van de Commissie
van Geschillen moet worden vernietigd, opnieuw uitspraak
moet worden gedaan, en partijen Succes en Grünberg dienen
te worden veroordeeld in de arbitragekosten, welke in tweede
instantie worden begroot op 300,zodat deze in totaal
660,komen te bedragen, benevens in de kosten van depO'
nering van dit vonnis zowel als van het voorlopig arbitraal
vennis in hoger beroep, bedragende in totaal 15,terwijl
de kosten van het accountantsrapport d.d. 29 November 1950
inzake de belangengemeenschap Minden/Grünberg door partij
Minden en door partij Grünberg respectievelijk partij Succes
ieder voor de helft moeten worden gedragen, welke laatste
kosten 700,belopen;
OPNIEUW RECHTDOENDE IN HOGER BEROEP
ALS GOEDE MANNEN NAAR BILLIKHEID:
VERNIETIGT het vonnis van de Commissie van Geschil
len, waarvan beroep;
VERKLAART ontbonden de overeenkomst d.d. 2 Novem
ber 1946 inzake de belangengemeenschap Minden/Grünberg,
evenals de overeenkomst tussen partij Succes en partij Min
den d.d. 2 November 1946, beide per ultimo 31 December
1948;
VERKLAART alle handelingen door partij Grünberg
hetzij persoonlijk, hetzij in enige hoedanigheid respectieve
lijk partij Succes verricht en alle uitgaven door deze gedaan
na het overlijden van de heer R. Minden, voor zover daarop
niet de uitdrukkelijke goedkeuring is verkregen van partij
Minden, alleen en uitsluitend voor rekening en risico van
partij Grünberg, respectievelijk Succes, althans en in elk geval
niet voor enig deel voor rekening en risico van partij Minden;
VERKLAART dat alle films, die partij Minden in de maat
schap Minden/Grünberg, respectievelijk in partij Succes heeft
ingebracht, alsmede de daarbij behorende rechten, contracten
en materialen, ter verdere exploitatie onverwijld ter beschik
king van partij Minden moeten komen;
VERKLAART dat de eventuele winsten van een verdere
exploitatie na 31 December 1948 door partij Minden en partij
Grünberg ieder voor de helft zullen worden genoten, met dien
verstande, dat het aan partij Grünberg toevallende niet aan
deze, doch aan partij Minden zal worden uitgekeerd, zolang
deze nog enig bedrag van partij Grünberg en/of partij Succes
uit welke hoofde ook te vorderen heeft;
VEROORDEELT partij Grünberg, respectievelijk partij
Succes tot betaling van een bedrag groot aan partij
Minden, zijnde hiermede de algehele afrekening tussen par
tijpen tot 31 December 1948 geschied;
VEROORDEELT partij Succes, respectievelijk partij
Grünberg tot onmiddellijke inzending van alle achterstallige
statements aan Minden:
VEROORDEELT partij Succes, respectievelijk partij
Grünberg tot onmiddellijke betaling van de na 31 December
1948 door partij Succes, respectievelijk partij Grünberg nog
af te rekenen schuld aan licentiegelden, materiaalkosten en
dergelijke, welk bedrag is op te maken bij staat door het
Bureau van de Nederlandsche Bioscoop-Bond per datum van
betekening van dit vonnis, zulks na ontvangst van de state
ments van Minden;
VEROORDEELT partij Succes alle beschikbare en alsnog
ter beschikking komende liquide middelen uitsluitend en on
verwijld aan te wenden ter voldoening van de vorengenoem
de schuld aan partij Minden;
VEROORDEELT partij Succes om wekelijks de film-
huren van alle films door partij Succes aan leden-exploitan-
ten ter vertoning gegeven, door de betrokken exploitanten
te doen deponeren bij_ het Bureau van de Nederlandsche Bio
scoop-Bond, tot dat door Succes, en/of Grünberg volledig
aan dit vonnis is voldaan;
VEROORDEELT partij Succes ter verzekering van een
richtige deponering haar afnemers hiervan per circulaire op
de hoogte te stellen en afschrift van deze circulaire te zen
den aan het Bureau voornoemd en tevens om dit Bureau op
gave te doen van haar afnemers en van de door deze gege
ven inzetdata onder vermelding van de te vertonen films;
VEROORDEELT partij Succes, respectievelijk partij
Grünberg, partij Minden te vrijwaren voor alle aanspraken
van derden terzake van vorderingen op partij Succes, respec
tievelijk partij Grünberg of de vroegere maatschap Minden/
Grünberg;
VEROORDEELT partij Succes, respectievelijk partij
Grünberg in de kosten van deze arbitrage, tot en met het
deponeren van dit vonnis ter Griffie, bedragende 675,
(zeshonderd vijf en zeventig gulden )en tevens voor de helft
in de kosten van het rapport van het accountantskantoor
Loyens en Volkmaars inzake de belangengemeenschap Min
den/Grünberg, welke in totaal bedragen ƒ700,(zevenhon
derd gulden), zijnde haar aandeel ƒ350,(driehonderd vijf
tig gulden)
VEROORDEELT partij Minden voor de helft in de kosten
van het rapport van het accountantskantoor Loyens en Volk
maars inzake de belangengemeenschap Minden/Grünberg,
welke in totaal bedragen ƒ700,(zevenhonderd gulden),
zijnde haar aandeel 350,-- (driehonderd vijftig gulden);
VERKLAART dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen te Amsterdam op Dinsdao,
19 December 1950.
De COMMISSIE VAN GESCHILLEN (TWEEDE
KAMER) van de Nederlandsche Bioscoop-Bond heeft de
volgende arbitrale vonnissen gewezen;
In zake:
N.V. BICKER 6 VAN DER ROER, gevestigd te Amster
dam en kantoor houdende aldaar aan de Sarphatikade 4,
eiseres, contra
de heer R. A. VAN MOURIK, voormalig exploitant van
het Flora Theater te Delft, wonende aan de Jan van Nassau-
straat 84 te 's-Gravenhage, gedaagde.
De Commissie van Geschillen (Tweede Kamer) van de
Nederlandsche Bioscoop-Bond, volgens de Statuten en het
Arbitrage-Reglement van die Bond benoemd en aangewezen
als arbitragecollege voor de beslechting onder meer van ge
schillen tussen leden en donateurs(trices) van de Bond on
derling;