14
deze aanmerkelijke teruggang in ontvangsten, zijn
de tarieven der vermakelijkheden practisch onge
wijzigd gebleven. Onzes inziens is het
alleszins verantwoord, ja past het
zelfs in het overheidsbeleid, dat
thans wordt overgegaan tot ver
laging der vermakelijkhedenbelas-
ting, ook al moet voor het sluitend
maken der gemeentebegroting wor
den geput uit de reserves, die uit
de overschotten van vorige dienst-
j.aren zijn gevormd."
Na verder te hebben gewezen op het vreemde
feit, dat de Overheid met de ene hand subsidies
uitdeelt, maar met de andere een deel van de
opbrengst van voorstellingen tot zich trekt in dz
vorm van belasting, merkten Burgemeester en
Wethouders op:
„Theoretisch mag het zijn, dat de
vermakelijkheden, belasting wordt
opgebracht door de bezoekers van
vermakelijkheden, in de practijk
is het zo, dat de exploitanten dier
vermakelijkheden deze belasting
als een kostenfactor beschouwen,
welke hun exploitatie drukt."
Men zal moeilijk kunnen ontkennen, dat zowel
Burgemeester en Wethouders in de motivering
van. hun voorstel als de Raad door zijn besluit
blijk hebben gegeven van een zin voor realiteit,
welke in een bijna weldadige tegenstelling staat
tot de even geesteloze als onzakelijke uitvluchten
waarmede sommige gemeentebesturen een niet-te-
verdedigen fiscale discriminatie van film en be
drijf aannemelijk pogen te maken.
vSimpelveld
Met ingang van 6 Maart j.1. is in de gemeente
Simpelveld ingevolge Koninklijke goedkeuring
een nieuw tarief van de vermakelijkheidsbelasting
voor filmvoorstellingen in werking getreden. De
heffing is thans weer tot het oorspronkelijke per
centage van 20 teruggebracht.
Voorschoten
Ingevolge bij Koninklijk Besluit van 12 Januari
j.1. verkregen goedkeuring, is met ingang van
14 November 1952 in, de gemeente Voorschoten
een nieuwe verordening in werking getreden,
welke een einde heeft gemaakt aan de fiscale uit
zonderingspositie van de ter plaatse gevestigde
bioscoop.
Het heffingspercentage op filmvoorstellingen is
nu wederom teruggebracht tot 20, terwijl voorstel
lingen, waarin uitsluitend films worden vertoond
als bedoeld in artikel 1, lid 2, 2e der Wet, zijn
vrijgesteld.
Weesp
De Raad van de gemeente Weesp heeft in zijn
op Woensdag 4 Maart j.1. gehouden vergadering
bij de behandeling van de begroting voor 1953
besloten het tarief van de vermakelijkheidsbelas
ting voor filmvoorstellingen te verlagen tot 25
Burgemeester en Wethouders hadden een dien
overeenkomstig voorstel aan de Raad voorgelegd.
Zutphen
Ook in Zutphen zal de vermakelijkheidsbelas
ting op filmvoorstellingen ingevolge een besluit
van de Raad dezer gemeente worden verlaagd.
De Raad had reeds in Mei 1952 een request van
de ter plaatse gevestigde leden-exploitanten voor
een prae-advies in handen gesteld van Burge
meester en Wethouders.
Dit College adviseerde echter eerst in Januari
1953 de belasting van 30 te verlagen tot 25 °/c
en motiveerde het lange uitblijven van zijn prae-
advies met de mededeling:
„Wij hebben ons over dit verzoek verstaan
met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten,
aangezien deze kwestie thans in vele gemeenten
speelt. Wij hebben de indruk, dat een advies van
de Vereniging niet op korte termijn te wachten
is. Wij menen echter, dat de behandeling van dit
adres niet langer uitgesteld mag worden en stel
len het mitsdien thans aan de orde."
Het College, naar voren brengende dat de
requestranten hun verzoek uitsluitend motiveer
den door te wijzen op de onrechtvaardige discri
minatie in de tarieven der vermakelijkheidsbe
lasting, gaf te kennen, dat zijns inziens de hoogte
der belasting maakt, dat de winsten der onder
nemers niet in evenredigheid staan tot het risico,
dat zij met de exploitatie van hun bedrijven lopen.
De Raad heeft in zijn vergadering van 2 Fe
bruari j.1. het voorstel van Burgemeester en Wet
houders aanvaard.