^Doorzending rilms 18 eenkomstig een door de werkgever vast te stel len werkrooster, hetwelk door de werkgever kan worden gewijzigd, indien zulks door de omstan digheden wordt vereist." Hieruit blijkt dus, dat in iedere bioscoop een werkrooster aanwezig moet zijn. Bij het ontbre ken daarvan kunnen zich de volgende gevallen voordoen. Een portier in een plaats waar vrijwel geen verval wordt genoten, wendt zich al of niet via zijn vakbond tot zijn werkgever met de mede deling, dat zijn garantieloon te laag is, omdat hij valt in de arbeidstijd van 3240 uur per week. De werkgever stelt zich op het standpunt, dat bij de 9 a 10 voorstellingen, die per week worden gegeven niet langer dan 32 uur per week behoeft te worden gewerkt en dat de meerdere tijd die de portier onverplicht in de bioscoop aanwezig is, niet door hem behoeft te worden betaald. Bij onderzoek door de Sociale Commissie blijkt, dat er geen werkrooster aanwezig is en dat de portier, evenals de overige werknemers hun. diensttijd naar eigen goeddunken onderling regelen. Deze Commissie staat in zulke gevallen voor de onaangename taak om aan de hand van meestal tegenstrijdige verklaringen omtrent de te verrichten werkzaamheden, met als enig houvast het aantal voorstellingen, een beslissing te nemen, die voor één van beide partijen altijd onbevredi gend is. Het aanleggen van, een eenvoudig werkrooster had dit kunnen voorkomen zonder de goede ver standhouding tussen werkgever en werknemer te vertroebelen. Ook kan het voorkomen, dat door werknemers uitbetaling voor overwerk wordt gevorderd, hoe wel daarvan in feite geen sprake is, omdat is ver zuimd in een werkrooster de arbeidstijden be hoorlijk vast te leggen. Er zouden nog meer van dergelijke mogelijkhe den kunnen worden opgesomd, doch wij zullen dat achterwege laten, omdat het alleen de be doeling is op deze plaats te laten uitkomen, dat de verplichting tot het aanleggen van, een werk rooster dat uiteraard moet zijn opgehangen op een voor de werknemers gemakkelijk toegan kelijke plaats geen overdreven eis is. De werkgever zowel als de werknemer weten immers alleen in dat geval waar zij zich aan te houden hebben. Om dit te bereiken is het evenwel noodzakelijk, dat zulk een rooster niet aan duidelijkheid te wen sen overlaat. Er komen gevallen voor, dat wei een rooster aanwezig is, maar dat daarin een voudig is vermeld, dat bijvoorbeeld op Woens dag portier X, cassière Y, ouvreuse Z en de operateurs A en B tijdens de voorstellingen dienst hebben zonder dat de uren worden vermeld. Op deze manier opent men opnieuw de deur voor allerlei narigheden, die dikwijls pas ontstaan,, na dat de betrokken werknemer van werkkring is veranderd of zich op ander gebied onenigheid heeft voorgedaan. Een goed werkrooster moet dan ook de namen en functies van alle werknemers bevatten met daarachter een volledige specificatie van de uren, die zij per dag in de bioscoop aanwezig moeten zijn. Het behoeft geen betoog, dat het niet de be doeling is dit zover door te voeren, dat bijvoor beeld een ouvreuse een kwartier nadat de voor stelling is begonnen kan vertrekken en circa anderhalf uur later als de tweede voorstelling be gint weer voor een half uur of drie kwartier terug moet komen. Bij een dergelijke versnippering zou den de betrokken werknemers immers niet tot een behoorlijke werktijd kunnen komen en even min tijd overhouden om een nevenberoep te gaan uitoefenen. Als regel zal daarom een minimum van 2 uur achtereen moeten worden aangehouden. Wij vertrouwen, dat het vorenstaande de le den, die zulks tot nu toe achterwege lieten, aan leiding zal geven een werkrooster samen te stellen. Het Bondsbureau is, indien zich terzake problemen mochten voordoen, steeds bereid bij de oplossing daarvan behulpzaam te zijn. De laatste tijd worden herhaaldelijk klachten ontvangen omtrent de doorzending van films en wel in dier voege, dat sommige leden-exploitan- ten de films niet doorzenden aan de adressen, die hun door de verhuurder zijn opgegeven, doch de film(s) aan het filmverhuurkantoor in kwestie retourneren. Dit euvel doet zich speciaal voor met biosco pen, die slechts op enkele dagen per week film voorstellingen geven. De verhuurder heeft dan soms wel, soms niet voldoende tijd om te zorgen, dat het betrokken programma tijdig op het juiste adres aankomt. In, het ene geval moet de verhuurder nodeloos extra kosten maken. De huurder had immers in plaats van het programma of het bijwerk aan de verhuurder te retourneren, evengoed voor on middellijke doorzending aan het juiste adres kun nen zorgdragen. Het kostenverschil is doorgaans nihil en doet overigens ook niet ter zake. In het andere geval komt de film te laat op de plaats van bestemming en moet de eerste huurder scha devergoeding aan de tweede huurder betalen. In artikel 19 van de Bondsvoorwaarden is im mers bepaald: .Wanneer niet anders is overeen gekomen is de huurder verplicht de filmrollen, gramofoonplaten, reclame-materiaal e.d. per eer ste gelegenheid na de laatste voorstelling, waar voor zij bestemd waren, door te zenden aan het

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1953 | | pagina 20