Open forum over „groot doek i) E leden van de Britse exploitantenorgani satie, de Cinematograph Exhibitors' Asso- ciation, zijn op 23 Juni j.1. te Harrogate in vergadering bijeengekomen, tijdens welke een „open forum" werd gehouden ter bespreking van brandende kwesties". Zoals te verwachten viel was de nieuwe techni sche ontwikkeling, inzonderheid de toepassing van panoramische projectie en van stereofonische ge luidsweergave, het belangrijkste punt van discus sie. Door de aanwezige leden werden daarbij tal van vragen gesteld, welke door de technische adviseur der organisatie, Dr. Leslie Knopp, wer den beantwoord. Aangezien onze Britse zuster organisatie dit open forum blijkbaar van zoveel belang acht, dat zij een rapport daarvan ter cir culatie laat voorbereiden, hebben wij gemeend een verslag over de beantwoording der gestelde vra gen, zoals samengevat door het Britse vakblad „The Cinema", aan onze lezers niet te mogen onthouden. Voorzichtigheid geraden ,,In antwoord op talrijke ter zake gestelde vra gen verklaarde Dr. Leslie Knopp, dat hij een voorzichtige benadering had geadviseerd omdat „deze nieuwe systemen zoals bijvoorbeeld Cine- maScope, tezamen met stereofonische magnetische geluidsweergave, geheel en al als een experiment kunnen worden beschouwd, en ik niet denk dat dit experiment voldoende beloofde om de uitgave van 2500 (f 26.750) of meer per bioscoop aan te bevelen. Er zijn natuurlijk bepaalde economi sche en andere overwegingen welke enige exploi tanten er toe gebracht hebben een apparatuur van deze aard te installeren." Dr. Knopp refereerde zich aan zijn bezoek aan Los Angeles, toen hij zich „een zeer gunstige opinie van VistaVision vormde". Hij zeide: „Het is mijn weloverwogen mening, dat het VistaVision projectiesysteem de grondslag zal vormen van toekomstige standaardisering". De reden waarom hij tot deze conclusie kwam was drievoudig: Op de eerste plaats zijn de schermverhoudingen zodanig, dat de meerderheid van de bioscopen niet alleen in Engeland maar ook in het buitenland ze gemakkelijk kan aan vaarden. Ten tweede is de gezichtskring van het beeld veel en veel beter dan ieder systeem dat ook van de anamorfische lens gebruik maakt. Ten derde is de exploitant niet verplicht een aanzien lijke kapitaaluitgave te doen. Hij moet zich een doek van voldoende grootte aanschaffen en er zorg voor dragen, dat er op het scherm een beeld van voldoende helderheid komt. Geen toekomst „Als ik een ogenblik van het beeld af mag stappen en het over stereofonische geluidsweer gave mag hebben", zeide Dr. Knopp, „dan zie ik geen enkele toekomst voor het magnetische geluid door middel van vier sporen, dat, voorzover ik het kan zien, in het geheel niet aan het publiek appelleert. Om de waarheid te zeggen zie ik een kleine attractie in het Perspecta systeem. Er kun nen wel een of twee zeer grote bioscopen zijn, waar het ten slotte bevredigend kan worden toe gepast, maar in de grote meerderheid van de bioscopen zal het stereofonische geluid voor het publiek of Uw kassa niets te betekenen hebben. Ik kan niet zien waarom een uitgave van duizen den ponden is vereist voor de verandering van een behoorlijke optische weergave". Toen de vraag werd gesteld of het voor kleine zaken noodzakelijk was om aluminium doeken te hebben, zei Dr. Knopp dat hij geen reden zag waarom bij een schermbreedte tot ongeveer twin tig voet (circa 6 meter) geen gewone matwitte doeken zouden kunnen worden gebruikt. Met be trekking tot VistaVision werd gevraagd of de ver mindering van de korreling in het beeld de zwar ting van de filmcopie wijzigde, zodat een veel groter verlichtingsmiddel wordt vereist. Dr. Knopp zeide, dat de „zwarting niet verschilt van die van het normale formaat. Het systeem vereist op zich zelf geen grotere lichtbron, uitgezonderd wanneer men een groter scherm gaat gebruiken." Het bespuiten van doeken In antwoord op de vraag of het mogelijk was om een doek met goed gevolg opnieuw te bespui ten, zei Dr. Knopp: „De fabrikanten van projec tieschermen waren geen meesters in hun vak en het bespuiten van bioscoopdoeken ter plaatse is, kan ik wel zeggen, een beetje riskant geweest. Ik heb doeken gezien, die, ter plaatse bespoten waren en oude doeken, die opnieuw bespoten wa ren, en tot zover hebben zij voldaan. Ik geloof, dat de fabrikanten dit werk geleidelijk onder de knie krijgen". Op de vraag om de kleine exploitant een advies te geven, zei Dr. Knopp: „Ik heb tot dusverre voorzichtigheid gepreekt, omdat ik niet verant woordelijk wens te zijn voor de aanbeveling van welke uitgave ook aan bepaalde apparaturen of iets dergelijks, tenzij de kapitaaluitgave op basis van lange termijn werd gedaan. Zoals deze tech nische phase van het bedrijf zich ontwikkelt, schijnt het me toe dat een beeld van 1,85 1 de D

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1954 | | pagina 10