19 zien wat het leven is. Op dit gebied is zij, wan neer de kunstenaar die haar schept zijn werk ver staat, vaak op zijn best. Evenzeer als men in de litteratuur of het toneelstuk door alle eeuwen heen de tragedie van het menselijk leven met al zijn felle contrasten van kwaad en goed terugvindt, evenzeer zijn naast de positieve, de negatieve elementen des levens in de film als vorm van kunstuiting onont beerlijk. Balzac noemde dit la loi des contraires. Niet zelden kan juist een onbarmhartige uitbeelding van het kwaad een bestrijding daarvan beogen en zal uiteindelijk daar veeleer toe leiden dan een na- ieve geruststellende weergave van banale en goed kope deugden naar een model van niet bestaande volmaaktheid. Wie morele perfectie nastreeft, valt ongemerkt aan een veel groter kwaad ten offer. In de vijvers waar men karpers kweekt laat men altijd enige snoeken los, wier taak het is de trage zelfgenoegzame vissen schrik aan te jagen en hen te dwingen tot actie en beweging, te zorgen dat zij hun grondsmaak verliezen. Die gevaarlijke snoeken zijn niettemin vissen van edele soort, al zijn hun tanden scherp en venijnig. Indien de karpers ver standig zijn, zullen zij begrijpen, dat hun gezond heid vordert dat zij de lastige snoeken niet kunnen missen, „que les choses se guérissent par leurs con traires", zoals de oude moralisten zeiden. „Ne soyez pas plus sages qu'il ne fault, mais soyez sobrément sages. On peut et trop aymer la veztu, et se porter excessivement en une action iuste", heeft Montaigne geschreven in één, zijner Essais." Geen vrijheid in ongebondenheid „Anderzijds mag de vrijheid van kunstuiting nim mer een afgod worden, in wier naam de kunst zon der enige pudeur alle hartstochten en ondeugden ten tonele voert," betoogde spreker. „Want ook een teveel aan snoeken kan voor de karpers noodlottig zijn. Bainville zegt dat slechts de on ervaren kunstenaar geloven kan, dat volledige vrijheid zijn scheppingskracht bevorderen zal. Maar al te vaak betekent dit de vrijheid niets verhevens te doen. Beheersing en gedwongen arbeid geven juist voedsel en kracht aan de schep ping van de geest. Een grote film is eerst die film, waarvan men kan zeggen: „Een film v a n de mens over de mens". In 1914 dichtte Adolphe Willette ter intentie van de kunstenaars, die gingen sterven, de onster felijke woorden, die ieder jaar op As-Woensdag worden gesproken, tijdens de mis voor de kunste naars in de Kerk van Saint-Germain-l'Auxerois, opgedragen. In 1951, het jaar van zijn dood, werd dit gebed door Louis Jouvet gezegd. Het getuigt van een zo ontroerend begrip van hetgeen iedere kunstenaar in zijn kunst moet zijn, van zijn roeping, dat ik het citeer, omdat het kan bijdragen tot ver rijking van ons inzicht van de kunst: „Avé, Domme, morituri te salutant". „Ceux qui te saluent, Seigneur, avant de mourir sont „Ceux que tu as créés, a ton image, pour créer de 1'art „Ceux qui ont médité ton oeuvre et rendu hommage a sa Beauté. „Ce sont les simples d'esprit dédaigneux de 1'or diabolique, „Ce sont les arrivistes qui aspirent ia la gloire d'être a ta Droite. „Ceux-la, Seigneur te saluent avant de mourir. „Nous, les artistes, dans 1'arène ténébreuse, ,,a la lueur des armes que tu nous a données. „Devant les multitudes qui n'ont ni yeux „ni oreilles mais qui ont une bouche pour nous „huer si nous succonbonspollice verso „Nous te saluons, Seigneur, avant de mourir". l Een moeilijke en vaak ondankbare taak „Waartoe zou ik hier een peroratie houden over de betekenis van de filmkeuring, dat afmattende en vaak zo ondankbare werk, dat zo dikwijls door mensen, die er niets van begrijpen wordt veroor deeld en aangevallen?" vroeg de Voorzitter zich ten slotte af. „Waarom hier nogmaals betogen, dat wij onveranderlijk er op uit zijn vooral de jeugd, levende in een zo onbarmhartig tijdperk als het onze is, voor de gevaren van de film waar voor zij niet rijp is, te bewaren, en dat wij ons steeds hebben beijverd als Filmkeuring voor het gehele Nederlandse volk, ten aanzien van volwas senen ver van geestelijke censuur te blijven? Ik zou U willen vragen zich nooit te beklagen over miskenning, gedachtig aan Vondels woord: „Die zorgt en waakt en slaaft en ploegt en zwoegt „ten oirbaar van het land een lastig ambt bekleedt „en waant de mensen aan zijn vroomheid te verbinden ..zal zich te jammerlijk in het end bedrogen vinden „van het wispelturig volk, dat, veel te los van hooft „genoten dienst vergeet en het ergste liefst gelooft". „Hetgeen een samenleving siert, dat zijn de on tevredenen, maar vooral de ontevredenen die te- „vreden moesten zijn", zegt Alain. Vergeet echter evenmin dat keuren van films, ze toelaten voor een der leeftijdsgroepen die de Bioscoopwet kent, of ze als in strijd met openbare orde verbieden, een kunst is, evenals de strategie een kunst is, waarvan Napoleon eens zeide dat zij zo eenvoudig is als de kunst van het paardrijden, welks moeilijkheid slechts in de uitvoering ligt. Ik wil vooral op deze dag U, Leden van de Centrale Commissie, waarvan ik de eer heb Voor zitter te zijn, danken voor de ernst, de zorg en de toewijding, waarvan gij bij de keuring en evenzeer in vaak lichtgevende debatten één der mooiste

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1953 | | pagina 20