Jaarvergadering
der "Bedrijfsafdeling
Filmverhuurders
13
Zaken aan de Gemeentebesturen d.d. 20 Februari
aan deze Bewindsman zullen verzoeken om hier
mede bij de totale beoordeling van de financiële
positie dezer gemeente rekening te willen houden.
Oldenzaal
Burgemeester en Wethouders van de gemeente
Oldenzaal hebben de Raad voorgesteld de ver-
makelijkheidsbelasting voor filmvoorstellingen van
33 1/3% te verlagen tot 25%, welk voorstel door
de Raad is aanvaard. De heffing op voorstellingen
met culturele films en dergelijke is verlaagd tot
20%.
Oud- en Nieuw Gastel
Op 28 Januari 1954 heeft de Raad van de ge
meente Oud- en Nieuw Gastel overeenkomstig een
voorstel van Burgemeester en Wethouders met
algemene stemmen besloten tot een verdere verla
ging van de tarieven der vermakelijkheidsbelas
ting.
De heffing op voorstellingen, waarin naast andere
films Nederlands journaal en/of andere films als
bedoeld in artikel 1, tweede lid, sub 2, der Wet
tot een gezamenlijke lengte van 500 m worden
vertoond bedraagt thans 10%. Geheel vrijgesteld
van vermakelijkheidsbelasting zijn voorstellingen
waarin uitsluitend artikel 1-films worden ver
toond.
Terneuzen
Burgemeester en Wethouders van de gemeente
Terneuzen hebben aan de Raad het voorstel ge
daan de culturele films geheel van belasting vrij
te stellen en de heffing op de overige films met
5% te verlagen en dus te brengen op 15%, welk
voorstel door de Raad is aangenomen.
Onder voorbehoud van Koninklijke goedkeuring
zullen deze wijzigingen in werking treden op
Januari 1954.
ïjzendijke
Ingevolge bij Koninklijk Besluit verkregen goed
keuring is met ingang van 1 Januari 1954 in de
gemeente IJzendijke een nieuwe verordening op de
heffing der vermakelijkhedenbelasting in werking
getreden. Voor alle filmvoorstellingen geldt thans
een tarief van 10%.
Voorheen bedroeg de vermakelijkheidsbelasting
een bepaald bedrag per plaats, hetgeen neerkwam
op ongeveer 15% van de bruto-recettes.
Zundert
Met ingang van de tweede week in Februari,
zijn in de gemeente Zundert films bedoeld in arti
kel 1, tweede lid, sub 2, der Wet van de heffing
der vermakelijkheidsbelasting vrijgesteld.
Op 20 Maart j.1. vond te Amsterdam de jaar
lijkse algemene ledenvergadering der Bedrijfsaf
deling Filmverhuurders plaats. Deze vergadering
mocht zich in de grote belangstelling van de kant
van de leden verheugen en werd voorts bijge
woond door de Bondsdirecteur, de heer J. G. J.
Bosman.
Bij zijn openingswoord heeft de Voorzitter, de
heer J. Weening, het overlijden herdacht van de
heren J. S. Croeze en L. C. Barnstijn, die de Afde
ling in het voorafgaande verenigingsjaar zijn ont
vallen. Door de ledenvergadering werd enige
ogenblikken staande stilte in acht genomen ter
nagedachtenis van deze beide prominente figuren
uit het bedrijf.
Het jaarverslag over 1953 werd uitvoerig be
sproken en onder dankzegging aan de Admini
strateur, de heer H. W. Hagenberg, die het ver
slag heeft samengesteld, goedgekeurd.
De rekening en verantwoording van het finan
cieel beheer in 1953 werd eveneens goedgekeurd
en de begroting van ontvangsten en uitgaven voor
1954 is overeenkomstig het voorstel van het
Bestuur vastgesteld.
De drie bestuursleden, die aan de beurt van af
treden waren, t.w. de heren J. Weening. J. L.
Paerl en D. J. van Leen, werden bij enkele can-
didaatstelling herkozen. Zij werden eveneens her
benoemd in hun functies van respectievelijk Voor
zitter, Vice- Voorzitter en Secretaris.
Vervolgens is de agenda van de op-23 Maart te
houden vergadering van de Ledenraad behandeld.
Met de voorstellen voorkomende op deze agenda
kon de vergadering zich geheel verenigen.
Er vond een uitvoerige bespreking plaats over
het vraagstuk van de filmleveranties aan de Ne
derlandse Televisie Stichting. De vergadering was
het met het Bestuur eens, dat deze materie vele
facetten heeft en zeer grondig dient te worden be
studeerd alvorens tot het voorstellen van bepaalde
leveringscondities kan worden overgegaan. Het
Bestuur kreeg opdracht deze aangelegenheid nader
uit te werken
De vergadering werd tenslotte besloten met een
geanimeerde discussie over verschillende onder
werpen bij de rondvraag.