IN MEMORIAM 13 zijn als een aantal onzer dit in alle simpelheid zich voorstelt namelijk, dat zodra zij zich geves tigd hebben een vestigingsverbod voor anderen onvermijdelijk moet zijn. Een afsluiting van ons bedrijf zonder meer lijkt vrijwel uitgesloten. Ons bedrijf moet zich op voorzichtige en verantwoor de wijze kunnen ontwikkelen; dit is zelfs een algemeen bedrijfsbelang. Maar laat het dan zo zijn, dat wij eisen stellen bij de vestiging en de toelating die scherper zijn en nauwkeuriger om schreven dan thans het geval is. Laat ons, juist ook met het oog op de ontwikkeling van de film- belangstelling, regelingen scheppen die de vesti ging in verantwoorde banen leidt, zodat zij zo weinig mogelijk afbreuk doet aan bestaande be langen en gericht is op het scheppen van nieuwe filmbelangstelling. En laten wij wat de toelatings eisen betreft er voor waken, dat wij in ruil voor al datgene wat wij in onze Bond aan deze nieuwe leden schenken in ruil krijgen een behoorlijk ondernemerskader, dat een welkome aanvulling vormt van onze gelederen, minstens aan de eisen voldoet, waaraan bij de vestiging in het midden- standsbedrijf in het algemeen beantwoord moet worden en zeker ook aan déze eis, dat men be schikt over een behoorlijke kennis van de vraag stukken die aan het uitoefenen van een bedrijf op film- en bioscoopgebied verbonden zijn. Hierin ligt een belangrijke rem op het gebied van nieu we vestigingen en van het binnenkomen van on gewenste elementen in onze gelederen. Spreker besloot met zijn bewondering uit te drukken voor de grootse conceptie van het Groot- handelsgebouw waarin de vergadering plaats vindt. Nieuwe lijnen en nieuwe ruimtewerking schiepen hier nieuwe schoonheid. Het Groothan delshuis van de leden is hun bedrijfsorganisatie. Laten zij haar voortdurend zo doen functionneren en uitgroeien, dat nieuwe lijnen zichtbaar worden en nieuwe ruimte geschapen, waarmee men voor de dag kan komen en waarin het voor de leden goed is te leven." Een hartelijk applaus dankte de Bondsdirecteur voor zijn uiteenzetting. Wegens het vergevorderde uur moesten een ge- dachtenwisseling over de actuele problemen van bedrijf en Bond alsmede de behandeling van het laatste agendapunt en de rondvraag komen te ver vallen en werd de vergadering hierop door de Voorzitter met een woord van dank aan de leden gesloten. AANMELDING LIDMAATSCHAP Voor het lidmaatschap heeft zich aangemeld. de heer J. v. Noordt te Amsterdam voor de exploitatie van de bedrijfstakken b, c, f, i en k van een filmfabriek. In de leeftijd van 61 jaar overleed op 30 Juni te Middelburg de heer H. H. A. Wöhler, exploi tant van de Electro Bioscoop en de Schouwburg Bioscoop aldaar. De heer Wöhler behoorde tot de oudgedienden in het bedrijf. Zijn lidmaatschap dateert van jaren her. Hij was een bescheiden en beminlijk exploi tant die echter in de organisatie nimmer op de voorgrond trad. Het Hoofdbestuur heeft de familie Wöhler zijn deelneming betuigd met haar verlies. De crematie van het stoffelijk overschot vond plaats op Vrijdag 3 Juli te Driehuis Westerveld. Er was veel belangstelling uit het bedrijf. De heer L. Groen vertegenwoordigde het Hoofdbe stuur en sprak namens dit College een afscheids woord. Moge de heer Wöhler in vrede rusten. In het Groot-Ziekenhuis te 's-Hertogenbosch overleed op de leeftijd van 38 jaar geheel onver wacht de heer J. L. F. van Berkel, vennoot van de Firma Gebrs. Van Berkel die te Waalwijk het Luxor Theater exploiteert. De heer Van Berkel was eerst sedert 1947 tezamen met zijn broer zelfstandig exploitant van deze zaak, maar reeds voor de oorlog leidde hij het bedrijf tezamen met wijlen zijn vader, de heer A. van Berkel. De heer J. van Berkel had een goede naam in het bedrijf en zijn heengaan zal door hen die hem kenden, worden betreurd. Het Hoofdbestuur heeft de familie Van Ber kel van zijn deelneming doen blijken. Op 21 Juli vond na een plechtige uitvaartdienst in de Parochiekerk van St. Jan Baptist te Waal wijk de begrafenis plaats op het R. K. Kerkhof aldaar. De heer Van Berkel ruste in, vrede.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1953 | | pagina 14