jue aantrekkelijke zonde
18
HET Mei-nummer van het ,.C r i t i s c h
Film b u 1 1 e t i n", een uitgave van de
Stichting Filmcentrum van de Neder
lands Hervormde Kerk, bevatte onder
de titel De aantrekkelijke zonde" een ar
tikel over filmtitels, van de hand van zijn redac
teur, de heer P. J. van Mullem, tevens lid van de
Huishoudelijke Commissie van de Centrale Com
missie voor de Filmkeuring, hetwelk wij onze
lezers niet willen onthouden en derhalve hier in
zijn geheel laten volgen.
„Het kiezen van een goede. Hollandse titel voor
een film is geen eenvoudige zaak", zo schrijft het
blad, en vervolgt: „het kost de importeurs en de
vertalers veel hoofdbreken. Laten wij het eerlijk
bekennen: de critiek heeft gemakkelijk spel. maar
als men zelf voor die taak stond zou men eerst
ervaren hoe moeilijk het juiste woord op de juiste
plaats kan worden gevonden, al mag dit de criti
cus niet ervan weerhouden om steeds weer op het
zelfde aambeeld te hameren.
Sommige buitenlandse titels zijn eenvoudig on
vertaalbaar. Vandaar dat men de film zonder meer
onder haar originele titel uitbrengt, hetgeen na
tuurlijk ook wel weer zijn bezwaren heeft. Voor
afgaande persvoorlichting en propaganda voor de
radio heffen dit bezwaar vaak grotendeels op.
„Le bon Dieu sans confession" was bijv. een titel
waarvoor eigenlijk geen goed Hollands equivalent
te vinden is zonder in een omschrijving te verval
len. „Het Vonnis der Kinderen" is een dragelijke
titel, maar drukt de bedoeling van het origineel
geenszins uit.
Een enkele maal kan men inderdaad de vinding
rijkheid bewonderen om zonder een letterlijke ver
taling een toepasselijke vlag aan een film mee te
geven. Zo'n vondst is bijv. „Mevrouw maakt het
bont" ter vervanging van „The lady wants mink
Er zouden er wel meer te noemen zijn. Veel vaker
echter komt het voor dat de Hollandse titel slechts
een zeer gebrekkige kruk is, waarmee de film zich
aan het publiek voorstelt. „The Heart of the Mat
ter" heette „Gewetenswroeging", waardoor het
accent danig werd verplaatst, en de eigenlijke
achtergrond van de film in genen dele werd aan
geduid. De romantitel „De Kern van de Zaak'
deed dat veel beter. Een ander voorbeeld: „Zij
was 17 jaar" was niet alleen de onjuiste, maar ook
de op de ongezonde nieuwsgierigheid van het pu
bliek speculerende titel van de Franse film „Les
deux Vérités". Ook hier maakte men zich aan een
schromelijke accentverlegging schuldig, want de
Hollandse vlag dekt de Franse lading niet; de
Fransen hielden de vlag hoog door de waarheid
in deze „deux vérités" aan te durven.
De oorzaak van deze praktijk ligt natuurlijk in
het feit dat men een titel zoekt die het commercieel
gezien „doet". De titel moet een trekker zijn, maar
is daardoor slechts sporadisch een treffer, welke
de strekking van een film tot haar recht doet ko
men. Dit offeren op het commerciële altaar, waar
door aan de juistheid en de goede smaak geweld
wordt gedaan, is van zakelijk standpunt bekeken
verklaarbaar, hoewel daarom nog niet goed te keu
ren en ook lang niet altijd absoluut noodzakelijk.
Men zou kunnen redeneren dat een titel die
„trekt", al is hij dan er net tegenaan of helemaal
er naast, toch een titel is waarop het publiek af
komt, dat daardoor dan toch maar een film te zien
krijgt die beter is dan haar naamkaartje doet ver
moeden. Een niet trekkende titel zou oorzaak zijn
dat een veel geringer aantal toeschouwers de film
te zien krijgt. Daar tegenover staat echter dat an
deren door diezelfde titel juist worden afgestoten
(hetzelfde geldt ook van de gevelreclame en de
advertenties), zodat de winst aan publiek aan de
ene kant gecompenseerd wordt door het verlies
van publiek aan de andere kant. Niemand kan dat
natuurlijk bewijzen, maar het is o.i. toch wel een
punt dat overweging verdient.
De ervaring schijnt geleerd te hebben dat er
titels zijn, die altijd succes opleveren. „Vrouwen",
„huwelijk", „liefde" en „verboden" in een titel
zijn termen, die magnetische kracht schijnen uit
te oefenen. In de laatste tijd is de „zonde" bijzon
der in trek, er is een ware hausse in „zondige
titels. Men staat eenvoudig versteld over de vir
tuositeit om variaties op dit thema te bedenken.
Ziehier een bloemlezing van films die mij zomaar
te binnen schieten, zodat op volledigheid zeker
geen aanspraak kan worden gemaakt: „Het Kind
der Zonde" (Le garcon sauvage), „Messalina, de
keizerin der zonde", „Zondares van Parijs" (Cas-
que d'or^, „Zondige Grenzen" (gaat n.b. over
kinderen die smokkelen!), „Zondige Levens" (Das
vierte Gebot), „Zondige Ruby", „De Zondares"
(The strange woman), „De zonde van Molly X'
(The story of Molly X), „Zondige liefde" (Fille
d'amour), „Nacht zonder zonde", „Zij die van de
zonde leven" (Les compagnes de la Nuit).
Vooral deze laatste titel doet het publiek veel
meer verwachten dan het te zien krijgt: in wezen
is de betreffende film een scherpe aanklacht tegen
een bepaald systeem van uitbuiting van prostituees.
Zelfs nebben wij onlangs „Le bon Dieu sans con
fession" (Het Vonnis der Kinderen) aangekondigd
gezien als „De Zonden van een Vader". Daaren-