15 24 X Dit totaal, vermenigvuldigd met 1/12 van de oppervlakte van het projectiedoek, geeft weer de doekbelichting in lumen, dat is dus: 18 12 X 134,9 4856 lumen Aangezien de vlinderbladen de helft van het licht van de booglampen tegenhouden, behoort bovenstaande uitkomst verdubbeld te worden om het totale lichtvermogen te bepalen dat is 4856x2 9712 lumen. Deze proef en berekening behoren voor beide machines te worden gemaakt, de een na de ander, en de cijfers voor beide projectoren zouden eigen lijk gelijk moeten zijn. Elk van de beide totalen behoort te worden ge controleerd met het bekende lichtvermogen van behoorlijk gerichte installaties, met gebruikma king van koolspitsen onder de daarvoor geschikte werkomstandigheden. De volgende tabel geeft hiervan een vergelijkend overzicht, en, indden het totale lichtvermogen in lumen van welke bioscoop- installatie ook niet lager is dan 80 van de in de Kolentrim (i) (2) (3) (4) Positief 7 mm. Cerex 7 mm. Cerelite 7 mm. Cerex 8 mm. Cerex Negatief 6 mm. Cereneg 6 mm. Cereneg 6 mm. Cereneg 7 mm. Cereneg Amperage 40 45 50 60 Voltage 32 34 36 40 Optisch systeem 14 in. diameter spiegel 14 in. spiegel 14 in. spiegel 14 in', spiegel Totale doekbelicri- 6.020 8.000 9.400 11.000 ting in lumen Lens TT-H F 1,9 Ultimum TT-H Ultimum TT-H Ultimum TT-H Ultimum Kolentrim (5) (6) (7) (8) Positief 8 mm. Cerelite 9 mm. Suprex 9 mm. Suprexa 10 mm. Hilux Negatief 7 mm. Cereneg 7 mm. Cereneg 7 mm. Cereneg o mm. Hilux Amperage 70 65 75 90-92 Voltage 43 41 45 50 Optisch systeem 14 in. spiegel 14 in. spiegel 14 in. spiegel 16 in. spiegel Totale doekbelich 12.300 12.450 13.050 17.000 ting in lumen Lens TT-H Ultimum TT-H Ultimum TT-H Ultimum Roslite F 1.9 gedelfineerd

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1953 | | pagina 16