BELASTING erma 'd eaen OP 19 tegen was ,,De zeven Hoofdzonden" een letterlijke vertaling. Moet dei oorzaak dat deze film het niet zo erg gedaan heeft, wellicht gezocht worden in deze getrouwe weergave, welke al te zeer kerke lijke reminiscenties opriep? ,,De zeven zonden" zou vermoedelijk meer succes hebben opgeleverd. Het door ons opgemerkte moet men niet be schouwen als kleinzielige of bekrompen betutteling van de betiteling. Zoals boven bleek hebben wij oog voor de moeilijkheden. De jacht naar „zondi ge" titels heeft in de laatste tijd echter zulk e|en omvang aangenomen dat het tijd wordt daartegen stelling te nemen. Door de gewraakte praktijk wordt het begrip zonde" volkomen gedevalueerd en gecommercialiseerd. Wanneer worden wij van déze zonde verlost? Wat meer goede smaak, wat meer begrip, wat meer gevoel voor proportie, wat meer distantiebesef is hier op zijn plaats. Wan neer men het publiek steeds maar went aan prik kelende titels zal het steeds méér geprikkeld moe ten worden, omdat de herhaling afstompt. Is het dan niet beter het publiek ook in dit opzicht op te voeden door op een gezondere en zuiverder manier de films (die soms beter zijn dan hun naam) aan het publiek aan te biedlen, zodat op de duur de belangstelling geen afbreuk wordt gedaan?" Sedert het verschijnen van de vorige afleve. ring van het Officieel Orgaan hebben de raden van onderstaande gemeenten besloten tot wij ziging van de verordeningen tot heffing van een belasting op vermakelijkheden of zijn in deze gemeenten wijzigingen in werking getre den krachtens reeds eerder genomen besluiten. Bussum In zijn vergadering van Maandag 31 Mei j.1. heeft de Raad van de gemeente Bussum op voor stel van Burgemeester en Wethouders besloten de vermakelijkheidsbelasting op filmvoorstellingen van 35 te verlagen tot 25 In hun voorstel refereerden Burgemeester en Wethouders zich aan de circulaire van de, Mi nister van Binnenlandse Zaken d.d. 20 Februari 1954, waarin aan de gemeentebesturen wordt me degedeeld, dat de resultaten van het accountants onderzoek naar de rentabiliteit van het bioscoop bedrijf in Nederland tot de conclusie hebben ge leid, dat de overwegingen, welke in 1947/48 aan leiding gaven tot het destijds gemaakte onder scheid in de belasting, thans niet meer gelden. Het College meende, dat op grond van het vorenstaande een herziening van het heffingsper centage der vermakelijkheidsbelasting op filmver toningen niet langer kon worden vermeden en stelde derhalve, in overeenstemming met het advies der Commissie van Bijstand voor de Finan ciën, voor de belasting tot het bovengenoemde percentage te verlagen. De nieuwe verordening treedt in werking op de eerste Vrijdag volgende op de dag waarop het bericht van de Koninklijke goedkeuring ter ge meentesecretarie wordt ontvangen. Oosterhout Krachtens een overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Oosterhout op Dinsdag 11 Mei j.1. genomen be sluit van de Raad is de belasting op filmvoorstel lingen verlaagd van 35 c/c tot 20:%. De gewijzigde verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op die, waarin de Koninklijke goedkeuring werd verkre gen. Veghel Overeenkomstig een door Burgemeester en Wethouders ingediend voorstel heeft de Raad van de gemeente Veghel in zijn op 4 Mei j.1. gehou den vergadering besloten de vermakelijkheidsbe lasting op filmvoorstellingen van 35 rr te verla gen tot 20 Deze verordening treedt in werking op de, eer ste dag van de week, volgende op die, waarin het bericht van de Koninklijke goedkeuring is ont vangen. „Wanneer wij er in zouden slagen de extra be lastingen op ons bedrijf terug te dringen, dan zal geen offer onzerzijds te groot mogen zijn om een verant woorde continue productie tot stand te brengen, en de gezonde initiatieven, waarvoor wij hulde brengen, die in verband daarmede genomen worden, te stimuleren, te coördineren, te steunen en te beschermen. Het moet mogelijk zijn dat ons land op dit punt bereikt wat tal van landen, niet belangrijker dan het onze, tot stand hebben gebracht. Wij kunnen slechts vurig hopen, dat het inzicht veld wint dat onze organisatie ten behoeve van een nationale filmproductie op korte termijn een veelomvattende en grote taak heeft. In hoeverre hier samenwerking geboden is met de Overheid en het bankwezen, is een vraag van de tweede orde, als het moet kunnen wij naar onze mening deze taak alleen tot een goed einde brengen; zij zal ons de volledige verbinding geven met alles wat er op het gebied van scheppende kracht in ons land leeft en beweegt." (J. G. J. Bosman, directeur van de Nederlandsche Bioscoop-Bond; referaat over de problematiek van bedrijf en Bond, jaarvergadering 1953. V, lllllllllllllllllflllll!IICIltlllllllEli:i[ftllllllll!tlfHIIIIEIIIIIIIIIItllMIJ11 rf f l l 1 IFÜI11 ii TF[!I I FM llirMIIIHIIIlttlllUtlltltUt iiiiiiiiinmmiilliii liLllillttlliltllllttlltFltttltiilllilMllllHFFlIIllltliltillllllllllllllllllMIIUIIilllllllllllltlItllll mFiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiimiiiiMiiiiiiiuiF

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1954 | | pagina 19