15 eveneens in de jaarlijkse ledenvergadering en bij tussentijdse verkiezing in een buitengewone le denvergadering der afdeling, benoemd de voor zitter, vice-voorzitter, secretaris en penning meester, met dien verstande, dat de voorzitter in niet meer dan één afdeling als zodanig verkies baar is. De benoeming van de leden van het afdelings bestuur geschiedt voor de tijd van ten hoogste twee jaar met dien verstande dat elk jaar tegelijk met de aftreding van de helft van de leden van de Ledenraad en de helft van de leden van de Afdelingsraad de helft (bij oneven aantal naar boven af te ronden) van de leden van het afde lingsbestuur aftreedt volgens een door het Hoofd bestuur te maken rooster. De aftredenden zijn terstond herbenoembaar, echter met inachtneming van hetgeen in de voor gaande alinea's van dit artikel is bepaald; niet tegenstaande hun aftreden volgens rooster blijven zij in functie, zolang geen nieuwe benoeming heeft plaatsgehad. Rechtsbevoegdheid Artikel 5 Het afdelingsbestuur is belast en bevoegd, be halve met en tot hetgeen elders in dit reglement of in andere reglementen van de Bond is ver meld, met de uitvoering van de besluiten van de ledenvergadering der afdeling, voor zover deze de algemene plaatselijke/provinciale belangen der exploitanten betreffen en het zal zodanige voor stellen doen aan de ledenvergadering der afde ling, als het in het algemeen plaatselijk/provinciaal belang der exploitanten oordeelt; het is van al zijn handelingen verantwoording verschuldigd aan de ledenvergadering der afdeling, alles met inacht neming van art, 21 van dit reglement. Het afdelingsbestuur is speciaal belast met de zorg voor de algemene plaatselijke/provinciale be langen der exploitanten. Alle stukken van het afdelingsbestuur uitgaan de, worden getekend door de secretaris of door een beambte der afdeling, voor zover deze laatste daartoe door het afdelingsbestuur bevoegd is verklaard. Strafmaatregelen van het afdelingsbestuur Artikel 6 Het afdelingsbestuur is gerechtigd om, wan neer door een afdelingslid gehandeld wordt in strijd met de speciale plaatselijke/provinciale be drijfsbelangen der afdelingsleden, met dit regle ment, of met een genomen besluit of uitgevaardigd voorschrift van de ledenvergadering der afdeling, met inachtneming van art. 21 van dit reglement, aan dat afdelingslid naar gelang der omstandig heden één of meer der na te noemen straffen op te leggen, alles echter niet, dan na verhoor of behoorlijke oproeping van het betrokken afde lingslid in of tot een vergadering van het afde lingsbestuur en behoudens het recht van hoger beroep op de ledenvergadering der afdeling. De straffen, tot oplegging waarvan het afde lingsbestuur bevoegd is, zijn: a. waarschuwing; b. boete tot een bedrag van ten hoogste 500. Bovendien kan het afdelingsbestuur tot het Hoofdbestuur het verzoek richten om aan het be treffend lid een der in, art. 15 der Statuten ge noemde straffen op te leggen. Van. elke opgelegde straf zal schriftelijk aan het betrokken lid worden kennis gegeven, onge acht eventuele publicatie daarvan in het bonds orgaan, wanneer het Hoofdbestuur zulks noodza kelijk acht, indien de straf is opgelegd door het Hoofdbestuur, en anders, wanneer het afdelings bestuur zulks noodzakelijk acht. Hoger beroep van opgelegde straffen Artikel 7 Hoger beroep op de ledenvergadering der af deling ener door het afdelingsbestuur opgelegde straf zal binnen veertien dagen na de verzending der in het vorige artikel bedoelde kennisgeving moeten worden aanhangig gemaakt, hetgeen ge schiedt door mededeling daarvan per aangete kend schrijven aan de secretaris van het afde lingsbestuur. De ledenvergadering der afdeling zal alsdan in hoogste instantie de opgelegde straf bevestigen, verminderen of vernietigen. Door ingesteld hoger beroep wordt de verplich ting tot onmiddellijke betaling ener door het af delingsbestuur opgelegde boete niet opgeschort. Dagelijks afdelingsbestuur Artikel 8 De voorzitter, vice-voorzitter, secretaris en penningmeester van het afdelingsbestuur vormen het dagelijks afdelingsbestuur, hetwelk belast en bevoegd is, behalve met en tot hetgeen elders in dit reglement staat vermeld, met en tot: a. de behandeling der ingekomen stukken en de afdoening der lopende zaken; b. de voorbereiding der zaken, welke in de ver gadering van het afdelingsbestuur aan de orde zullen komen; c. de uitvoering der besluiten van het afdelings bestuur. In spoedeisende gevallen is het dagelijks afde lingsbestuur bevoegd zelfstandig op te treden.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1953 | | pagina 16