UITSPRAAK COMMISSIE VAN GESCHILLEN 20 Pag. 55: Vlaardingen, Stadsgehoorzaal. Toevoegen: F. B. J. Drion, leider. Pag. 59: Zaltbommel, Luxor. Schrappen: J. L. Wille. Pag. 60: Toevoegen: Zoetermeer (Afd. Westen). (Geen kengetal) Theater „Ons Genoegen", Dorpsstraat 121, tel. 55, Firma A. van, Fraassen Zn., firmanten: A. v. Fraassen en J. v. Fraassen. De Commissie van Geschillen (Tweede Kamer) van de Nederlandsche Bioscoop-Bond heeft het volgende arbitrale vonnis gewezen In zake; N.V. GOFILEX, gevestigd te Leiden en kantoorhoudende aldaar aan de Steenschuur 17, eiseres, contra FIRMA G. J. M. VAN KUPPEVELD en J. A. BEU KERING, gevestigd te Grave, exploiterende het Palazzo Theater aldaar en kantoorhoudende aldaar aan de Bom vrije no. 2, gedaagde. De Commissie van Geschillen (Tweede Kamer) van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, volgens de Statuten en het Arbitragereglement van die Bond benoemd en aangewezen als arbitrage-college voor de beslechting onder meer van geschillen tussen leden van de Bond onderling; IN AANMERKING NEMENDE: dat eiseres bij request d.d. 15 September 1952, aangevuld met een brief d.d. 19 September 1952, een geschil contra gedaagde heeft aanhangig gemaakt, van welk request en brief afschriften aan dit vonnis zijn gehecht en die be schouwd worden als hier te zijn ingelast; dat de Commissie partijen heeft opgeroepen tot haar zit ting, gehouden op Woensdag 17 December 1952 op het Bureau van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, Jan Luyken- straat 2 te Amsterdam; dat aldaar verschenen zijn de heren P. N. Brouwer, direc teur van eiseres en S. L. Toncman, gemachtigde van ge- daagde; dat de heer S. L. Toncman namens gedaagde in hoofd zaak heeft verklaard, dat gedaagde op 22 December 1949 tijdig de tussen partijen bestaande overeenkomst op de voorgeschreven wijze heeft opgezegd; dat eiseres evenwel beweerde, dat zij ten behoeve van het Palazzo Theater te Grave nog een groot aantal films had afgesloten en dat gedaagde verplicht was deze films af te nemen; dat het daaraan te wijten is, dat er op of omstreeks 17 Augustus tussen partijen een nieuwe overeenkomst is aangegaan ais omschreven in eiseresses schriftelijke bevestiging van 23 Augustus 1950; dat het gedaagde gebleken is, dat er voor haar geen enkele verplichting bestond om films, welke eiseres ten behoeve van het Palazzo Theater ter vertoning na de expiratiedatum van de eerste overeenkomst had af gesloten, af te nemen en dat derhalve de tweede overeen komst op een onjuiste grondslag berust; dat de heer P. N. Brouwer namens eiseres in hoofdzaak heeft verklaard, dat de tweede overeenkomst na langdurige onderhandelingen tot stand is gekomen en dat deze over eenkomst, die door eiseres volledig is uitgevoerd, inmiddels is geëxpireerd, weshalve eiseres het standpunt inneemt, dat gedaagde verplicht is het aan eiseres toekomend aandeel in de opbrengst van de films uit te betalen; OVERWEGENDE: dat beide partijen lid zijn van de Nederlandsche Bioscoop- Bond en dat ingevolge artikel 32 der Statuten en artikel 1. van het Arbitragereglement van de Nederlandsche Bioscoop- Bond alle geschillen tussen leden onderling met uitsluitinq van de burgerlijke rechter zijn onderworpen aan de Bonds arbitrage, zoals die is geregeld in dat Arbitragereglement; dat dus de Commissie van Geschillen bevoegd is van het onderhavige geschil kennis te nemen en daarin uitspraak te doen als arbitrage-college, welks beslissingen vatbaar zijn voor hoger beroep bij de Raad van Beroep van de Neder landsche Bioscoop-Bond; dat de bezwaren, welke gedaagde tegen de tweede over eenkomst, waarop eiseresses vordering steunt, heeft aan gevoerd, niet nader behoeven te worden onderzocht, aan gezien gedaagde de op grond van die overeenkomst door eiseres ten behoeve van het Palazzo Theater te Grave af gesloten films heeft afgenomen, weshalve de overeenkomst volledig is uitgevoerd en gedaagde het aan eiseres toeko mende aandeel in de opbrengst der vertoonde films ver schuldigd is: dat mitsdien eiseresses vordering als zijnde gegrond moet worden toegewezen met veroordeling van gedaagde in de arbitragekosten, bedragende 50. RECHTDOENDE ALS GOEDE MANNEN NAAR BILLIJKHEID: VEROORDEELT gedaagde om aan eiseres te betalen een bedrag van alsmede 2]/2% (twee en een half procent) van de netto-recette van het Palazzo Theater te Grave, gemaakt in de periode van 22 December 1950 tot 1 April 1951; VEROORDEELT gedaagde tevens in de arbitragekosten, bedragende 50, Aldus gewezen te Amsterdam op 12 Januari 1953. INSCHRIJVING IN HET NAAMREGISTER Ingevolge artikel 2 van het Reglement op het Naamre gister zijn de navolgende filmtitels in het Naamregister in geschreven. Deze titels werden reeds per circulaire nr. 3 dd. 12 Januari 1953 ter kennis gebracht aan de leden-film- verhuurders. Hiertegen werden géén bezwaren ingediend. Datum Titels waaronder de films Naam houder waarop in Nederland worden uit exploitatie inschrijving verzocht is gebracht rechten 17 Dec. 1952 De Koning der wildernis Warner 18 De zonde van Noël Anne- quin Spiendal 19 Vuurgevecht in het rots gebergte Centra 19 Captain Scarlett ridder zonder vrees Nova 19 Getuige vermoord Nederland Caroussel Fox 23 Een Koningin wordt ge kroond Arthur Rank 30 De kroon en het zwaard 1 M.G.M. 31 't Verboden verhaal Standaard 2 Jan. 1953 Verboden spel Nederland 5 De kleine Moek Centra 6 Freule Julie 2) Meteor 7 De misstap van Dr. Talbot Warner 7 Met geheime opdracht Warner 7 1 Malou van de Place Pi- galle Spiendal 1) Hiermede vervalt de titel: „De gevangene van Zenda 2) „De Freule en de huisknecht' 1 tt tt M tt

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1953 | | pagina 22