Jaarlijkse Algemene Ledenvergadering
I
OP Dinsdag 14 Juli j.1. heeft de Nederland-
sche Bioscoop-Bond in het Groothandels
gebouw te Rotterdam zijn jaarlijkse alge
mene ledenvergadering gehouden.
Hoewel een beknopt verslag de leden
reeds heeft bereikt, stellen wij het niettemin op
prijs hier uitvoeriger in te gaan op deze gebeur
tenis, die voor het Nederlandse film- en bioscoop
bedrijf en zijn organisatie van zoveel belang is en
ieder jaar aan betekenis wint.
Dat er voor deze jaarvergadering veel belang
stelling bestond bleek enerzijds wel uit de presen
tielijst volgens welke niet minder dan 290 zaken
vertegenwoordigd waren, anderzijds uit de leven
dige discussies welke werden gevoerd.
De leiding berustte bij onze Bondsvoorzitter,
de heer M. P. M. Vermin, die, na een kort
welkomstwoord te hebben gesproken, een goede
gewoonte volgend de aanwezigen verzocht zich
van hun zetels te verheffen en staande de nage
dachtenis te eren van de bedrijfsgenoten, die de
Bond sedert de vorige ledenvergadering waren
ontvallen.
Rede van de Voorzitter
De Voorzitter wendde zich daarop tot de aan
wezigen met de volgende woorden:
„Leden van de Nederlandsche Bioscoop-Bond,
Het heeft misschien verwondering gewekt, dat
wij gebroken hebben met de traditie om de jaar
lijkse ledenvergadering in Amsterdam te houden
en tevens de vergadering niet te doen plaats
vinden op de beursdag, Maandag.
Het Hoofdbestuur is van mening, dat door het
op dezelfde dag houden van beurs en algemene
ledenvergadering beide in het gedrang komen en
dat gewoonlijk de vergadering te laat begon en
daardoor verschillende leden in tijdnood kwamen
en het einde der vergadering niet konden bijwo
nen. Daarom meende het Hoofdbestuur er goed
aan te doen een gehele dag hiervoor te be
stemmen.
De verandering van plaats vindt zijn oorzaak
in het feit, dat hierdoor meer bekendheid gegeven
kan worden aan het werk van de Bioscoop-Bond
en het ligt in de bedoeling jaarlijks de ledenver
gadering de plaats te doen bepalen. Rotterdam is
gekozen voor de eerste maal, daar deze stad het
zwaarst door de oorlog getroffen is en deze stad
het meest demonstreert de krachtige wil tot we
deropbouw en tot heroprichting uit de ellende, die
over haar gekomen is.
Wanneer ik tot U het woord richt om deze
vergadering te openen, dan mag ik op de eerste
plaats wijzen op de uitgave van ons jaarverslag
door de heer Bosman, waaruit voldoende blijkt
het wedervaren van onze Bond gedurende he':
jaar 1952.
Ik wil echter ook een persoonlijk woord tot de
vergadering richten en wel U er op wijzen, dat
iedere vergelijking met vooroorlogse toestanden
mank gaat en men er niet komt door voortdu
rend in herinnering te roepen de gulden tijden
van voorheen, waarvan, men blijkbaar alleen de
iichtzijden niet vergeten is. Wij hebben ons te
realiseren in welk tijdsbestek wij leven, door wel
ke politieke en sociale stromingen wij worden
beroerd en het gehele zakenleven wordt door
drongen. Wij zullen met beide voeten op de
grond en met klare blik de werkelijkheid willen
zien en hieruit onze conclusies trekken ten op
zichte van onze bedrijven.
Wij hebben een oorlog achter de rug, waarin
het denken van de massa een verandering heeft
ondergaan en wat men vroeger onoirbaar vond,
speciaal wat het eigendomsrecht betreft, vindt op
het ogenblik krachtige verdediging in talrijke
kringen, en zo men hiertegen zijn stem zou ver-