28
dat de huurprijs is vastgesteld op van de
brutorecette der filmvoorstellingen;
dat geïntimeerde bij aangetekend schrijven dd.
25 April 1952 aan appellante heeft doen mede
delen, dat hij de voormelde tussen partijen be
staande overeenkomst, opzegt met ingang van
1 November 1952;
dat uit de motivering van deze opzegging blijkt,
dat de genoemde huurovereenkomst aan geïnti
meerde zijns inziens niet voldoende financiële op
brengsten verschaft;
dat partijen met elkander te rade zijn gegaan,
teneinde ten deze een oplossing in der minne te
bereiken, doch hierin niet zijn geslaagd;
dat geïntimeerde vervolgens aan appellante heeft
doen mededelen, dat zij op 1 November 1952 de
deuren van het gehuurde gesloten zou vinden;
dat derhalve appellante een spoedeisend recht
en belang heeft dat aan geïntimeerde het ten uit
voer leggen van het namens hem in het uitzicht
gestelde zal worden verboden, door middel van
een onverwijlde voorziening bij voorraad;
dat immers appellante het recht heeft zich ten
deze op huurbescherming te beroepen;
Appellante heeft deswege geconcludeerd, dat de
President behage bij vonnis in kort geding, uit
voerbaar bij voorraad en op de minuut, desnoods
met behulp van de sterke arm, geïntimeerde te ge
lasten zich te onthouden van elke maatregel of op
treden, waardoor appellante zou worden verhin
derd in het gehuurde op de dagen als boven ver
meld op de gebruikelijke wijze filmvoorstellingen
te geven, met veroordeling van geïntimeerde om
voor elke dag, waarop hij zich niet aan het door
de President te geven bevel mocht houden, aan
appellante te betalen een som van 500,kosten
rechtens;
Hierop heeft geïntimeerde bij conclusie van ant
woord, welke als ingevoegd wordt beschouwd, de
vordering bestreden en geconcludeerd tot niet-
ontvankelijkverklaring van appellante in haar vor
dering althans tot ontzegging van de eis;
Partijen en haar procureurs hebben hierna de
zaak mondeling toegelicht en stukken overgelegd,
waarna de President bij bovenvermeld vonnis de
vordering aan appellante heeft ontzegd;
Overwegende, dat appellante tijdig van dit von
nis in hoger beroep is gekomen en bij memorie van
grieven heeft geconcludeerd tot vernietiging daar
van, waarna geïntimeerde bij memorie van ant
woord heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijk-
verklaring van appellante in haar hoger beroep,
althans tot ontzegging daarvan met bevestiging
van het vonnis a quo;
Overwegende, dat appellante vervolgens bij
conclusie van antwoord op de opgeworpen excep
tie van niet-ontvankelijkheid tot verwerping van
dit middel heeft geconcludeerd;
Overwegende, dat partijen ten slotte ieder de
zaak hebben bepleit;
IN RECHTE:
Overwegende, dat nu appellante geen grond
voor de beweerde niet-ontvankelijkheid van het
appèl heeft aangevoerd en er voor het Hof geen
aanleiding bestaat om het hoger beroep ambtshalve
niet-ontvankelijk te verklaren, het daarop gericht
middel van appellante verworpen dient te worden;
Overwegende ten gronde,
dat appellante als grief heeft aangevoerd, dat
de President ten onrechte heeft overwogen, dat de
onderhavige overeenkomst er niet een is, die voor
huurbescherming in aanmerking komt op grond
dat deze is aangegaan niet voor een chronologisch
bepaalde doch voor een chronologisch herhaal
delijk wisselende tijd.
Overwegende, dat appellante deze grief nader
heeft toegelicht met het betoog a) dat in casu een
huurovereenkomst is gesloten voor een chronolo
gisch wel degelijk bepaalde tijd en wel voor de
duur van 5 jaren vanaf de datum van der partijen
contract;
b) dat het hier een huurovereenkomst met een
beperkt genot geldt;
c) dat de President er zich toe heeft bepaald te
overwegen, dat de litigieuse overeenkomst niet
voor huurbescherming in aanmerking kwam en
niet had mogen nalaten vast te stellen dat de
overeenkomst een huurovereenkomst is;
Overwegende, dat ten processe vaststaat:
dat de rechtsvoorganger van geïntimeerde,
op 31 October 1946 met appellante is over
eengekomen, dat eerstgenoemde alle week
ends Zaterdag, Zondag en Maandag, alsmede
Woensdag en onder bepaalde omstandigheden
een of meer werkdagen extra, vanaf 6 uur na
middags voor de desbetreffende avond een zaal,
gelegen aan de Voorstraat 44 te Woerden, voor
het geven van filmvoorstellingen aan appellante
ter beschikking stelt tegen vergoeding van
van de bruto-recette der voorstellingen, voorts dat
onderhoud en schoonhouden der zaal voor reke
ning van Ruys komt, als ook de kosten van ver
warming en verlichting van die zaal en de stroom
van het filmtoestel; verder dat deze overeenkomst
is aangegaan voor de tijd van 5 jaren en telkens
met één jaar verlengd wordt, tenzij een van beide
contractanten een half jaar vóór de afloop van het
lopende jaar schriftelijk heeft opgezegd; wijders