en belangrij principiële beslissing 27 DEZER dagen is een principiële beslis sing gevallen in een kwestie die van groot belang is voor de leden-exploitan- ten in kleinere gemeenten, die contrac tueel slechts voor enkele dagen per week de beschikking over hun bioscoopzaal heb ben. Er is namelijk uitspraak gedaan over de vraag of zij met dergelijke contracten op huurbe- scherming aanspraak zouden kunnen maken, De procedure betrof het Luxor Theater te Woerden van de N.V. Gofilex, De zaalhouder in kwestie had het huurcontract, dat oorspronkelijk voor vijf jaar was gesloten, doch dat telkens voor één jaar kon worden verlengd, per 1 November 1952 opgezegd, terwijl hij later nog had medege deeld dat met ingang van die datum geen toegang tot de zaal meer zou worden verleend. De N.V. Gofilex heeft hierop, zich op huurbescherming beroepend, in kort geding gevorderd dat de zaalhouder gelast zou worden zich te onthouden van elke maatregel of optreden, waardoor de N.V. Gofilex zou worden ge hinderd in het geven van filmvoorstellingen op de dagen die in het contract waren vastge legd. De N.V. Gofilex had bij het genoemde con tract de zaal in Woerden gehuurd voor het regel matig geven van filmvoorstellingen en de zaal houder had daartoe beschikbaar gesteld alle week-ends, Zaterdag, Zondag en Maandag, be nevens de Woensdagavonden, telkens vanaf 6 uur. Tevens zou, voorzover het succes van een film zulks wenselijk maakte, de zaalhouder in overleg met de N.V. Gofilex een of meer werk dagen extra de zaal beschikbaar stellen. De huur prijs was een bepaald percentage van de bruto- recette. De kosten van onderhoud, schoonhouden, verwarming en electriciteit waren voor rekening van de zaalhouder. De zaalhouder bestreed nu dat tussen hem en de N.V. Gofilex een huurovereenkomst gesloten was, aanvoerende dat laatstgenoemde het geno^ van de zaal in kwestie niet gedurende een bepaal de tijd en tegen een bepaalde prijs zou hebben gekregen, waardoor in de overeenkomst nood zakelijke elementen van huur ontbraken. Hij be toogde, dat het contract een exploitatieovereen komst inhield. De President van de Arrondissements-Recht- bank te Utrecht stelde de zaalhouder in het gelijk. Hij overwoog dat de onderhavige overeenkomst er geen was die voor huurbescherming in aan merking kwam, nu zij is aangegaan niet voor een chronologisch bepaalde, doch voor een chronolo gisch herhaaldelijk wisselende tijd. Op grond hier van, werd de N.V. Gofilex haar eis bij vonnis van 21 November 1952 ontzegd. De N.V. Gofilex is hiervan in beroep gegaan. Het Gerechtshof te Amsterdam heeft op 2 April 1953 dit vonnis vernietigd. Het Hof achtte wel degelijk een overeenkomst aanwezig, waarop alle voor huur geldende bepalingen moeten wor den toegepast. Tevens heeft het Hof uitgesproken dat de Huurwet op deze overeenkomst van toe passing is. De zaalhouder is van dit arrest in cassatie ge gaan. Bij arrest van de Hoge Raad d.d. 26 Juni 1953 is dit cassatieberoep verworpen. Principieel is dus thans beslist, dat exploitanten met huurcontracten waarbij zij een bepaalde zaal niet voor de gehele week, doch voor enkele dagen per week hebben gehuurd voor het geven van filmvoorstellingen, in voorkomende gevallen een beroep op huurbescherming kunnen doen. Het vorenbedoelde arrest van het Hof laten wij hieronder volgen: HET GERECHTSHOF TE AMSTERDAM EERSTE KAMER; Gezien de stukken, waaronder een op 21 No vember 1952 door de President van de Rechtbank te Utrecht tussen appellante als eiseres en geïnti- meerde als gedaagde in kort geding gewezen von nis, naar welks inhoud wordt verwezen, voor zover daaromtrent hieronder niet nader gehandeld zal worden; TEN AANZIEN VAN DE FEITEN: Overwegende, dat uit voormeld vonnis en de verdere stukken van de eerste aanleg, voor zoveel thans van belang blijkt: Appellante heeft bij dagvaarding gesteld: dat appellante van geïntimeerde heeft gehuurd, gelijk ge ntimeerde aan appellante heeft verhuurd de bioscoopzaal, gelegen te Woerden aan de Voorstraat 44, voor het regelmatig geven van filmvoorstellingen; dat der partijen verhouding ten deze wordt ge regeerd door de acte van huur en verhuur door appellante met geïntimeerdes voorganger ge sloten; dat krachtens deze acte appellante o.m. recht heeft op Zaterdag, Zondag en Maandag alsmede op Woensdagavond in het gehuurde films te ver tonen; e

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1953 | | pagina 28