vermogen was, om de zaak niet op de spits te drijven en wij mogen hem hiervoor erkentelijk zijn. Zijn enig doel was te bereiken, althans volgens zijn zeggen, dat er geen grote verschillen in de condities zouden zijn tussen Nederland en de ove rige landen. De leden van de M.P.A.A. waren van mening, dat het buitenland voortdurend wees naai de huns inziens voordeliger condities in Neder land. De M.P.A.A. beweerde dat het voortbestaan van deze condities haar leden zeer grote bedragen co tte in het buitenland. Zij wenste een reglement waarin, althans spectaculair, geen grote verschil len met de voorwaarden in andere landen zouden voorkomen. Kernachtig zeide het haar gemachtig de, de heer Spiegel: ,,Ik heb uitsluitend behoefte aan een optical illusion". En, nu het nieuwe reglement enkele maanden in voegen is, kan men niet aan de indruk ontko men dat er iets meer heeft plaatsgevonden, dan uitsluitend het voldoen aan een opticale illusie, zij het dan ook dat het op dit mom'ent te vroeg is om een juiste beoordeling te geven. Ik ben van me ning, dat de practijk zich niet beperkt heeft tot het optische systeem, maar overgegaan is tot het magnetische. En wij allen weten, dat een magneet de eigenschap heeft iets materieels aan te trekken en vast te houden. Een vergelijking met het buitenland kan niet zonder meer maatstaf zijn. Geheel andere verhou dingen en opvattingen van zaken doen kunnen er de oorzaak van zijn dat van de theorie in de practijk weinig overblijft en op de practijk komt het aan. Men kan niet ongestraft behoorlijk ge administreerde bedrijven vergelijken met bedrij ven, waar het meest elementaire van een boek houding in vele gevallen zoek is. Daarbij heeft men rekening te houden met de historisch ge groeide prijsvorming, waaruit de hoogte van de appreciatie is ontstaan ten opzichte van entree prijzen in het huishoudelijk budget. Ook hierin zullen natuurlijk correcties moeten plaats vinden, alhoewel wij ons niet verhelen, dat deze geleide lijk zullen moeten worden verwezenlijkt. In het afgelopen jaar heeft zich een andere moeilijkheid voorgedaan in verband met het over nemen van een bioscoop. Deze zaak, in huur bij een lid van de Bond, was aangekocht door een ander lid. Na toepassing van artikel 11 van het Gewijzigd Algemeen Bedrijfsreglemfent, namelijk het arbitragegeding in huuraangelegenheden, meende de koper van de door de arbitrage vast gestelde termijn zonder meer het gebouw te kun nen betrekken en het exploitatierecht uit te oefe nen. De huurder-exploitant echter meende, dat door de uitspraak der huurarbitrage zijn exploi tatierecht niet automatisch eindigde en vroeg overplaatsing aan, welke hem door de Commissie Beroep Nieuwe Zaken werd toegestaan. Nu was de koper weliswaar eigenaar van een ontruimd gebouw, maar miste het recht tot exploitatie. Dit werd hem later door de Commissie Nieuwe Zaken verleend en de bewuste gemeente werd met een extra exploitatie verrijkt. Zonder in details af te dalen en zonder een oordeel te vellen blijkt toch wel duidelijk, dat de huidige gang van zaken een bron van misverstan den vormt omtrent de rechten van het lidmaat schap en omtrent de rechten van de huiseigenaar. En om de zaak niet nog ingewikkelder te maken, laat ik de rechten van de huurder en verhuurder, zoals deze geregeld zijn in de Huurwet, buiten beschouwing. Het is U bekend, dat de rechter, met uitsluiting van iedere instantie, een bindende uitspraak kan doen. Deze uitspraak betreft echter uitsluitend het al of niet ter beschikking stellen of houden van het gebouw en is van geen invloed op het exploitatierecht, voortvloeiende uit het lid maatschap van de Nederlandsche Bioscoop-Bond. Het Hoofdbestuur is van mening, dat de Bond zijn standpunt omtrent deze materie definitie! moet herzien en wel zodanig, dat de beslissing over gevallen waarbij sprake is van het verlaten van een gebouw, al of niet gedwongen, en de daardoor eventueel op te roepen nieuwe exploi tatie of de voortzetting van de oude exploitatie in een nieuw gebouw onderworpen moet worden aan één instantie, zodat deze instantie de gevol gen van haar beslissing in haar geheel en gelijk tijdig kan overzien en niet door een doorkruising van uitspraken van verschillende colleges de rech ten zowel van het bona fide lid-exploitant als van de bona fide huiseigenaar in het gedrang kunnen komen. Als eerste maatregel heeft het Hoofdbestuur be sloten om de behandeling van aanvragen tot ver plaatsing van exploitatierechten, die tot heden aan de Commissies Nieuwe Zaken gedelegeerd werd, wederom in eigen handen te nemen en tevens om, zij het dan via een reglementswijziging, de aan vrage omtrent een exploitatie in het verlaten ge bouw ook aan zijn beoordeling te onderwerpen, opdat zodoende de rechtszekerheid van onze leden ten aanzien van hun exploitatie en lidmaatschap redelijk gewaarborgd zij. Het afgelopen jaar stond in het teken van de strijd tegen de discriminatie in de heffing van de vermakelijkheidsbelasting. Vooreerst moest de Re gering er van overtuigd worden, dat haar starre standpunt van een heffing van 35 op filmvoor stellingen niet meer te handhaven was, aangezien de gemeenten zich voortdurend achter dit voor schrift verscholen en er zich veilig achter voelden. Na het accountantsonderzoek door het Ministerie van Economische Zaken is een nieuwe circulaire verschenen, waarin de Minister van Binnenlandse Zaken tot de conclusie komt, dat de in de 35 %- heffing belichaamde discriminatie niet te handha ven is. De Minister heeft zich echter van het noe-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1954 | | pagina 3