worden aangemerkt, heeft zij het recht deze aan. het oordeel van de sub 4 bedoelde commissie te onderwerpen. De uitspraak van deze commissie is voor beide partijen bindend. Partij sub II zal eenmaal per kwartaal schriftelijk opgave doen van de geleverde films aan de. Gemenade Commissie bedoeld sub 4. 3. Partij sub I is bereid, indien partij sub II zulks verzoekt, films, die tot het commerciële bioscoop repertoire behoren, voor televisie-uitzendingen beschikbaar te stellen. Aanvragen daartoe moeten schriftelijk worden gericht tot de Gemengde Commissie. 4. De Gemengde Commissie bestaat uit vijf leden, waarvan elk der partijen er twee benoemt en bij toerbeurt tevens een derde lid en voorzitter, hetv/elk gedurende drie maanden als zodanig fun geert. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen. Het secretariaat is gevestigd ten kantore van partij sub I. De commissie maakt binnen drie weken na ontvangst der aanvrage haar beslissing kenbaar. Partijen verklaren zich bij voorbaat bij de beslissingen van dit college neer te leggen. 5. Vastgelegde televisie-uitzendingen en al hetgeen aan de kop van de Braunsche Buis wordt opge nomen en als televisie uitgezonden, wordt tussen partijen niet beschouwd als film in de zin van deze overeenkomst. 6. Per zenduur zal partij sub II niet meer dan gedurende circa 20 minuten films uitzenden, waarvan ten hoogste zeven minuten worden gebruikt voor uitzending van journaals of actualiteitenfilms. Uitzendingen van films gedurende meer dan 20 minuten per zenduur zullen bij wijze van uitzon dering en alleen na door partij sub II verkregen toestemming van de commissie als bedoeld onder 4, plaats vinden. Partij sub II is verplicht deze actualiteitenfilms voorzover het Nederlandse actualiteiten betreft uit sluitend te betrekken van of te laten vervaardigen door leden van partij sub I. Partij sub II of haar leden zullen bij het verlenen van opdrachten tot het vervaardigen van actuali teitenfilms daarvan gelijktijdig opgave doen aan partij sub I onder vermelding van het tijdstip van uitzending. Het verlenen van toestemming door partij sub I aan zijn leden voor het vervaardigen van bedoelde films, is door het afsluiten van dit contract geschied. 7. Het staat partij sub II vrij filmmateriaal te vervaardigen of te doen vervaardigen bestemd voor inlas in andersoortige programma's. De daarvoor bestemde tijd wordt niet in mindering gebracht op de tijd genoemd in punt 6. 8. De toestemming tot uitzending van films blijft beperkt tot de uitzending als zodanig. Partij sub II is bereid aan het begin van elke televisie-uitzending van via de leden van partij sub I betrokken films te vermelden: „Deze uitzending van films is uitsluitend bestemd voor ontvangst in de huiselijke kring zonder winstoogmerk". 9. Alle uit of naar aanleiding van deze overeenkomst tussen partijen ontstane geschillen zijn met uit sluiting van de burgerlijke rechter onderworpen aan de arbitrage van drie scheidslieden, die als goede mannen naar billijkheid recht zullen doen. Deze drie scheidslieden worden door beide partijen gezamenlijk benoemd. Indien binnen één maand, nadat de ene partij aan de andere partij een voorstel tot het benoemen van arbiters voor de beslechting van een geschil heeft gedaan, geen overeenstemming over de keus der scheidslieden is bereikt, zal de President van de Arrondissements rechtbank te Amsterdam op verzoek van de meest gerede partij de drie scheidslieden aanwijzen. 10. Deze overeenkomst vangt aan op heden en is van kracht tot een jaar na heden. Indien het contract niet drie maanden voor expiratie van bedoelde termijn door een der partijen schriftelijk is opgezegd, wordt het opnieuw voor de tijd van een jaar van kracht. Amsterdam, 1 October 1952. Hilversum, 1 October 1952. Het Hoofdbestuur van de Het Dagelijks Bestuur van de NEDERLANDSCHE NEDERLANDSE BIOSCOOP-BOND TELEVISIE STICHTING w.g. Prof. Dr. J. B. KORS, Voorzitter. w.g. w'9- M. P. M. VERMIN, Voorzitter. J- W. RENGELINK, Secretaris. w.g. G. DE CLERQ, Penningmeester. w q. w-9- JOH. MIEDEMA, Secretaris. Mr. A. H. VAN DE VEEN, Lid. 13

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1952 | | pagina 14