12 Ton van Duinhoven als ..Joop de Vlieger', in de film: ..RECHTER THOMAS'' van de N.V. Nationale Filmproductie Maatschappij GEEN VOORBARIGE PUBLICATIE VAN PRODUCTIEPLANNEN Het komt nog al eens voor, dat in de pers met veel ophef plannen tot de productie van een be paalde film worden aangekondigd, waarover men nadien weinig of niets meer verneemt. Bij nadere informatie zo deze al verkrijgbaar is blijkt dan, dat deze plannen geen doorgang konden vin den of na een begin van uitvoering moesten wor den gestaakt. De oorzaak is meestal gebrek aan financiering, mede door een ondeskundige voor bereiding, zodat de plannen wel tot mislukken ge doemd waren. In sommige gevallen is zelfs van enige werkelijke voorbereiding in het geheel geen sprake en blijkt men eenvoudig naar het oude be proefde middel van een sensationele publiciteit te hebben gegrepen om te trachten op deze manier fondsen te verzamelen. Het behoeft wel geen betoog dat zulke, op los zand gebouwde, ondernemingen in de regel schip breuk lijden en men zou het daarbij kunnen laten, indien dergelijke voorvallen niet hun repercussies zouden hebben op de Nederlandse filmproductie. Want degenen, die op een of andere wijze bijge dragen hebben in de financiering van het mislukte project, wijten hun verlies gewoonlijk niet aan hun eigen onoordeelkundig beleggen, maar aan het bona fide filmproductiebedrijf. Zij realiseren zich niet, dat de promotoren in quaestie geen deel uitmaken van dat bedrijf en niet als bona fide pro ducenten kunnen worden beschouwd. Zij schijnen eenvoudig te geloven, dat het bezit van een film camera de bezitter tot filmmaker stempelt, en niet te begrijpen dat filmmaken een vak is. Al bestaat er weinig gevaar dat degenen, die werkzaam zijn. in het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf op een of andere wijze deel zullen nemen in dergelijke avontuurlijke ondernemingen, is het toch raadzaam van bedrijfszijde de nodige voorzichtigheid te betrachten en dus iedere voor barige publicatie van productieplannen achterwe ge te laten. In verband hiermede acht het Hoofdbestuur het gewenst er de aandacht op te vestigen, dat de le den, die niet als filmproducent in het Bedrijfsre- gister zijn ingeschreven en dus geen zaak exploiteren, die de vervaardiging van films voor bereidt, arrangeert en de daartoe vereiste werk zaamheden uitvoert of doet uitvoeren niet als zodanig kunnen optreden zonder volgens artikel 9 van het Gewijzigd Algemeen Bedrijfsreglement vereiste schriftelijke toestemming. Indien er dus leden zijn, die het voornemen heb ben de vervaardiging van. een film voor te berei den, dienen zij zich tot de Commissie Nieuwe Za ken te wenden ten einde de in hoofdstuk I,V van het Gewijzigd Algemeen Bedrijfsreglement om schreven toestemming te verkrijgen. Als het slechts om de productie van een enkele film gaat, kunnen zij zich eventueel tot het Hoofdbestuur wenden met het verzoek om voor de vervaardiging van die film op de Lijst Geen Bezwaar te worden ge plaatst. Zowel het Hoofdbestuur als de Commissie Nieuwe Zaken geeft eerst dan toestemming, wan neer voldoende waarborgen aanwezig worden ge acht voor een serieuze voorbereiding, respectieve lijk uitvoering, der productieplannen. Aangezien alle Bondsleden van het vorenstaan de op de hoogte zijn, zullen zij bij het vernemen van publicaties van filmplannen door Bondsleden als vanzelfsprekend aannemen, dat aan de regle mentaire vereisten is voldaan en daar een zekere waarborg in zien met betrekking tot een eventuele participatie. Het Hoofdbestuur kan derhalve niet toestaan, dat voorbarige publicaties plaats vinden, dat wil zeggen publicaties, die vooruitlopen op de voren- geschetste gang van zaken en die de de leden door het Algemeen Bedrijfsreglement geboden bescher ming tot een aanfluiting maken.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1953 | | pagina 13