Joesluiten van de Internationale Linie van iDioscoopevploitanten kelijke aanvangstijden aan te houden. Mochten zich dienaangaande moeilijkheden voordoen, dan kan het van belang zijn zich met het Bondsbureau in verbinding te stellen. Gezien echter de tenden tie van de wetgever om dit soort vermakelijkhe den geen grote belemmeringen in de weg te leggen zullen bij enig overleg met de plaatselijke Over heid geen grote moeilijkheden behoeven te worden gevreesd. Wel zullen zich waarschijnlijk strubbelingen voordoen met betrekking tot filmvoorstellingen die niet als openbare vermakelijkheden in de zin van de Wet zullen worden beschouwd. Bij alge mene maatregel van bestuur besluit van 27 No vember 1953 is namelijk o.m. bepaald, dat filmvoorstellingen welke in besloten ruimten worden gehouden en de geestelijke, zedelijke of culturele verheffing of ontwikkeling van het pu bliek ten doel hebben, niet als openbare vermake lijkheden in de zin van de Zondagswet zullen worden beschouwd. Dit betekent dat alle voor stellingen met films, welke volgens de gangbare opvattingen een cultureel karakter dragen waar onder naar onze mening in de eerste plaats dienen te worden verstaan alle films die gekeurd zijn volgens artikel 1, lid 2, 2e van de Bioscoopwet, onbeperkt op Zondag kunnen worden gegeven zowel vóór 13.00 uur als na 13.00 uur, indien er een plaatselijke verordening bestaat. Ook de ge meenten welker besturen er op uit zouden zijn om van de haar gegeven bevoegdheid gebruik te ma ken en alsnog tot een zogenaamd Zondagsverbod te geraken, zullen deze filmvoorstellingen voor taan niet meer kunnen verhinderen. Hoe ruim dit genre voorstellingen moet worden opgevat is, aan gezien nadere interpretaties ontbreken, bezwaar lijk aan te geven. In dezen zal de rechter het laat ste woord moeten hebben. Uiteraard zal door on ze leden vooral in de kleinere plaatselijke gemeen schappen met enige tact moeten worden gema noeuvreerd, waarbij zij, er van uitgaande dat de Wet er in hoofdzaak op gericht is vermakelijkhe den tegen te gaan welke een beletsel zouden kun nen vormen voor de viering van de Zondag en de openbare rust zouden kunnen verstoren, in het algemeen op een liberale toepassing van de Wet zullen mogen rekenen. Tenslotte zij nog opgemerkt, dat de nieuwe Zondagswet voor wat het aantal dagen betreft waarop zij van toepassing is niet zover gaat als haar voorgangster. Behalve de gewone Zondagen worden namelijk uitsluitend als zodanig voor de toepassing van de Wet aangemerkt de Hemel vaartsdag en de Eerste Kerstdag. De tweede Paas-, Pinkster- en Kerstdag, alsook de Goede Vrijdag en de Nieuwjaarsdag vallen voor wat betreft het geven van filmvoorstellingen niet on der de Wet. Op 24 en 25 November is het Bureau van de Internationale Unie van Bioscoopexploitanten (U.I.E.C.) in Londen bijeen gekomen ter bespre king van een tweetal belangrijke vraagstukken, namelijk betreffende de leverantie van films voor televisiedoeleinden en de leveringsvoorwaarden voor zogenaamde stereoscopische en panorami sche films. Nederland was op de Bureauvergade ring vertegenwoordigd door de Bondsvoorzitter en de Directeur. De vergadering heeft in de eerste plaats beslo ten zich in verbinding te stellen met de Internatio nale Federatie van Filmproducenten (F.I.A.P.F.), teneinde het overleg over de eventuele leverantie van films voor televisie-doeleinden voort te zetten. De vergadering heeft als haar standpunt aan de Federatie van Producentenorganisaties kenbaar gemaakt, dat overeenkomsten tussen de producen tenorganisaties en de televisie-instanties slechts kunnen worden gesloten in de geest van vroeger genomen resoluties. Tevens heeft de vergadering met nadruk onder de aandacht van het Bestuur van deze Federatie gebracht dat geen overeen komsten met de televisie-instanties zullen kunnen worden aangegaan betreffende filmleveranties, alvorens volledige overeenstemming zal zijn be reikt met de exploitantenorganisaties. Vervolgens heeft de vergadering een resolutie aangenomen met betrekking tot de verhuur van stereoscopische en panoramische films. In deze re solutie gaat de Internationale Exploitantenorgani satie er van uit dat de nieuwe technische ont wikkeling slechts ten doel kan hebben om de ex ploitanten een beter en meer attractief filmpro duct te leveren. In de nieuwe technische ontwik keling zit ongetwijfeld een stimulans voor het be drijf, weshalve de vergadering gaarne het vertrou wen heeft uitgesproken dat aan deze ontwikkeling met voortvarendheid zal worden verder gewerkt. Men acht het echter noodzakelijk dat de films in kwestie eveneens worden geproduceerd in de standaardformaten, opdat zij ook beschikbaar zijn voor de bioscopen die vooralsnog niet technisch kunnen worden aangepast. De vergadering heeft de verwachting uitgesproken dat bij de verhuur van de films welke volgens de nieuwe technische procédé's zullen worden vervaardigd geen hogere of zwaardere condities zullen worden bedongen dan de gebruikelijke. Tenslotte heeft de vergadering de wens uitge sproken dat de Federatie van Producentenorgani saties het initiatief zal nemen tot een normalisatie van de nieuwe technische procédé's en dat om trent de vraagstukken die de nieuwe ontwikkeling oproept overleg zal worden gepleegd tussen de beide internationale lichamen.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1953 | | pagina 3