met levensgevaar gepaard ging, hetgeen tot heftig commentaar van voor de veiligheid zeer bezorgde mensen aanleiding gaf. Er waren echter veel aantrekkelijke Russische paviljoens en de Russen genoten alle eer op deze tentoonstelling, want Frankrijk had zich met zijn grote rijkdommen zojuist de hulp verworven van een sterke man, de moujik, de potige Russische boer, krachtig en gespierd als een beer. Dat stem de velen gerust, want wie kon vermoeden dat de milliarden door voorzichtige bezitters en zuinige kleine Franse spaarders met milde hand aan de sterke man geschonken, na nauwelijks twintig jaren verloren zouden zijn en dat het geleende goud slechts had bijgedragen tot de verheffing van een nieuwe vijand, veel machtiger en ver schrikkelijker dan Duitsland ooit geweest was. Men maakte zich vooral vrolijk over een nieuw mechanisch wonder: een voertuig op vier rubber banden, waarvan men lachende zei: „Het is vuil en het rijdt niet". De meeste autotochten begon nen weliswaar met grote verwachtingen doch ein digden veelal met een terugkeer per trein. Edward, Prins van Wales, liet zich evenwel op zekere dag in zulk een wagen naar Versailles rijden en keerde tot ieders verwondering dezelfde avond behouden en wel te Parijs terug. Een beroemd Frans chirurg, Doctor Doyen, was op het idee gekomen van een juist gedane Franse uitvinding gebruik te maken: de cinematografie, en liet zich op een wit scherm zien bij het verrich ten van een operatie, een reclamestunt, waarmede hij zich de verontwaardiging en de ontstemming van de meeste zijner collega's op de hals haalde. Hij is overigens een der eersten, die de film heb ben benut ten dienste van de studie der genees kunde,. Zijn naam mag met ere worden vermeld. Indien ik in 1900 mijn ouders bij een bezoek aan deze wereldtentoonstelling te Parijs had kunnen vergezellen, dan zou het de vraag zijn geweest, stel dat ik de operatie van Doctor Doyen op het witte doek had kunnen volgen, of ik mij deze film nog zou herinneren. Het is zeer moeilijk, zelfs als men over een sterk geheugen beschikt, voor iemand, die in de laatste jaren van de vorige eeuw is geboren, met juistheid vast te stellen van welke gebeurtenissen, die meer vooruitgang of zo men wil evolutie of revolutie in de zeden hebben te weeggebracht dan enige generatie te voren heeft beleefd, hij voor de eerste maal getuige is geweest. Enige weken geleden heeft Auguste Lumière te Lyon op de leeftijd van 92 jaar de ogen voor goed gesloten. Kennen de meeste der millioenen mensen, die op de gehele wereld de bioscoop bezoeken zijn naam, weten zij dat wij aan hem het wonder van zijn kunst danken, beseffen zelfs de filmspelers dat zij aan hem hun eigen wonder danken? Denken zij ooit aan die Decemberavond van het jaar 1895 toen de Gebroeders Lumière in de Salon Indien, aan de Boulevard des Capucines hun eerste film voorstelling aankondigden en vermoeden zij dat Auguste en zijn broer Louis Lumière, de meesters en scheppers zijn geweest van hun genoegen? Welk een schat van heroïsche ogenblikken heb ben de ouderen: de film, de phonograaf, de auto, het vliegtuig en de radio. De rijkdom van de we tenschap, van hetgeen het menselijk vernuft heeft geschapen gedurende de laatste 60 jaren, is in onze herinnering een uitdragerswinkel geworden, waar de eerste films, de eerste vliegtuigen, de eerste bestuurbare luchtballon liggen opgestapeld. Toen Wright, de Amerikaan die het eerst van alle mensen gevlogen heeft, in December 1903 met zijn toestel opsteeg, was de Franse toneel schrijver Henri Bernstein daarvan getuige. Hij wachtte in een rijtuig dat het wonder zou geschie den en het gebeurde. „Kijk, kijk", schreeuwde Bernstein tot zijn koetsier, toen het vliegtuig zich verhief. Doch de koetsier, die zich in dekens had gewikkeld wegens de koude, hief slechts even zijn hoofd op en riep uit: „Hij vliegt", maar hij was geenszins verbaasd. De koetsier was blijkbaar iemand zonder verbeeldingskracht of zonder voor uitziende geest. Het verging deze man, als de landbouwer in het beroemde schilderij van Breu- ghel „De val van Icarus", waarop men een boer ziet, die rustig voortgaat met de ploeg hanteren als de stoutmoedige Icarus zijn waagstuk moet be kopen met de val in de Egeische Zee. Wanneer men, zoals het ons vergaat schreef Guermantes onlangs in een artikel in de Figaro overstelpt is met uitvindingen, waarvan de een nog won derbaarlijker is dan de andere, dan wekt het geen verwondering, zelfs als men heel wat nieuwsgie riger is dan die Amerikaanse koetsier van wie ik zoeven sprak, dat ook wij geneigd zijn voort te gaan ons land te bewerken in alle stilte. Maar de laatste ontdekking is de splitsing van het atoom en wij beleven de heroïsche tijden dezer uitvin ding, misschien zoals de bezoekers van Lumière's „Salon Indien" de heroïsche tijden van de film beleefden. Laten wij hopen, dat de heroïsche tijden van de atoomsplitsing niet al te heroïsch zullen zijn. Het tijdperk waarin wij leven is zowel dat van de snelheid, van de wereld zonder afstand zij het met hermetisch gesloten grenzen en metalen gordijnen, die als een Chinese muur de verschil lende ideologieën en levensopvattingen scheiden als dat van het beeld. Wij hebben nog slechts weinig gemeen met de in onze ogen onbezorgde jaren van de vaders van ons ouderen, met de da gen waarvan ik II een journaal liet zien. De in 1900 opkomende wereldmachten Duisland en Ja pan zijn 40 jaren later in puinhopen veranderd, de

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1954 | | pagina 8