Handleiding voor
stereoscopische projectie
18
dige hoogte van het projectiescherm met meer dan
een kwart verminderd moeten worden. In vele
gevallen zou dit onbevredigend zijn.
Stereofonisch geluid
Op het ogenblik moet stereofonisch geluid in
wezen als experimenteel worden beschouwd en
slechts in zeer weinig gevallen zullen de kosten
van het experiment verantwoord kunnen worden
geacht.
De magnetische aftasters, versterkers en luid
sprekers van een klein driesporensysteem zullen
meer dan 2000.kosten en een grotere appa
ratuur zal waarschijnlijk meer dan 3500.:
kosten, exclusief een extra acoustische behandeling
van de zaal, welke in vele gevallen noodzakelijk
zal zijn.
Beklemtoond moet worden dat er geen overeen
stemming is onder de producenten en de geluids
technici in Amerika, noch in dit land, met betrek
king tot de vraag of toekomstige systemen drie
of meer geluidssporen zullen hebben. Er is geen
overeenstemming met betrekking tot de plaats en
de breedte van de geluidssporen of met betrekking
tot de vraag of de geluidsweergave op een afzon
derlijke filmband dan wel op de film die het beeld
draagt zal worden aangebracht. Een exploi
tant die op het ogenblik een geluids
apparatuur installeert zal een
aanzienlijk risico lopen, indien de
a p p a r! a11 u' u r n ji e t overeenkomt met
hetgeen de eventuele standaard
k a n z ij n, verondersteld dat men er tenslotte in
slaagt normen vast te stellen.
De Commissie voor Stereofonie van de British
Kinematograph Society heeft aanbevolen, dat, in
dien het stereofonische geluid is vastgelegd op
en afzonderlijke filmband, de film, welke het beeld
draagt, een normale fotografische geluidsspoor
zal dragen. Op deze wijze kan zij worden weer
gegeven op de bestaande geluidsapparatuur.
Een tweede belangrijke aanbeveling was, dat er
bij welk systeem met meerdere geluidssporen ook,
één gecombineerd geluidsspoor zal zijn op een
overeengekomen plaats en van overeengekomen
breedte, opdat, ingeval een exploitant om econo
mische of andere redenen geen stereofonische
apparatuur wenst te installeren, hij desalniettemin
een éénspoorkanaal kan gebruiken. Deze aanbeve
ling zou van. toepassing zijn wanneer meerdere
magnetische geluidssporen worden aangebracht
op dezelfde filmband, die het beeld draagt.
Iedere stereofonische geluid s-
i ns* tf a' 11 a t i e moet als experimenteel
worden beschouw" d totdat deze
aanbevelingen algemeen zijn aan
vaard en totdat de breedte en de
plaats van de geluidssporen gestan
daardiseerd zij n."
1Fox heeft voor CinemaScope intussen een verhouding van
2.55 1 aanvaard.
2) Deze verliezen worden groter naarmate bij gelijke hoogte
de breedte van de rechthoek toeneemt. De lichtcirkel moet
immers groter worden, doch men gebruikt daarvan alleen
het verbrede middengedeelte; het eveneens groter geworden
restant gaat verloren; Red.
3) Een kolentrim is een stel koolspitsen, dat bij een bepaalde
spanning en stroomsterkte behoort; Red.
De door de C.E.A. gegeven verhoudingen slaan op de
in Groot-Brittannië algemeen gebruikelijke. Men kan derge
lijke tabellen echter ook betrekken van de leveranciers van
andere merken koolspitsen: Red.
5) het bespuiten van lenzen (coating or blooming) wordt in
Nederland „delfineren" (naar het procédé dat in Nederland
wordt toegepast door de Optische Industrie ,,Oude Delft")
genoemd. Hierdoor worden de reflectieverliezen, welke
steeds bij lenzen optreden, aanzienlijk verminderd. Bovendien
wordt daardoor grotere contrastwerking in het beeld ver
kregen; Red.
G) Bij lenzen wordt de hoeveelheid licht die kan worden
doorgelaten in de practijk noemt men dit de lichtsterkte
bepaald door de middenlijn der lens, ook wel genoemd
de lensopening. De hoofdletter F heeft betrekking op de
lensopening en dus tevens op de lichtsterkte. Met de kleine
letter f geeft men daarentegen de brandpuntsafstand aan. De
lichtsterkte van een lens is recht evenredig met de midden
lijn en omgekeerd evenredig met de brandpuntsafstand vol'
gens de formule
middellijn in mm
F ---------------------Red.
f in mm.
7) Anamorphosis is omvorming (letterlijk: naar een gege
ven voorbeeld opnieuw vormen). Men gebruikt deze term
hier voor lenzen, die, in de camera gebezigd, het beeld bij
het opnemen vervormen, of voor de bioscoopprojector ge
plaatst, het aldus vervormd opgenomen beeld bij de projec
tie weer zijn oorspronkelijke gedaante geven; Red.
In het vorige Orgaan werd aangekondigd, dat
door de Stichting Instituut voor Opleiding van
Technisch Bioscooppersoneel" in opdracht van
het Hoofdbestuur een instructie inzake de hante
ring van stereoscopische films en de bediening
van de projectie-apparaten bij gebruik van deze
films, werd voorbereid.
Deze instructie, welke de leden tegelijk met dit
Orgaan is toegezonden, geeft op overzichtelijke
wijze aan hoe het stereoscopische systeem werkt
en wat men wel en niet moet doen om voorstelling
met deze films volledig te doen slagen.
Meerdere exemplaren zijn op aanvrage ver
krijgbaar bij het Bondsbureau a 1.