18 digde films van qualiteit zijn, waarbij het gebruik van kleurenmateriaal als een gunstige factor wordt beschouwd. De films moeten de culturele en commerciële expansie van de beide landen begunstigen. De regisseurs zullen Fransen of Spanjaarden moeten zijn. Artikel 3 De hieronder bedoelde films moeten vervaar digd zijn volgens de in onderstaande artikelen omschreven voorwaarden: a) Tweelingfilms: 1. De verplichting voor het in aanmerking komen als tweelingfilm houdt in,, dat tegenover de co-productie van een film op het gebied van een der beide landen, een gelijkwaardige co-pro ductie op het gebied van het andere land moet staan,. Evenwel zal ieder land, indien het zulks ver langt, af kunnen zien van het voordeel van die tegenprestatie en de vervaardiging van de film kunnen toelaten op ieder ander grondgebied, dat het voor het zijne in de plaats zal willen stellen. 2. De financiële deelneming van de co-pro ducenten van ieder land moet omgekeerd even redig zijn voor de eerste film en haar tweeling- film. Geen deelneming mag minder bedragen dan 30 van het bestek. 3. In zijn geheel genomen zal de vervaardiging van de beide tweelingfilms in principe een ge lijke hoeveelheid arbeid met zich moeten brengen voor de samenwerkende kunstenaars en technici van de beide landen. De overheid van. beide landen zal evenwel de bevoegdheid hebben af te zien van het voordeel van deze voorziening wat betreft de tweeling- film, die op haar grondgebied vervaardigd is. 4. De duur van het opnemen in de studio zal in elk van beide landen gelijk moeten zijn. 5. De uitvoer van een tweelingfilm naar een gebied, waar de toelating van films aan beper kingen onderhevig is, zal in. beginsel de uitwer king hebben dat zij wordt afgetrokken van het contingent van het land, waar de co-producent, die de grootste financiële deelneming heeft, zijn hoofdkantoor heeft. 6. Drie reeksen tweelingfilms, zullen door de verdragsluitende partijen gedurende de duur van deze overeenkomst kunnen worden aanvaard. 7. Aan elke tweelingfilm zal moeten worden begonnen (tweede draaiweek) uiterlijk zes maan den na afgifte van de exploitatievergunning of negen maanden na het beëindigen (het gereedko men van de standaardcopie) van de eerste film. b) Balansfilmst Het begrip balans betekent dat de bijdragen van de beide landen aan de gemeenschappelijke ver vaardiging van een film merkbaar gelijk zijn op de volgende punten: 1. Financiële deelneming, 2. Opnamen (studio- en buitenopnamen), 3. Verschillende technische werkzaamheden, 4. Technische en artistieke samenwerking. c) In zekere uitzonderlijke gevallen en tot een limiet van drie films voor de werkingsduur van de overeenkomst, zal de overheid van de beide landen kunnen handelen alsof, een gedeeltelijke onevenwichtigheid welke een der bovenvermelde bepalingen betreft ten spijt, nochtans een balans bestaat op het geheel van de film. Zij zal in dat geval de noodzakelijke afwijkingen toestaan voor de toelating van de film tot de bepalingen van dit akkoord. Artikel 4 De overheden van de beide landen zullen, met onderling goedvinden, de co-producenten onthef fing kunnen verlenen van de verplichting om de buitenopnamen van een film op haar nationale grondgebied te vervaardigen. Zij zullen inzon derheid tot deze ontheffing kunnen overgaan, wanneer het onderwerp van de film dit vordert of wanneer zij ter gelegenheid van bepaalde ver filmingen naar een toepassing van deze overeen komst in harmonie met die van met andere landen gesloten productie-akkoorden zullen wensen te streven. Artikel 5 De films, welke in samenwerking zijn vervaar digd en onder de werking van dit akkoord vallen, zullen door de overheden van beide landen als nationale films worden beschouwd. Daardoor zullen zij rechtens genieten van de voordelen, welke uit de van kracht zijnde maatregelen voort vloeien of waartoe in. elk land tijdens de geldig heidsduur van dit akkoord zou kunnen worden besloten. Haar exploitatie zal zonder beperking in de beide landen worden toegelaten. De voordelen, welke door een van de landen aan zijn nationale films zouden kunnen worden toegestaan, en dien tengevolge aan de co-producties, zullen volledig moeten worden verleend aan de producenten van de landen die ze toestaan.. De recettes van de co-producties zullen moeten worden verdeeld naar verhouding van de deel neming van ieder van de co-producenten in de productiekosten. Artikel 6 Het komt iedere co-producent toe de terug zending te verkrijgen van het gedeelte van de deviezen dat hem door een derde land wordt toe gewezen voor de exploitatie van de gemeenschap pelijk vervaardigde film.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1953 | | pagina 19